De verkiezing van het Woord van het jaar ging niet door omdat er herrie door ontstond. In de NRC las ik wel een lijst van woorden die erbij kwamen in het jaar dat bijna voorbij is. Sommige waren ook genomineerd voor het Woord van het Jaar. Net als in het lijstje voor die verkiezing valt het me nu weer op dat er maar één is met een aangename betekenis.
Best vaak denk ik vragend: hoe deed ik, hoe deden we het toen toch? En met toen bedoel ik nog niet zo lang geleden. Onbelangrijk voorbeeld dat bij deze dagen hoorde: eerste kerstdag ben ik vroeg uit de veren vanwege een fors project, Het Zelf Maken Van Mayonaise. We hadden allemaal een onderdeel van het kerstdiner op ons genomen en ik beloofde een ouderwets voorgerecht. Iedereen begon nostalgisch te spinnen: garnalencocktail.
Altijd hartverwarmend woord gevonden: kerstavond. Meestal waren het ook avonden die een zacht plekje in mijn herinneringen hebben. Sommige mislukten, wat niet aan de avond of de traditie van de avond lag, maar aan mij. Wat er mislukte, weet ik niet meer, verdrong ik uit respect voor wat kerstavond kan zijn, voor mij altijd het begin van de innigste dagen van het jaar. Ik zeg niet de mooiste, want dan denk ik popelende ochtenden in de lente of gouden herfstdagen.
Op het einde van het jaar krijg ik weer een woord cadeau dat ik niet kende: dubbeldippen. Ik kwam het tegen in een artikel over het nut van kerstborrels. Mensen die daar geen zin in hebben, moeten er toch heen, begrijp ik.
Een van de hoofdpersonen in de avonturen van Kuifje is professor Zonnebloem, verstrooid zoals het een geleerde betaamt, in veel opzichten geniaal, hij bouwde een raket die naar de maan ging, en gezegend met een puik humeur. Hij zorgt voor belangrijke verhaallijnen in de reeks en ook voor humor. Laatste komt vooral door zijn hardhorendheid. Die lijkt hem zelf niet in de weg te zitten. Hij denkt monter alles prima te verstaan en geeft op alle vragen antwoord, maar het gebeurt zelden dat die antwoorden iets met de vraag te maken hebben.
Wat ik altijd beroerd vond, was op mijn verjaardag te worden gebeld door bijvoorbeeld een tante die na haar felicitaties vroeg wat ik allemaal gekregen had. Ging ik dan opsommen en bij ieder cadeau had de tante wel een vraag of commentaar. Waren van die gesprekken die ik al wilde vergeten terwijl ze nog gaande waren. Ja, doodlopende opsommingen.
Tegen kerstmuziek heb ik geen bezwaar, wel aan te veel ervan. Op de fitnessclub vind ik het prima. De hoofdcoach is er consequent in. Rond Pasen klinkt er de Matthäus Passion, wat op geen enkele andere sportclub het geval zal zijn, en nu kerstmuziek. Sommige sporters hebben daar bezwaar tegen, maar de hoofdcoach zegt daar niets mee te maken te hebben. Die woorden spreekt hij luid uit. Wanneer iemand in de klacht volhardt, moet die langer op de loopband dan anders, terwijl die band ook nog in de hellingstand komt te staan.
Gekkenhuis! Na de waarschuwende woorden van de heer Rutte is het dat in de Prepshops: gekkenhuis! Aan het woord `Prepshop’ moet ik wennen, het klinkt enorm benauwend, maar misschien is dat onbedoeld de bedoeling. Je kunt er van alles kopen voor noodsituaties die steeds dreigender worden. Ik probeer er luchtig over te doen, want dat zit nu eenmaal in me. Neemt niet weg dat hier al drie overlevingsmiddelen in huis zijn: de met de hand oplaadbare radio, waterreinigingstabletten én een fluit. Nogmaals: ik probeer er luchtig over te doen.
Lijkt me sterk dat ik als kind enorm geïnteresseerd was als ouderen vertelden over iets wat bij hun tijd hoorde en nu niet meer aan de orde was. Had vaak met ontberingen te maken. Groot woord, ontberingen, maar zoiets. Bijvoorbeeld: “Er was toen alleen maar koud water in huis.” Gevolgd door schepje er bovenop: “We wisten niet eens wat een douche was!” Voor de goede orde: ik was kind in de jaren vijftig. Het werd altijd een beetje verwijtend gezegd, alsof je belachelijk verwend werd met een douche waaruit warm water kwam.
Nog een dikke week, maar ik heb het gevoel dat ik me intenser dan andere jaren op de kerstdagen moet voorbereiden. Wordt steeds meer een project dan een feest. Als ieder jaar sprak ik ook mensen die er he-le-maal niets aan doen. Ze zeggen er dan bij: “Lekker rustig.” Kan ik nog hebben, maar niet: “Gewoon een stamppotje. Tweede dag iets van de Chinees.”