In een stuk of drie radioprogramma’s hoorde ik het de afgelopen dagen over Schiphol gaan. Dat de boel langzaam weer op orde aan het komen is, natuurlijk niet álles, maar dat kan ook niet, er worden hoe dan ook veel karren getrokken, neuzen staan dezelfde kant op en overal worden schouders onder gezet. En telkens werd erbij gezegd dat we ons over de meivakantie geen zorgen hoeven maken. Dan loopt alles zoals we willen dat het loopt.
Het schilderen van het huis is een project dat al ruim een jaar in een theoretische fase vastzit. Van diverse bedrijven zijn er al schilders op bezoek geweest, praatgrage mannen met een intense behoefte aan koffie en stuurse standpunten over hoe het moet gaan in onze samenleving. Daarover praten ze dan een uur en met de belofte snel `een financieel plaatje’ te sturen nemen ze warm afscheid om vervolgens nooit meer iets van zich te laten horen.
In alle kranten stonden gisteren foto’s van het bezoek van onze premier aan president Biden. Minister Wopke was er ook bij, maar die had zich aan de fotomomentjes onttrokken en misschien moet je zeggen: zo hoort het ook, want het is vooral de premier die zich in de nabijheid van de machtigste man op aarde bevindt.
We liepen naar school, mijn vriendje en ik, twee jongens van een jaar of tien. Het was een warme dag in de vroege zomer, zonlicht prikte in onze ogen. Er was geen enkele aanleiding, hij zei het ineens zomaar: “Gina.” En ik vulde aan: “Lollobrigida.” Misschien kwam die achternaam er wat minder makkelijk uit dan ik die nu opschrijf, het moet in één keer, een snelle zucht, een woord vol geheimzinnige beloften die als vlinders naar in het licht dansen. Hij zei het nog een keer, ik ook. Daarna waren we een tijdje stil.
Laat ik nu eens goed opletten, nam ik me gisteren voor. Wat maakt Blue Monday nu precies Blauw? Nou ja, precies, het valt natuurlijk niet te zeggen hoe precies.
Aan het weer wil ik nooit veel gedachten en woorden besteden. Het is er en daarmee moet je het doen, klaar. Toch dacht ik zaterdag: lang geleden dat ik in zo’n natte dag verzeild ben geraakt. Een gedachte waarvan ik ook niet wist wat ik ermee aan moest. Daarom leek het me een goed idee een staatslot te kopen en mijn oude in te leveren. De aardige mevrouw van de rookartikelenwinkel controleert dat en haast nooit val ik met dat lot in de prijzen. Ja, soms win ik een schamel bedrag waarvoor ik een nieuw kan kopen.
Gelukkig niet al te vaak, maar soms hoor ik iemand zeggen: “Ik ben eigenlijk een heel gek mens.” Meestal is het een vrouw. Dit zeg ik niet met discriminerende bedoelingen, het is nu eenmaal zo. Misschien komt het doordat een vrouw eerder dan een man in de gaten heeft eigenlijk een heel gek mens te zijn. (Ik probeer het woord `eigenlijk’ te vermijden, maar dat gaat niet altijd.)
Er zijn mensen aan wie je pas weer denkt als ze zijn overleden. Eerlijk gezegd dacht je dat ze al lang dood waren. En wat je dan denkt, weet je ook niet precies. Paar dagen geleden overleed de laatste koning van Griekenland, Constantijn. Zo iemand dus. Hij was maar even echt koning, terwijl hij zich toen hij was afgezet in 1967, altijd zo bleef noemen, wat natuurlijk consequent is.
Het zal vast onderzocht zijn of die campagnes van de Stichting Ideële Reclame (Sire) effect hebben. Ik neem er altijd met instemming kennis van. Ze gaan bijna altijd over omgangsvormen en daar kunnen we niet vaak genoeg op gewezen worden. De meesten van ons willen immers beschaafd zijn, in ieder geval doen alsof. Maar ja, werken die acties?
In een toprestaurant zal de ober (gastheer?) niet vragen: “Bent u bekend met ons concept.” Ik deins trouwens altijd onzichtbaar terug bij het horen van het woord `concept’. Automatisch zeg ik dat ik niet mee bekend ben, ook al meen ik aan de ober te zien dat hij me zich herinnert van een vorige keer en zijn best moet doen me niet al te diep te minachten omdat ik het concept vergeten ben. Maar ja, kan gebeuren. Soms tuimelen de concepten in mijn hoofd over elkaar.