Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Tanden

Nederlanders eten minder brood, lees ik. Bericht waar schrale droefheid omheen hangt. 2,3 procent minder dan vorig jaar. Het geldt in ieder geval niet voor de op straat lopende Nederlander. Volgens mij wordt er nergens ter wereld in het openbaar zo veel brood gegeten als hier. Broodjes met heel veel erop, hoe dan ook bijna altijd sla (rucula, rucoli, rucolo). De op straat etende Nederlander is als een bezetene met het broodje in de weer. Het ziet er nooit ontspannen uit. Het broodje moet dood en zo snel mogelijk verdwijnen. Het zijn ook broodjes die om grote happen, veel tanden en een geraffineerde ademhalingstechniek vragen. Soms doet zich er een loopneus bij voor. De op straat etende Nederlander heeft ook een nogal speciale manier van lopen. Alsof er een vreemd probleem met de stoelgang is. Ik zeg niet dat ik nooit een broodje op straat eet, maar ik houd mezelf dan wel in stilstand en probeer er iets geheims van te maken. Goed, nu de vraag waaróm Nederlanders toch minder brood eten. Komt waarschijnlijk doordat populaire dieetboeken onze omgang met brood ontmoedigen. Die ontwikkeling is al vier jaar aan de gang. Ik lees die boeken niet, maar had laatst wel een vriendin op bezoek die verstand heeft van alles en verbijsterd keek naar mijn boterham vol pindakaas. `Kan echt niet meer!’ zei ze. Ze legde ook uit waarom, maar dat vergat ik meteen. `Maar dan wel alleen spéltbrood,’ zei ze ergens in haar belerende monoloog. Toen herinnerde ik me dat een paar jaar geleden pindakaas ook niet meer mocht. Echt niet!

Columns

  • Aan Emmen dacht ik niet vaak. Ik verwachtte dat daar zaterdag verandering in zou komen. Ook daarom zette ik de televisie aan, nieuwsgierig naar de avonturen van de Koninklijke familie. Al een paar dagen hoorde ik in radioprogramma’s korte berichten over sjoelen.

  • Het lijkt eenvoudig, ik bel de wasmachinekoning, vraag wanneer het apparaat bezorgd kan worden en meld wanneer ik volgende week met open armen thuis ben.
    De specialist lacht corrigerend: “Volgende week is het meivakantie.”

  • Aan dooddoeners heb ik altijd een hekel gehad. Meestal zijn ze hartstikke waar, daar niet van, maar ze doen wat het woord zegt, ze kunnen ieder gesprek om zeep helpen. Is soms nuttig, want niet alle gesprekken zijn hoogst wenselijk, maar toch.
    “Er zijn ergere dingen.”
    ... lees meer

  • Wanneer binnenkort de eindexamens weer begonnen zijn, staan in sommige kranten de opdrachten waarmee scholieren geconfronteerd worden. Soms doe ik mee, niet omdat ik dat leuk vind, maar om na te gaan of een en ander nog werkt in mijn hoofd. Alles wat met rekenen te maken heeft,... lees meer

  • Van de kinderen die ik ken, weet ik niet of ze ooit van de kindertelefoon gebruik hebben gemaakt. Misschien houden ze dat contact ook voor zich. In mijn kindertijd was zo’n telefoon er niet, maar kinderen zaten toen ook nog anders in elkaar, ook omdat de tijd anders was.

  • Soms vergeet je goed op te letten. Ik weet bijvoorbeeld niet wat de digitale euro is. Kom ik tegen in een artikel over de knauw die het vertrouwen in Máxima heeft gekregen. Wist ik ook niet, maar er zijn mensen die haar scherper in de gaten houden dan ik. Die mensen manifesteren... lees meer

  • Wanneer NEC kans maakt op groot of klein succes moet ik altijd aan kapper Van Dale denken. In mijn jonge jaren woonde ik op de Hengstdalseweg in Nijmegen-Oost. In het souterrain op de hoek was de salon van kapper Van Dale, hoewel salon misschien een iets te groot woord is.

  • Zojuist ontving ik een uitnodiging van een sportclub, een sóórt sportclub, een andere dan die waar ik heen ga, je kunt er ook veel aan je geestelijke conditie doen. Het is een chique club, daarom was de tekst van de uitnodiging in het Engels, op één woord na, en om dat woord gaa... lees meer

  • In een winkel vol wasmachines zeg ik tegen de verkoper dat ik een wasmachine zoek. Hij knikt vol vriendelijk begrip, heeft een gemoedelijke uitstraling en zijn sociale vaardigheden zijn zichtbaarder dan zichtbaar. Ik zeg dat de oude kapot is, dat het net is alsof dat draaiding…... lees meer

  • Het is wijsneuzerig je altijd af te vragen of iets zin heeft. Zinloze dingen of gebeurtenissen kunnen vaak een wonderlijke schoonheid hebben. Maar als iets ontzettend zinvol bedoeld is, kan het zinnig zijn je af te vragen of het werkt.

  • Zonder dat ik er erg of zin in had raakte ik op een feestje verzeild in een gesprek over Johan Derksen. Zonder dat ik zichtbaar gaapte, gaapte ik wel. Dat doe je niet op een feestje, over Johan Derksen praten. Wat mij betreft nooit en nergens, maar ik geloof dat ik hierin alleen... lees meer

  • Eergisternacht kwam de wereld wéér meer in brand te staan. Voor mijn sportbeoefening zette ik gisterochtend bezorgd de radio aan. Daar speelde het oorlogsnieuws geen rol. In het kalme programma Vroege Vogels werd bekendgemaakt welk insect Insect van het Jaar was geworde... lees meer

  • Voor de kaasboerderij staan twee auto’s, een is van mij en op de andere is te lezen, in sierlijk golvende letters: “Je bent wie je bent. Maar wie ben je echt?” Daaronder de naam van een vrouw en daaronder in strenge hoofdletters: SPIRITUEEL COACH. Een lichtgrijze auto, blinkend... lees meer

  • Ben het nog niet tegengekomen: een groot reclamebord dat naar patat ruikt. Naar Franse friet van McDonald’s om precies te zijn. In sommige steden staat het al. Over een tijd zal het bord gangbaar worden. Niet alleen om reclame te maken voor het eten van McDonald’s, maar ook voor... lees meer

  • Eergisteren zag ik in het Journaal hoe gevierd werd dat het tijdschrift Libelle 90 jaar bestaat. Een zaal vol vrouwen van wie velen een feesthoedje op hadden. De verslaggever zei: “Hier en daar ook een man.” Ik zag er één die een beetje terughoudend keek en een rode wintertrui a... lees meer

Pagina's