Je moet een dringende reden hebben als je afzegt voor Lowlands, dat avontuurlijke en vriendelijke festival. Ik ben er zelf paar keer geweest en terwijl ik niet van grote groepen mensen houd, had ik er daar geen last van. Twaalf jaar geleden was ik er voor het laatst, als – ik verontschuldig me meteen voor het woord – artiest. Zo voel ik me niet, maar als je daar optreedt ben je het automatisch. Ik verzorgde samen met Douwe Bob een programmaonderdeel. Hij musiceerde fantastisch bij verhalen die ik vertelde. Of andersom: ik vertelde verhalen bij zijn muziek.
Toen mijn bevriende buurman en ik gisterochtend van de sportschool naar huis liepen, zei hij, op zijn horloge kijkend: “Nog een uur.” Ik vroeg wat hij bedoelde, want dat vraag ik tegenwoordig altijd als ik iets niet begrijp. Hij antwoordde dat dan het hitteplan van kracht werd.
Maand of drie geleden gaf een razendsnelle scooter me geen voorrang en vloog ik nogal schokkend door de lucht en knalde daarna verstrengeld met mijn fiets op het wegdek. Daarom mag ik nog steeds niet zwemmen. Wond op scheenbeen verdraagt dat niet. Op die plek voltrekt genezing zich langzaam. `Ook niet in zee?’ vroeg ik aan de huisarts, want als er iets niet mag, ga ik altijd licht zeuren. Mijn huisarts kent dit gedrag. Ze legde haar hand op mijn onderarm: `Ook niet in zee.’
Weet niet meer in welke krant ik het las, klein bericht in de marge van het grote nieuws: Man aangehouden die in een supermarkt andere man het ziekenhuis had in geslagen. Eerste drong voor, tweede sprak hem daarop aan, ruzie, klappen, ziekenhuis. Mishandelde man nog steeds in kritieke toestand. Soms vergeet ik zo’n bericht snel, soms blijf het me bij. Was nu het geval. Zaterdag las ik het, gisteren dacht ik er nog aan.
Doordat ik fanatiek aan sportbeoefening doe, beweeg ik me net wat te vaak beetje gehavend door het dagelijks leven: iets met de rug of enkel, schouder die niet op topniveau meewerkt. Laat ik het zo zeggen: het is aan me te zien. Heeft voor- en nadelen. Je moet bijvoorbeeld dikwijls uitleggen hoe het komt en als je dat dan nonchalant doet, schudt de ander verwijtend het hoofd: “Nogal idioot ook, vier keer per week naar zo’n sportclub.” Ik heb nooit zin daarover in gesprek te gaan.
De terugkeer van televisieseries die tijdje geleden populair waren, hebben een geruststellende uitwerking op ons. Ik las het ergens, het is onderzocht. Als ik het goed onthouden heb, gaat het bijvoorbeeld over Baantjer. Die geruststelling hebben we nodig in de ons omringende wereld die met de dag schokkender wordt.
Soms probeer ik me voor te stellen hoe ik op Nederlands nieuws zou reageren wanneer ik lange tijd in een ver buitenland was geweest. Nederlands nieuws, zeg ik, want het voortdurend rampzalige wereldnieuws is me uiteraard niet ontgaan. Nee, gisteren kom ik terug, in Nijmegen of Arnhem, steden waar ik gewoond heb, ik ga op een terras zitten, want daar heb ik me op verheugd. Ik zie deze krant op een tafeltje liggen en sla die open, wat ik overal ter wereld doe als ik een krant tegenkom.
Best interessant liedje vond ik het, De Bom van Doe Maar. De band bracht het uit in de herfst van 1982 en ik had andere muziek aan mijn hoofd dan het repertoire van Doe Maar. Sympathiek, daar niet van, maar toch vooral voor kinderen en daar hoorde ik in die tijd niet meer bij. Maar ja, als Toppopkijker kwam je niet onder Doe Maar uit en omdat ik me altijd op volle kracht wilde concentreren op wat er om me heen leefde, luisterde ik toch maar naar hun liedjes, ook naar De Bom.
Aan de opkomst van alcoholvrij bier draag ik mijn steentje bij. Paar jaar geleden was deze zin ondenkbaar. Dan zou ik er hetzelfde over denken als over vlees: als ik geen vlees wil eten, hoef ik ook geen namaakvlees op mijn bordje, zeker niet als het vreemd Oudhollands wordt gespeld: gehacktbal. Die gehacktbal smaakt niet naar een gehaktbal, maar naar iets anders, maar ik weet niet waarnaar, wat komt doordat ik me er niet in verdiept heb.
Weer wijs ik erop dat je als thuisblijver toch veel vakantievreugde kunt beleven. Eergisteren was het Zwarte Zaterdag, in heel Europa, geloof ik, maar vooral in Frankrijk. Daar was de Route du Soleil behoorlijk problematisch. Altijd fantastische naam gevonden, Route du Soleil: je voelt dat je op weg bent naar betere tijden dan toen je vertrok, naar de beste zomerzon die er bestaat, maar toch zijn mijn herinneringen eraan niet optimaal.