De gesprekken die je hebt in de kleedkamer van de fitnessclub, voor of na de sportbeoefening, zijn kort en nietszeggend. Vooraf wil je zo snel mogelijk beginnen, want dan ben je er ook weer snel vanaf, en na afloop kun je nauwelijks een woord uitbrengen en zit je bovendien vol verlangen naar frisse lucht.
Oké, genoeg gelachen om onze noodpakketten! Dat is toch zo: de meesten van ons doen er nog steeds beetje vrolijk over na het diner: “Wat heb jij er allemaal in zitten?” En dat dan opsommen: “Ja, wat missen we nog?”
Hoe het met andere huisartsenpraktijken zit, weet ik niet, maar waar ik kom bestaat het inloopspreekuur niet meer. Gevolg van de coronatijd: je kon alleen maar op afspraak komen en blijkbaar was dat makkelijk. Eerst moest je bellen en dan beoordeelde een assistent je klacht. Kostte moeite door die ronde heen te komen.
Altijd ben ik gefascineerd door de waarheid van herinneringen. Maak je in een herinnering meer van de gebeurtenis van toen? Waarheid is een relatief begrip. In de meeste gevallen vind ik dat wat je gelooft waar is, in ieder geval voor jou. Als kind van een jaar of vijf kon ik, vooral in mijn bed, diep nadenken over wat ik me bij de eeuwigheid voorstelde. Of de oneindigheid van het heelal. Of bij het begin van alles. Hoe kon er óóit iets beginnen als er niets was?
De democratie functioneert niet altijd als de democratie die wij, het volk, wenselijk vinden, maar het blijft goed en nuttig over de kracht en het hart ervan na te denken. Inspirerend voorbeeld is de petitie die een PvdA-politicus uit Zevenaar startte. Tegen minister Faber. Vincent Janssen heet hij en hij begon er niet als politicus aan, nee als verontrust burger. Hoe de teller nu staat, geen idee, maar zondag waren er razendsnel ruim 100.000 mensen die hun handtekening zetten.
Je denkt er dan toch aan, gisterochtend vroeg, lopend naar de fitnessclub, aan Moederdag. Gedachte werd ook wakker gemaakt toen ik een man in een ouderwetse korte broek zag, op ouderwetse sandalen, van die grote. Hij had een overhemd aan, met net iets te korte mouwen, waarop vrolijk gekleurde vliegertjes stonden afgebeeld. Hij droeg een pakje met gestrekte arm voor zich uit, oranje tasje van stijf karton. Zat dus het cadeautje in. Voor Moederdag, kon niet anders. Hij hield het zo ver voor zich uit dat het leek alsof er wat mee aan de hand was.
Verbinder, netwerker, bestuurder, maar de meest gehoorde typering van de nieuwe paus was: nederig, net zoals zijn voorganger. Die verscheen toen hij gekozen was, in eenvoudig wit op het balkon. Deed deze nieuwe paus niet, nee, in een gewaad met goud en glitters, maar een deskundige in een praatprogramma zei dat dat juist óók nederig was: “Hij trok gewoon aan wat er klaar hing. Daar wilde hij niet moeilijk over doen.” Ja, zo kun je het ook zien. Ik ben gek op dat soort parmantige analyses.
Het is kersen plukken in omroepland! Natuurlijk heerst er de gebruikelijke wezenloze spanning die het Songfestival veroorzaakt. Wat voor pak? Ogen open tijdens het zingen? Waar op het podium dansen de dansers en hoe? In praatprogramma’s kunnen ze er niet over ophouden. Ach, als het lukt die opgefokte belangstelling als amusement te beschouwen, is het best te doen. Even lijkt er niets aan de hand in de grote boze wereld.
In gesprekken over leven en dood en de sturende rol van ziekte daarin - we hebben het er vast allemaal soms over - is er altijd wel iemand die zucht: “Ach, wat valt er eigenlijk over te zeggen? Als ik dadelijk de deur uit ga, kom ik misschien wel onder een bus.” Of zoiets. Vaak is het een bus. Waarschijnlijk omdat het een groot vervoermiddel is. Voor een trein moet je zelf moeite doen. Een bus kan plotseling uit een zijstraat opdoemen, met 48 nors kijkende Chinese toeristen erin.