Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Uitroepteken

Voor een huis, paar straten verder, staan twee grote dozen vol boeken, beetje schuin zodat goed te zien wat er allemaal in zit. Briefje erbij waarop staat dat wie wil, ze gewoon mee mag nemen. Laatste woorden: `Tast toe!’ Eerst liep ik door, ik zag het wel, maar ik dacht laat-maar. Op de hoek voelde ik wroeging: zo moet ik niet met boeken omgaan, ik mag ze niet negeren. Daarom sta ik toch voor de dozen. Het zijn niet de minste boeken die hier voor het grijpen staan. Ik ben trouwens niet de enige die kijkt, maar merk enige schroom. Kun je echt een boek pakken en mee naar huis nemen? Ja, echt waar, er staat niet voor niets een uitroepteken achter `Tast toe!’. Ik hoor een raam opengaan, kijk omhoog en zie uit het raam een hoofd steken. Het behoort aan een vrouw toe. Aan het hoofd is te zien dat het liever niet zichtbaar is, maar blijkbaar wil de vrouw toch meemaken wat er met haar boeken gebeurt. Dat is immers enorm duidelijk: zij heeft de dozen met boeken voor het huis gezet. Eerder dit jaar vond ik dat ik van bijna alles veel te veel had. Ik ging bovendien naar een ander huis, dus een mooi moment krachtig te gaan opruimen. Dat luchtte overigens op, hoe moeilijk het in het begin ook was. Ik deed ook boeken weg, zeker een paar duizend. Lijkt veel, maar ik hield er genoeg over. Ik kreeg dus sombere opkopers op bezoek die de boel met zuinige minachting bekeken. Ik kreeg er nauwelijks iets voor, maar wist dat ik daarmee al blij moest zijn. Het kwam niet in me op dozen voor het huis te zetten. Dat spijt me zéér.

Columns

  • In de televisieserie Swiebertje van lang geleden, speelde ook een veldwachter een belangrijke rol, Bromsnor genaamd. Uitstekende naam, niemand in mijn omgeving zei: wie héét er nu zo? Eerlijk gezegd keek ik vooral vanwege hem. Zijn omgang met regels en gezag vond ik fascinerend.... lees meer

  • Het is een vooroordeel, min of méér, ik weet het: ik schrijf hier vaak dat je als fietser het meest moet uitkijken voor mannelijke medefietsers die een rugzak om hebben, een koptelefoon op en een hoofd dat kaal is geschoren of bijna kaal. Als het even kan, rijden die je het fiet... lees meer

  • Mooi scrabblewoord, zeggen we dan: laadpaalklevers. Maar je kunt het nooit in één keer leggen. Ik kan me wel de spanning voorstellen wanneer er `laadpaal’ ligt en je `klevers’ op je dingetje hebt staan en nog niet aan de beurt bent. En als het eenmaal zover is, voeg je de letter... lees meer

  • Ook al beweer ik van niet, ik kijk natuurlijk soms naar praatprogramma’s. Rond middernacht pak ik mijn tablet en snel ik er doorheen. Als ik dan iemand zie die ik graag aan het woord hoor, kijk en luister ik even. Tijdens die rondgang staat het geluid uit, want zelfs het lichte... lees meer

  • Vorig week donderdag overleed in New York de Nederlandse fotografe Jacqueline Hassink. Ze was pas 52 en ernstig ziek. Van haar laatste project had ik gehoord, maar ik had er nog niets van gezien. Het is een boek en een tentoonstelling met de titel Unwired.
    Daarvoor... lees meer

  • We kennen het wel, dat we zeggen: “Ik hoef er niks over te horen, ik zie de foto’s wel.” Had ik met het VVD-partijcongres afgelopen weekend. Natuurlijk hoorde ik er wel iets over en als je dat allemaal serieus neemt, word je er optimistisch van. 

  • Niet ondenkbaar dat ik me volgend jaar op deze maandag afvraag of ik me herinner dat het de afgelopen dagen Black Friday was, een vrijdag die drie dagen duurde. En waar je niet onderuit kwam, als je deelnam aan het dagelijks leven, wat de meeste mensen deden. Toch ben ik er niet... lees meer

  • Het Voedingscentrum wil dat Echte Mannen minder vlees eten. Dan doen Echte Mannen immers: grote hoeveelheden vlees eten. Daarom heet een Echte Man een masculiene carnivoor. Vind ik nogal wat als je dat van jezelf denkt, bijvoorbeeld voor de spiegel, dat je dan dus vaststelt dat... lees meer

  • Nederland is een land vol beroering, steeds meer náre beroering, maar ook beroering die alleen maar opmerkelijk is. Van dat soort beroering kan ik houden, hoewel die helaas niet altijd tot me doordingt, terwijl ik toch popelende voelsprieten heb. 

  • Als vrienden hier komen eten en ik kook, weten ze dat ze niet dineren zoals ze nog nooit gedaan hebben. Wel dat ik mijn best doe. Ik hoop althans dat ze dat denken, want dat doe ik. Meer kan ik niet. Ik zeg niet `mijn stinkende best’, want van die uitdrukking houd ik niet, ook o... lees meer

  • “Zullen we even naar het afrekenpunt gaan?” Een medewerkster van de supermarkt vraagt dat. De winkel is vorige week verbouwd. Er zijn minder kassa’s met echte mensen erachter, maar wel vier nieuwe kassa’s met een scanner. Daar kun je het zelf regelen. Zeg maar: contactloos. ... lees meer

  • Tijdens zijn werkzaamheden spreekt mijn kapper altijd intens over de werking van de menselijke geest. Ik kom al zestien jaar bij hem en ben inmiddels thuisgeraakt in gebieden tussen hemel en aarde waarvan ik eerder geen weet had. Jij verlaat zijn zaak altijd met minder haar, maa... lees meer

  • Het woord kom ik soms nog tegen, maar het is alleen maar een woord. Natuurlijk, het stáát voor iets, maar ik heb er verder weinig mee. In mijn kindertijd was dat anders: lunchroom. Mijn moeder ging er weleens heen. Aan het einde van de ochtend. Daar ontmoette ze een vriendin, me... lees meer

  • Soms hoor je iets met een half oor. Ik had dat eergisteren tijdens het journaal van 8 uur. Het ging over stress bij peuters en kleuters. Daarvan was wel degelijk sprake en we moesten dat niet onderschatten.

  • Als iemand belooft voor `rust in de tent’ te zorgen, is waakzaamheid geboden. Je noemt een plek of een organisatie niet voor niets `een tent’. Op een kampeerterrein of in de stilte van de vrije natuur is een tent een voorziening die veel mensen ontspanning biedt (om heel veel re... lees meer

Pagina's