Waar ik nog nooit van gehoord had, maar inmiddels min of meer alles over weet, is een speelvoorziening voor kinderen die `Jumpsquare’ heet. Raar weer dat Engelse woord. `Springplein’ kan ook, is enorm duidelijk. Vorige week begeleidde ik twee herfstvakantieactiviteiten, de film met in de hoofdrol gele wezentjes, Minions genaamd, en een bezoek van ruim een uur aan het springplein. Van beide evenementen moet ik nog een beetje herstellen, het intenst van het springplein.
Maand geleden zat hier aan de keukentafel een schilder die we gevraagd hadden voor de achterkant van het huis. Daar heeft hij even hoofdschuddend naar gekeken om daarna ruim een uur over zichzelf te spreken. Mensen die het uitsluitend over zichzelf hebben, verdraag ik steeds moeilijker, maar ja, om een schilder binnenboord te houden, doe ik veel water bij de wijn.
Jeremiëren is een woord dat ik nooit gebruik, terwijl ik wel weet wat het betekent en het ook wel iets moois vind hebben. Zaterdag kwam het aan de orde in het Sonnenborgh Museum in Utrecht. Daar valt van alles te beleven over sterren en planeten. maar die dag was er een bijeenkomst van een genootschap dat zich bezighoudt met de avonturen van Kuifje, het Hergé-genootschap. Ben ik lid van.
Een van mijn medesporters op de fitnessclub is een banketbakker in ruste. Een befaamd banketbakker. Zijn kroketten hebben landelijke bekendheid. Ik hoor hem daar graag over spreken, bijvoorbeeld over de bereiding van kaaskroketten, wat geen simpele gang van zaken is. Wanneer hij uitlegt hoe het gaat, kan ik niet wachten.
Nog steeds ben ik een groot liefhebber van bioscoopbezoek. Blijft toch iets anders dan `op de bank met filmpje’. Film in de bioscoop is nooit een filmpje. Alleen daarom al.
Stel ik dat ik een column stellig beweer dat deze krant wordt volgeschreven door Smurfen, ben benieuwd wat er dan gebeurt. Misschien komt er een mail van een lezer waarin staat dat de journalisten van De Gelderlander er wel degelijk uitzien als gewone mensen, in ieder geval niet als Smurfen. Ik reageer meteen fel dat ik dat ook wel weet, maar dat sommige Smurfen zich heel goed kunnen vermommen. Later kom ik daar nog op terug: “Nee, de journalisten zijn geen Smurfen, ze vertalen gewoon alles wat de Smurfen in de krant willen hebben.”
Gesprek ging ineens over rijvaardigheden, wat nooit gebeurt. Saai onderwerp dat misschien niet onbelangrijk is. Eén keer veroorzaakte ik een aanrijding, op een bijna leeg parkeerterrein. Was net alsof dat moest gebeuren, dan had ik dat tenminste gehád. Ik praat er niet graag over.
Tijdens het verlaten van de sportschool zei mijn bevriende buurman, wijzend op een welbespraakte, vrolijke medesportster: “Zij heeft de wuppies bedacht.” Ik moest bekennen dat ik niet wist wat wuppies waren. Zoiets kost me moeite. Graag weet ik zoveel mogelijk over nutteloze zaken. Ik voelde immers dat wuppies in dat segment vielen.
Hoeveel coronavaccinaties heb ik nu gehad? Drie, vier? Raar dat ik het ineens niet meer weet. Ja, telkens kreeg ik een registratiekaart en daarop staat dat je die goed moet bewaren. Met een uitroepteken erachter. Doe ik dan natuurlijk meteen, maar zo goed dat ik die daarna niet meer kan vinden. Ik behelp me met de geruststelling dat ze ergens in huis liggen.
Kinder- en jeugdpsychiater Marja van ’t Spijker zegt dat ouders tijdens de herfstvakantie hun telefoon minder moeten gebruiken in bijzijn van hun kind. Ze moeten `echt contact’ maken. Als dat niet gebeurt, kunnen die kinderen daar later last van krijgen. En op het moment zelf, neem ik aan, en niet alleen tijdens de herfstvakantie.