Soms kost het moeite, maar ik heb geleerd niet meteen alles op te zoeken als ik iets niet weet of ergens niet op kan komen. Is zo makkelijk en efficiënt: tijdens het natafelen vraagt iemand hoe de hoofdstad van Albanië ook alweer heet. We pakken ons mobieltje en raadplegen google of een andere informatiebron. Binnen een paar seconden roepen we in koor: “Tirana!”
Altijd een uitstekend woord gevonden: onstuimig. Staat voor moeilijk beheersbare dynamiek en in mijn gedachten hangt er niets negatiefs omheen, niet alles hoeft beheersbaar te zijn. Zelf ben ik graag in een onstuimige stemming, terwijl ik niet weet of iedereen dat op prijs stelt. Maakt verder niet uit, in een onstuimige stemming kan ik heel goed in mijn eentje zijn.
Als je wat wilt veranderen, moet die verandering wel een verbetering zijn. In onze familie vieren wij vanavond pakjesavond. Op 5 december heeft iedereen het druk en ik ben, geloof ik, de enige die vindt dat je die avond niet iets anders te doen moet hebben. Maar goed, het feest gaat toch door, dus een dag eerder. Ja, hier blijft het een feest en tot nu toe heeft na afloop nog nooit iemand gezegd: “Volgend jaar moet het helemaal anders.”
Weer tuimelde het woord `beleving’ over tafel. Ik kwam het tegen in een stuk over fysieke winkels, wat ik nog steeds een vreemde aanduiding vind, maar bedoeld wordt de winkels met een deur en toonbank of balie met daarachter iemand die vraagt of hij je kan helpen. Die winkels hebben het moeilijk, want we zitten graag achter ons scherm van alles te bestellen.
Regelmatig, véél te regelmatig krijg ik digitaal de vraag of ik mijn mening wil geven over een restaurant waar ik heb gegeten, een theatervoorstelling die ik heb bezocht, een hotel waar ik heb geslapen, service die een bedrijf heeft verleend en ga zo maar door. Er staat altijd bij dat mijn mening belangrijk is en dat ze daarvan iets leren. Ik moet me dan natuurlijk gevleid voelen, maar die zachte sensatie heb ik niet, want het is onzin.
Het is mijn kop in het zand steken, ik weet het, maar artikelen over gezond voedsel sla ik meestal over. Ik doe mijn best verantwoord te eten, maar in zo’n artikel lees ik altijd iets wat ik niet goed doe. Wil ik dat dan niet weten? Ja en nee.
Voor me ligt een cartoon waarop een man en een vrouw te zien zijn. De man eet chips en kijkt daar ongemakkelijk bij. De vrouw zegt: “De manier waarop je chips stil probeert te eten is nog vervelender dan wanneer je ze gewoon eet.” Ik lijd licht aan misofonie, dat wil zeggen dat ik sommige geluiden niet of moeilijk verdraag: het horen eten van een appel of een wortel. Zeker niet in een betrekkelijk stille ruimte.
In het fotogenieke straatje hier valt veel te beleven. Qua fotografie dus. Gisteren was het een familie, drie generaties, vader, moeder, dochter, schoonzoon en twee jonge kinderen. Dat het vader en dochter waren, zag ik doordat ze sterk op elkaar leken: hun gezichten hadden iets kabouterachtigs, blozend gezond, rond met zeer wakkere kraakheldere ogen. De vader had bovendien een parmantig kabouterbaardje. Ook waren ze niet zo groot en gezellig compact.
Gisteren las ik in deze krant over de nieuwsmijders. En de zorgen daarover. We hebben het toch al gauw over min of meer de helft van de Nederlanders. Vind ik veel. Het is natuurlijk best te begrijpen, want misschien wil je je hoofd zo licht mogelijk op orde houden of heb je al genoeg aan dat hoofd.
In een mijmerstemming liep ik gisteren een café binnen waar ik vaker kom. Was er niet druk. Ik pakte een krant van de leestafel en ging aan de kleine tafel zitten waaraan ik meestal zit. Daar viel me op dat er boven de spiegel tegenover me kerstversiering was aangebracht. Verder nergens in het café, terwijl ze daar voorheen niet bepaald op bezuinigd hadden.