Heb het vaak gezegd: in de vroege ochtend vragen kleine dagelijkse gebeurtenissen intenser om aandacht dan een paar uur later misschien het geval is. Alles lijkt zichtbaarder, ieder geluid is beter te horen. Zelf bezie je alles met een andere concentratie, alsof je gevoeliger bent voor wat zich om je heen voltrekt. Soms kan ik vaag nerveus wakker worden, maar als ik even later in de stilte van de prille dag loop te mijmeren, wordt mijn stemming meteen lichter.
In 2030 moet iedere leraar die voor de klas staat, bevoegd zijn. Vast een uittekende ontwikkeling, maar al levenslang kan ik zo nu en dan nadenken over het woord `bevoegd’. Eind jaren zeventig was ik kortstondig werkzaam in het hoger beroepsonderwijs. Ik gaf het vak schriftelijke taalvaardigheid.
Sinds dinsdag ligt op mijn bureau een lijstje van tien woorden waaruit we het Woord van het Jaar mogen kiezen, woorden die dit jaar (even) gangbaar zijn geworden. Geen van de tien onthield ik en nu ik ze opnieuw lees, vind ik geen van alle interessant. Ik weet zelfs niet eens wat `boektokken’ is. Heb het ook niet opgezocht. Zelfde geldt voor `emojibaby’, geen idee. Ook een vraagteken achter `bofbelasting’, hoewel er een vermoeden wakker wordt.
Dus. Altijd een link woordje: dus. We zeggen het te snel en als we er goed over nadenken is er helemaal niet zo veel `dus’. Ik ben er dus een groot voorstander van dat er na pakjesavond en de dag erna (Sinterklaas vertrekt dan onzichtbaar) een korte pauze is, laten we zeggen een week, dit jaar tot 12 december. Even niets in de sfeer van dagen die we zo automatisch feestdagen noemen. Er zijn er al genoeg.
Wegopbrekingen in de natte duisternis van de vroege ochtend hebben iets alarmerends, ja onheilspellends. Zeker in een smalle straat zoals hier om de hoek. Flikkerende felle lampen, kleine bulldozers en graafmachines met een vinnige uitstraling, schreeuwende mannen. Gisteren op weg naar de fitnessclub moest ik er langs, wat nog net kon.
In de kaaswinkel (tevens noten & diverse specialiteiten) is het druk. Aan de eigenaar is goed te zien dat het tafereel voor zijn toonbank hem bevalt. Zijn rode wangen stralen. Wanneer ik heb afgerekend en hij heeft gezegd dat ik dat pico bello heb gedaan, roep ik met een zwaaibeweging “Merci!” en ga op weg naar de uitgang. De eigenaar is nog niet klaar met me: “Ja, wat hebben we van hem genoten zaterdag!” Even vult mijn hoofd zich met een groot, wollig vraagteken, maar dan snap ik dat mijn `Merci’ klonk als `Messi’, de Argentijnse topvoetballer.
Zoals bij veel mensen was het bij ons gisteren pakjesavond, hoewel ik een voorstander ben van de datum die ervoor staat, maar ja, ik vorm geen meerderheid. Wanneer ik dit schrijf moet het allemaal nog beginnen. Het is onrustig in huis. Dadelijk geef ik de buurman instructies met betrekking tot het afleveren van de zak. In onze familie is nog één gelovige en we behandelen hem met diep respect.
Door mooie emoties van een ander kan ik meteen bevangen raken. Ineens kom ik een filmpje terecht zonder dat ik in de gaten heb hoe dat ging. Toevallig iets aangeklikt in de mail en daar is het filmpje, Qatar, feestende fans van het Nederlands elftal, en dan is er een taxichauffeur, een man uit India die blijkbaar in Qatar werkt. Hij heeft ook een oranje shirt aan. De verslaggever vertelt dat de man al jaren een liefhebber is van Nederlands topvoetbal en dat hij dadelijk enorm verrast zal worden. Ah, denk ik dan, dat zal mij vast ook raken.
Het is te hopen dat je zelf mag weten of je `moedermelk’ of `mensenmelk’ zegt. En als ik iemand die zich in het verzet buitengewoon moedig gedragen heeft, een verzetsheld vind, noem ik hem of haar verzetsheld. Misschien is dat wel hetzelfde als `verzetsmens’. Dat laatste moet je nu zeggen en daar kun je over nadenken. Je kunt bijvoorbeeld beweren dat iemand die zich sterk verzet tegen onderdrukking, in woord en daad, altijd een held is en dat dat zo vanzelfsprekend is dat die heldhaftigheid al zit in `verzetsmens’.
Vorige week maandag, een uur voordat we gingen zitten voor de eerste wedstrijd van het Nederlands elftal, viel de stroom hier in de straat uit. Dan denk je: zal zo wel opgelost worden. Werd het niet. Pas laat in de avond deed alles het weer. Het internet lag er tot dat moment ook uit. De wedstrijd keek ik op mijn tablet, wat alleen maar kon via mijn mobieltje, wat ik niet snap, maar dat hoeft ook niet.