Het eerste woord waaraan ik een hekel had, was `vlees’. Diep in mijn kindertijd dus. Kwam natuurlijk ook doordat ik er niet van hield. Met dierenleed had het toen nog niets te maken. Vond het zo’n lelijk woord dat ik het alleen maar met tegenzin uitprak. Uitzondering was Oma Vle... lees meer
In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Bewegen
Van sommige Bekende Nederlanders is het maar vaag helder waaróm ze bekende Nederlanders zijn geworden. Meestal zijn die ook op geheel eigen wijze ontzettend irritant. Bijvoorbeeld Erik Hulzebosch. Ergens in de tweede helft van de jaren negentig won hij net niet de Elfstedentocht en sindsdien is hij onvermijdelijk. Waarom? Omdat hij zeer plat, bijna onverstaanbaar praat, maar wel een grote mond heeft en meningen waarmee niemand iets kan. Blijkbaar is dat grappig. Ik zag hem deze week in het televisieprogramma Het gevoel van de Vierdaagse. Hij voerde gesprekjes met wandelaars. Nou ja, gesprekjes, daar ging het eigenlijk niet om, het ging vooral om Erik Hulzebosch die deed waarom hij bekend is: raar plat praten. De makers van het programma wilden de uitzending iets extra’s geven. Vandaar. Gelukkig hadden ze ook de Nijmeegse professor Maria Hopman uitgenodigd en tot mijn opluchting niet Erik Hulzebosch bij haar neer gepleurd. Maria Hopman weet alles van gezondheid en ook van de Vierdaagse. Als zij aan het woord is, spits ik altijd de oren. Ze zei iets wat ik al wist, maar wat ik niet vaak genoeg kan horen: we moeten minstens een halfuur per dag bewegen. Deelnemers aan de Vierdaagse doen dat uiteraard, maar als buitenstaander werd je er nu ook bij betrokken. Ik weet zeker dat ik doe wat Maria Hopman zegt, dus een halfuur per dag bewegen, en als ik en trap oploop en denk `zo, dat was weer een minuut’, gooi ik er meteen een schepje bovenop en neem die trap nog een keer. Meer dan anders ben ik graag goed bezig.
Columns
-
-
Vroege zondagochtend. Ik sta voor het huis, in popelend daglicht. Er nadert een vrouw op een fiets. Ze heeft een witte zomerjurk aan, ze heeft haast. Op haar rug draagt ze een cello, niet los en onbeschermd natuurlijk, nee, in een glanzende zwarte cellokoffer, enorm groot ding.... lees meer
-
Met sommige vragen moeten we ophouden. Sterk voorbeeld: “Hebben we er zin in?” Je staat op het punt iets bijzonders te doen of mee te maken, bent daarom ook op een prettige wijze vaag uit je doen, en dan moet je reageren op: “Hebben we er zin in?”
Bedoeling is dat je antwoo... lees meer -
Gisteren stopte er ineens een vrachtwagentje van de gemeente in de straat. Twee mannen laadden met haastige tegenzin materiaal uit waarmee een straat of een gedeelte van een straat kan worden afgesloten, alles rood-wit van kleur. Wat nu weer, dacht ik. Sommige gedeelten van de s... lees meer
-
Terugkoppelen. Ik weet dat het woord bestaat, maar geloof dat ik het nu voor het eerst heb opgeschreven. Ik zeg het ook nooit, terwijl ik niet weet of ik een leven leid waarin nooit eens iets teruggekoppeld moet worden. Vast wel.
-
Wanneer het begon, weet ik het niet meer, maar ineens waren ze er, vriendelijk ogende boekenkastjes ergens in een straat, met daarin boeken die je gewoon mag meenemen. Monter stemmend verschijnsel. Troostrijk op dagen die maar niet op kleur kunnen komen.
-
Natuurlijk mag ik niet uitgaan van mijn eigen omgang met regels, maar het moeten er volgens mij niet te veel zijn. Veel te veel regels zorgen ervoor dat je nauwelijks meer nadenkt over je gedrag. Daardoor ga je steeds minder over álles nadenken. Je karakter kan er behoorlijk van... lees meer
-
Het meeste hevige nieuws dat ik in kranten lees, kan me lang bezighouden. Soms lees ik het vaker dan één keer, niet omdat ik wat ik eerder las vergeten ben, maar omdat veel, steeds meer gebeurtenissen slechts met moeite te bevatten zijn.
-
Mijn moeder overleed zes jaar geleden. Ze was negentig, wat ze een mooie leeftijd vond. Dus al zes jaar heb ik niets meer met Moederdag. Daarvoor trouwens ook niet, want mijn moeder vond het een onzinnig feest. Misschien is feest niet het goede woord, de bedoeling is dat moeders... lees meer
-
Op de hoek passeer ik twee mannen, ouder dan ik en blozend boos. Toen ik hen naderde hoorde ik al dat ze het met veel oneens waren. Aan sommige mensen is dat ook sterk te zien. Uit alles spreekt afwijzing, hoe ze bewegen, hoe hun mond staat, hoe ze kijken, niet is goed en zij ku... lees meer
-
Kinderen van ouders die de oorlog meemaakten, zijn inmiddels ook behoorlijk oud. Graag denk ik aan de eerste Bevrijdingsdagen van mijn leven. Ik zal een jaar of vijf zijn geweest toen het goed tot me doordrong wat er op 5 mei gevierd werd, late jaren vijftig.
-
Vorige maand kwamen er voor het huis hiernaast twee kleine monumentjes voor een echtpaar dat in de oorlog uit hun huis werd gehaald door de nazi’s. Het zijn twee struikelstenen, `Stolpersteine’. Ze zijn nog op te weinig plekken in Nederland te zien, bakstenen waarvan de bovenkan... lees meer
-
Zelf heb ik nooit bij- of omscholing overwogen, maar ik snap het belang van het aanbod. Stond ik weer eens bij stil tijdens het lezen van een interview met Karien van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ze heeft al een tijdje een potje waaruit mensen een schol... lees meer
-
Gisteren was het én de Dag van de Arbeid én de Internationale Dag van de Lach. Jammer dat het zondag was, maar ik geloof dat de lachdag altijd op de eerste zondag van mei is. De maandag is veel meer een dag voor de Dag van de Arbeid, de week begint, we gaan aan het werk.
-
Vaak ben ik deze column begonnen met dat ik in mijn werkkamer uitkijk op een binnenplaatsje waar niets gebeurt, wat maar goed ook is, want in mijn hoofd gebeurt al genoeg.