Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Tafel

Amerika-deskundige Willem Post zei gisterochtend op televisie twee keer nogal fel NO WAY. Het ging om de vraag of Amerika en Rusland oorlog gingen voeren. NO WAY. Fijn. Ik heb de indruk dat de eerste Koude Oorlog helemaal nog niet zo lang voorbij is. De meest indruk maakte die toen ik nog niet begreep wat er aan de hand was. Ik vond het rare woorden, Koude Oorlog. Gesprekken gingen toen regelmatig over de atoombom. En dat er op minstens twee plekken in de wereld een grote rode knop was. Als iemand daarop drukte was het `afgelopen met ons allemaal’. Dat laatste was geen voorspelling van mij, ik had niets te voorspellen, want ik was kind, maar sommige volwassenen zeiden dat. Ik probeerde me daar een voorstelling van te maken. Begin zestig verspreidde de overheid een brochure die `Wenken voor de bescherming van uw gezin en uzelf’. Die heb ik ergens liggen, maar ik weet niet waar, wat natuurlijk een slecht teken is. Als ik het me goed herinner stond erin hoe we moesten handelen als de atoombom viel. Ik geloof dat we haastig onder tafel moesten duiken, maar dat weet ik niet zeker. Dat vond ik een geruststellend advies, ook niet moeilijk te onthouden. Overal waar ik als kind kwam stond wel een tafel. Wel vroeg ik me af hoe je wist dat je dat moest doen. Ik woonde in Nijmegen, maar begreep dat wanneer de bom in Assen terecht zou komen, het hele land weg was. Dan was je vast te laat bij de tafel. Soms ging ik er zomaar even onder zitten en dacht: mij kan niets gebeuren! Naar die momenten verlang ik weleens terug.

Columns

  • Lang interview met minister Hugo in De Volkskrant zaterdag. Eerst wilde ik het overslaan. Ik zag de vraag staan of hij zelf in de Tweede Kamer wilde zitten en ook zijn antwoord: “Nee, ik ben meer van het runnen van de tent.” Dat zei hij ook toen hij werd aangesteld. Mannen die h... lees meer

  • Kan het niet helpen, maar altijd als ik de heer Pechtold in zijn hoedanigheid van directeur van het CBR zie, heb ik met hem te doen. Raspoliticus, geestrijk, vaak ook geestig en dan ineens toe aan `een nieuwe uitdaging’ en vervolgens dat saaie baantje bij die rijbewijzenorganisa... lees meer

  • Een single is iemand zonder vaste partner, zeg maar een vrijgezel. In een tijd die niet lang geleden is, was het ook een grammofoonplaatje, één nummer op de voorkant, een op de achterkant. 

  • Zal toeval zijn: in mijn omgeving heeft niemand een tatoeage, althans geen zichtbare. Nog nooit overwoog ik er een bij mezelf te laten aanbrengen, ik houd er niet van en hoor dus tot een minderheidsgroep. Uiteraard geen kwaad woord over mensen die van zichzelf een soort tentoons... lees meer

  • Een melancholiek verhaal van de Japanse schrijver Haruki Murakami dat ik onlangs las, begint zo: “Wat ik vreemd vind aan ouder worden is niet dat ik zelf ouder word.” Na die zin stopte ik even, ik moest erover nadenken, waarschijnlijk omdat ik vaak denk dat ik niet ouder word. I... lees meer

  • “Hij slikte even wat weg,” onthulde de verslaggever toen windsurfer Kiran Badloe zaterdagmorgen (onze tijd) op het erepodium stond en het Wilhelmus had geklonken. Ik zag het niet, wat ook moeilijk was door dat Olympische mondkapje, en het is verder ook niet belangrijk. Maar volg... lees meer

  • “O, je zet de tassen daar neer.” Het is vroeg op de dag. Ik passeer een man die voor een auto staat en op de stoep bevindt zich nogal wat bagage. Die moet in die auto. Ben op weg naar de sportschool waar ik eerst geen zin in had, maar nu wel, opgelucht als ik ben dat ik geen aut... lees meer

  • Eergisteren was in een deel van het land het treinverkeer ontregeld. Een treindienstleider had zich ziek gemeld. Vandaar. Woordvoerder van ProRail zegt: “We hebben nog geprobeerd een invaller te vinden voor de ochtenddienst, maar er bleek niemand beschikbaar.”

  • Al een tijdje was ik niet in het grote stadpark hier in de buurt geweest. Wel in andere parken, kleinere, ik kan niet zonder. Rechts van een van de ingangen is een hondenschool. Naast een kinderdagverblijf - er zijn verbanden tussen alles. Hondenschool is een groot woord, het is... lees meer

  • Pieter Omtzigt houdt de spanning er goed in. Hij weet ook hoe dat moet. Na Prinsjesdag verschijnt hij weer ten tonele. Met een lezing over zijn boek, dus twee vliegen in één klap. Maar dan? Wat gaat hij doen?

  • Al levenslang hecht ik eraan op maandagochtend vroeg uit de veren te zijn: dan is dag maar begonnen. Soms geef ik me een opdracht, bijvoorbeeld: zorg ervoor dat je binnen vijf minuten zin krijg in de nieuwe week. Nu krijg ik dat meestal wel zonder die opdracht, maar ik vind het... lees meer

  • Je loopt bijvoorbeeld over de markt, ziet een vage bekende en hebt vandaag iets anders aan je hoofd dan een praatje, je bent immers in gedachten, soms een van de beter plaatsen om te zijn. Je maakt er van alles mee en komt er heel veel tegen, ook diverse verrassingen. In gedacht... lees meer

  • Maandag arriveerde een groepje mannen in oranje pakken. Met een hoogwerker. Ze kwamen voor de boom die de iepenziekte had. Daarom had eerder een deskundige een plastic lint om de boom gespannen waarop stond dat de boom verwijderd zou worden. Maandag hielden we ons hart vast. Een... lees meer

  • Of ik het dadelijk volhoud de hele openingsceremonie in Tokio mee te maken, weet ik nog niet, in ieder geval een groot gedeelte. Ook omdat ik nieuwsgierig ben hoe het gaat nu eergisteren de regisseur van het evenement ontslagen is, maar ik neem aan dat er een assistent is die va... lees meer

  • In 1961 werd Joeri Gagarin als eerste mens de ruimte in geschoten. Ik herinner me de sensatie nog. Voor het eerste hoorde ik mijn moeder zeggen: “Wat kunnen ze toch veel tegenwoordig.” Op school zei de onderwijzer:  “Over 25 jaar kamperen we op de maan.” Hij sprak die woorden no... lees meer

Pagina's