In de televisieserie Swiebertje van lang geleden, speelde ook een veldwachter een belangrijke rol, Bromsnor genaamd. Uitstekende naam, niemand in mijn omgeving zei: wie héét er nu zo? Eerlijk gezegd keek ik vooral vanwege hem. Zijn omgang met regels en gezag vond ik fascinerend.... lees meer
In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Piekfijn
Nog steeds heb ik ook een vaste lijn. Zo heet dat: vaste lijn, een ouderwets telefoontoestel met een draad eraan, aangelegd door een monteur die zei dat `alles piekfijn in orde’ was toen hij zijn werk had gedaan. Die woorden gonsden die dag dikwijls aangenaam door me heen, piekfijn in orde. Graag wil ik dat zelf ook zijn, maar ik besef heus wel dat er nog een lange weg te gaan is. Ik ben ook benieuwd hoe ik me voel als ik die `staat van zijn’ heb bereikt. Wat me ook interesseert is hoe ik die dan in stand ga houden. Waarschijnlijk wordt er in mijn omgeving dwingend de moeilijkste vraag van alle vragen gesteld, namelijk: `Is er iets?’. Uiteraard voel ik me dan meteen minder piekfijn in orde. Goed, de vaste lijn. Daar gaat het nu over. Daar word ik bijna nooit meer op gebeld. Eigenlijk alleen nog maar door mensen die iets van me willen wat ik niet wil, een abonnement op een onduidelijke voorziening, een fantastische begrafenis, dat soort dingen. Ik neem maatregelen tegen dat gebel, maar die helpen niet. Dus als het ouderwetse telefoontoestel gaat (zo heet dat nog altijd: de telefoon gaat), ben ik onmiddellijk geïrriteerd. Als ik dan iemand aan de lijn krijg die niet iets van me wil wat ik niet wil, maar een vriend of kennis, vraagt die: `Is er iets?’ Maar meestal moet ik dus plechtig zeggen dat ik geen tijd heb een aanbod te bespreken en vervolgens verbreek ik woedend de verbinding. Van die woede heb ik daarna minstens een uur behoorlijk last. Ik wil immers zo min mogelijk woedend zijn. Daar heb ik recht op.
Columns
-
-
Het is een vooroordeel, min of méér, ik weet het: ik schrijf hier vaak dat je als fietser het meest moet uitkijken voor mannelijke medefietsers die een rugzak om hebben, een koptelefoon op en een hoofd dat kaal is geschoren of bijna kaal. Als het even kan, rijden die je het fiet... lees meer
-
Mooi scrabblewoord, zeggen we dan: laadpaalklevers. Maar je kunt het nooit in één keer leggen. Ik kan me wel de spanning voorstellen wanneer er `laadpaal’ ligt en je `klevers’ op je dingetje hebt staan en nog niet aan de beurt bent. En als het eenmaal zover is, voeg je de letter... lees meer
-
Ook al beweer ik van niet, ik kijk natuurlijk soms naar praatprogramma’s. Rond middernacht pak ik mijn tablet en snel ik er doorheen. Als ik dan iemand zie die ik graag aan het woord hoor, kijk en luister ik even. Tijdens die rondgang staat het geluid uit, want zelfs het lichte... lees meer
-
Vorig week donderdag overleed in New York de Nederlandse fotografe Jacqueline Hassink. Ze was pas 52 en ernstig ziek. Van haar laatste project had ik gehoord, maar ik had er nog niets van gezien. Het is een boek en een tentoonstelling met de titel Unwired.
Daarvoor... lees meer -
We kennen het wel, dat we zeggen: “Ik hoef er niks over te horen, ik zie de foto’s wel.” Had ik met het VVD-partijcongres afgelopen weekend. Natuurlijk hoorde ik er wel iets over en als je dat allemaal serieus neemt, word je er optimistisch van.
-
Het Voedingscentrum wil dat Echte Mannen minder vlees eten. Dan doen Echte Mannen immers: grote hoeveelheden vlees eten. Daarom heet een Echte Man een masculiene carnivoor. Vind ik nogal wat als je dat van jezelf denkt, bijvoorbeeld voor de spiegel, dat je dan dus vaststelt dat... lees meer
-
Niet ondenkbaar dat ik me volgend jaar op deze maandag afvraag of ik me herinner dat het de afgelopen dagen Black Friday was, een vrijdag die drie dagen duurde. En waar je niet onderuit kwam, als je deelnam aan het dagelijks leven, wat de meeste mensen deden. Toch ben ik er niet... lees meer
-
Nederland is een land vol beroering, steeds meer náre beroering, maar ook beroering die alleen maar opmerkelijk is. Van dat soort beroering kan ik houden, hoewel die helaas niet altijd tot me doordingt, terwijl ik toch popelende voelsprieten heb.
-
Als vrienden hier komen eten en ik kook, weten ze dat ze niet dineren zoals ze nog nooit gedaan hebben. Wel dat ik mijn best doe. Ik hoop althans dat ze dat denken, want dat doe ik. Meer kan ik niet. Ik zeg niet `mijn stinkende best’, want van die uitdrukking houd ik niet, ook o... lees meer
-
“Zullen we even naar het afrekenpunt gaan?” Een medewerkster van de supermarkt vraagt dat. De winkel is vorige week verbouwd. Er zijn minder kassa’s met echte mensen erachter, maar wel vier nieuwe kassa’s met een scanner. Daar kun je het zelf regelen. Zeg maar: contactloos. ... lees meer
-
Tijdens zijn werkzaamheden spreekt mijn kapper altijd intens over de werking van de menselijke geest. Ik kom al zestien jaar bij hem en ben inmiddels thuisgeraakt in gebieden tussen hemel en aarde waarvan ik eerder geen weet had. Jij verlaat zijn zaak altijd met minder haar, maa... lees meer
-
Het woord kom ik soms nog tegen, maar het is alleen maar een woord. Natuurlijk, het stáát voor iets, maar ik heb er verder weinig mee. In mijn kindertijd was dat anders: lunchroom. Mijn moeder ging er weleens heen. Aan het einde van de ochtend. Daar ontmoette ze een vriendin, me... lees meer
-
Soms hoor je iets met een half oor. Ik had dat eergisteren tijdens het journaal van 8 uur. Het ging over stress bij peuters en kleuters. Daarvan was wel degelijk sprake en we moesten dat niet onderschatten.
-
Als iemand belooft voor `rust in de tent’ te zorgen, is waakzaamheid geboden. Je noemt een plek of een organisatie niet voor niets `een tent’. Op een kampeerterrein of in de stilte van de vrije natuur is een tent een voorziening die veel mensen ontspanning biedt (om heel veel re... lees meer