Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Verschijnselen

Over het weer praat ik niet graag. En klagen is helemaal uitgesloten. Ik ken mensen die eerst een halve zomer lang zeurden dat het te koud was en toen was het ineens weer te warm. Kom op zeg. Wel let ik graag op opvallende verschijnselen die met het weer te maken hebben, verschijnselen in de strikt persoonlijke sfeer. Zo kwam ik deze week een vriend tegen die ik niet herkende. Hij zat op de fiets, ik zat op de fiets, we reden door een stille straat, ik zag hem in de niet zo verre verte naderen en dacht alleen maar: hé, een fietser. Toen we elkaar bijna passeerden, stak hij een hand omhoog en riep mijn naam. Nu moet ik erbij zeggen dat die vriend in een rockband speelt en daar kleedt hij zich naar, ook als hij niet op het podium staat. Altijd slangenleren laarzen, strakke pakken, aanwezige overhemden, zonnebril. Toen ik hem herkende daar op de fiets, snapte ik waarom ik hem zo láát herkende. Hij had uitermate rare zomerkleding aan, een Bulgaarse korte kleuterbroek en daarboven iets wat bij die broek paste, muisgrijs van kleur, een soort speelpakje, ik heb er geen ander woord voor. Normaal stopt hij altijd om een praatje te maken, maar nu niet. En eerlijk gezegd was ik daar blij om, want ik had er iets over moeten zeggen, over die kleding dus. Ik kon echt niet net doen alsof het me niet opviel. Niet dat het een belangrijk gesprek zou worden, maar ik wist bijvoorbeeld niet hoe ik moest beginnen, vooral omdat het weer voor mij dus geen onderwerp is. `Wanneer gaan jullie weer optreden?’ is een matige opening.

 

Columns

  • Sinterklaasgedichten schrijven kan ik niet. Ze komen er wel, maar vraag niet hoe. Om in de sfeer en op tempo te komen pak ik er boeken bij van zéér rijmende dichters. Gisteren Guido Gezelle. In mijn werkkamer staat zijn verzameld werk, twee mooie banden, dundrukpapier. Ik heb er... lees meer

  • Als ik lees dat iets het gevolg is van nieuwe Europese regelgeving, denk ik meteen aan Hans van Baalen. Komt doordat hij vaak nieuwe Europese regelgeving komt toelichten. Dat doet hij alsof hem die regelgeving wordt verweten. Ik voel me er soms ongemakkelijk bij. Banken moeten b... lees meer

  • Toen ik gisterochtend las over het overlijden van Jim Delligatti, de bedenker van de Big Mac, kreeg ik er zin in. Niet in de dood, maar in een Big Mac. Best raar, want het was een uur of zes. Ik lag nog in bed en dat is wat mij betreft niet de plek om aan een hamburger te denken... lees meer

  • Wat me tot nu toe lukt is dat ik niet met een verlanglijstje in de nerveuze hand een winkel binnen loop en daar verwilderd om me heen kijk. Ik wil niet ogen als iemand die het allemaal niet leuk vindt. Voor zover mogelijk wil er gezellige dagen van maken, hoewel ik blijf zeggen... lees meer

  • Wanneer stond ik voor het laatst in de modder? Kamerlid Jacques Monasch, voorheen PvdA, richtte een nieuwe partij op: Nieuwe Wegen. Hij wil graag luisteren naar mensen `die met hun poten in de modder staan’, Als iemand poten zegt in plaats van benen of voeten, weet je dat het me... lees meer

  • Ranja komt terug, lees ik. Alleen al het woord maakt herinneringen los. Bijvoorbeeld de herinnering aan de smaak. En bij die smaak hoort zonnig weer. Ik vond Ranja niet lekker, maar dat speelde geen rol. Er waren nauwelijks alternatieven. Hoe ver terug in de tijd ga ik? Ruim vij... lees meer

  • Vrijdagavond zag ik een fragment van een televisieprogramma van Paul Witteman waarin hij zich afvroeg hoe het zat met geluk. De meeste mensen zullen daar min of meer hun hele leven mee bezig zijn.
    Ik kan me soms ontstellend gelukkig voelen, maar als ik er dan over ga praten... lees meer

  • Als ik naar de kledingwinkel ga om daar een nieuw zondags pak te kopen, loop ik er een tijdje rond en laat me misschien adviseren door een verkoper die vraagt of ik `iets speciaals’ zoek. Als ik een pak zie dat me zondags genoeg lijkt, pas ik het, met tegenzin, en als het me b... lees meer

  • Vorige week stond ik in de buurt van Amersfoort in de file. Het regende zacht. Ik reed niet eens langzaam meer, maar stond stil. Op de radio hoorde ik dat deze file een oponthoud van ruim een uur veroorzaakte. Tegen mijn humeur zeg ik dan dat het flink moet zijn en daarbij help... lees meer

  • Soms blinkt in mij het verlangen topman te zijn. Niet vaak, soms. En ook maar heel even. Maar dan ook een topman tegen wie je u zegt. Dat als ik de werkvloer op loop, men elkaar aanstoot en tintelend fluistert: “Kijk, daar komt onze topman.” Uiteraard straal ik daadkracht en opt... lees meer

  • Gelukkig zijn er soms berichten waaraan alles leuk is. Ik lees dat een oogarts uit Utrecht samen met zijn dochter (14)  92 films van Stan Laurel en Oliver Hardy heeft bestudeerd. In die films komen situaties voor waar iemand bij wijze van aanval of bestraffing een vinger in het... lees meer

  • Van vorig jaar ben ik niet zeker, maar het jaar daarvoor had al een keer of wat Sinterklaas gespot. Ik was vooral gebrand op een Sinterklaas met wie iets mis was. Beetje dronken, vallend, verdwaald. Ik weet niet waarom me dat zo bevalt. Misschien is het iets van vroeger, ja, ik... lees meer

  • Op het congres van de VVD heeft onze premier de heer Buma een pruilende peuter genoemd. Hij zei dat hij hem niet zo zou willen noemen, maar door dat te zeggen, noemt hij hem wel zo. De zaal vol VVD’ers had dat heus wel in de gaten en lachte enthousiast.

  • We hebben met veel instanties te maken. En soms wil je ermee in gesprek. Of willen, nee, dat is niet het woord, je moet het. Ik zie er altijd tegenop, omdat ik weet dat ik dadelijk een lange weg te gaan heb. Maar wat ik al zei, soms moet het.

  • Er zijn van die oude gebaren die ik kwijt ben, maar die er ineens weer zijn. Ik loop door de stationshal van Arnhem en zie een jonge vrouw die monter uit een trein stapt. Ineens komt er iets traags in haar gang, ze staat ze stil, alsof er iemand tegen haar aan duwt, en dan ja: z... lees meer

Pagina's