Alledaagse karweitjes wil ik altijd zo snel mogelijk gedaan hebben. Houdt de geest opgeruimd. Vuilniszak buiten zetten bijvoorbeeld. Weg is weg. Hier kan dat niet meteen voor de deur, moet naar een verzamelpunt op de hoek, klein eindje lopen. Ik doe het graag zo vroeg mogelijk op de dag. Kan voorkomen dat je bij dat verzamelpunt met iemand moet praten. Niet erg, maar op dat tijdstip ben ik nog introvert. Bovendien vind een berg vuilniszakken geen inspirerend decor bij een gedachtewisseling.
Interessant dat veel hoger opgeleiden niet horen bij de 700 duizend sporters die na corona zijn afgehaakt. Veel jongeren tussen 13 en 18 wel. Die hebben geen zin in regelmatige training en verplichtingen als wedstrijden. Beetje verontrustend. Ik denk aan een reclamespotje waarvan ik niet weet waarover het gaat, dat eindigt met de slogan `Beslissers van morgen maken vandaag het verschil.’ Ik geef toe dat ik het niet helemaal begrijp, wat komt doordat ik me altijd afvraag wat er bedoeld wordt met het verschil maken.
`Ja, goedemorgen zonder zorgen!’ roept de glazenwasser als ik hem goedemorgen heb gewenst. Het is nog vroeg op de dag, hij staat in de tintelende ochtendzon zijn werk te doen. Op een ladder mag niet van de overheid, hij heeft een lange stok met aan de bovenkant een wasborstel. Het water spat vrolijk alle kanten op. Het is net alsof de kleine wereld waarin we elkaar goedemorgen hebben gewenst, ook schoner wordt.
Goed en ook pijnlijk haar naam weer eens tegen te komen, mevrouw Khadija Arib, oud-Tweede Kamervoorzitter. Beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag verdween ze van het toneel. Haar eigen keuze, ze was te gekwetst om nog te kunnen functioneren. Er waren anonieme klachten gekomen, bij wie ook weer? Er werd een onderzoek ingesteld, wie waren de onderzoekers ook alweer? En toen? Niets.
`Even horen hoe het met je gaat.’ Soms valt alles samen. Nou ja, alles? Véél: ik zit een artikel over telefoonangst te lezen, dat je zelfs een cursus kunt volgen als je over die angst heen wilt komen, en dan gaat de telefoon: `Even horen hoe het met je gaat.’ Ik probeer zo min mogelijk te telefoneren, maar geloof niet dat ik telefoonangst heb. Het is iets anders, weerzin, irritatie, soms vreemde woede, ik heb er geen woord voor.
Net als vorig jaar word ik in deze eindexamentijd niet meer lastiggevallen door angstdromen die zich min of meer levenslang hebben voorgedaan. Dromen waarin ik tijdens het examen niets maar dan ook niets meer wist, niet eens hoe ik heette of wat ik daar deed. Of de functionaris van het Ministerie van Onderwijs die midden in de nacht aanbelt en te kennen geeft dat na al die jaren duidelijk is geworden dat ik destijds gefraudeerd heb en nu alles moet overdoen: `Nu meteen. We laten ons niet weer in de maling nemen, meneertje. Nee, we hoeven ons niet aan te kleden.
Afgelopen dagen hoorde ik in radiospotjes de vraag: `Wat deed jij tijdens de Koude Oorlog?’ Mij was nieuwe belangstelling ervoor ontgaan, maar misschien heb ik niet goed opgelet, wat ik aan het begin van de Koude Oorlog ook niet deed. Als kind in de jaren van de wederopbouw had ik mijn handen vol aan opgroeien.
Eerder deze keek ik het voor de zekerheid een paar keer na, maar morgen is het toch echt Moederdag. Normaal word je door advertenties gewaarschuwd dat het weer zover is. Je leest wat er te koop is `voor de allerliefste moeder’. Dat stoorde me altijd fel, dat getut over de allerliefste moeder. Veel moeders zijn de allerliefste moeder, maar de typering verschraalt als die commercieel uitgebuit wordt.
Al vaak probeerde ik het te begrijpen, maar het lukt niet. Paar dagen geleden scheurde ik een foto uit een krant. Daarop zijn wetenschappers in witte jassen te zien. Ze hebben stokjes vast waarop stukjes vlees geprikt zitten. Een ruikt er secuur aan, de andere praat erover tegen weer een ander die er geheimzinnig naar wijst, naar zo’n stukje vlees dus.
Als je niet graag over het weer praat, heb je het best moeilijk. Bijna iedereen wil dat. Ik probeer dat te begrijpen en dat doe ik natuurlijk ook, maar met dat begrip kan ik niets. Er is wel onderscheid tussen goed en slecht weer, als gespreksonderwerp, bedoel ik.