Vroege zondagochtend. Ik sta voor het huis, in popelend daglicht. Er nadert een vrouw op een fiets. Ze heeft een witte zomerjurk aan, ze heeft haast. Op haar rug draagt ze een cello, niet los en onbeschermd natuurlijk, nee, in een glanzende zwarte cellokoffer, enorm groot ding.... lees meer
In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Dienst
Ah, handig van Greenpeace. Ik moet de brief nog krijgen, maar weet wat erin staat: mijn jaarlijkse bijdrage wordt automatisch verhoogd. Dat geld geef ik vrijwillig. Met die verhoging moet ik het dus ook vrijwillig eens zijn. Helder. Als dat laatste niet het geval is, moet ik dat binnen een maand telefonisch doorgeven. Het is een gang van zaken die me tegenstaat en nu ik daarover nadenk, alsjeblieft niet te lang, besef ik dat het vooral komt omdat ik niet houd van telefonisch contact. Met sommige vrienden gaat het prima, maar meestal wil ik alleen maar telefoneren om een of twee zinnen uit te wisselen en dan is het klaar. Naar een organisatie bellen vervult mij met weerzin. Krijg je bijvoorbeeld een keuzemenu te horen en het toeval wil dat mijn keuze er haast nooit bij zit en dan kies ik dus maar iets en moet ik een kwestie aan iemand voorleggen die daar niets mee kan. Of beluister ik de mededeling dat alle medewerkers in gesprek zijn en of ik even wil wachten. Om dat wachten te ontmoedigen komt er dan een muziekje dat je met mensenhaat vervult. En het is haast nooit `even’. Ik kom altijd in een tweede muziekje terecht dat nog erger is dan het eerste. Zou er over die muziekjes vergaderd zijn. Dat iemand zei: `Dat leert ze wel af ons te bellen!’ Ik word niet snel kwaad, maar van dat muziekje wel. En ook van een keuzemenu. En ook van de vraag `Waarmee kan ik u van dienst zijn?’ zonder dat de vragensteller iets te bieden heeft dat ook maar een kleine beetje op een dienst lijkt. Greenpeace stuur ik dit stukje.
Columns
-
-
Met sommige vragen moeten we ophouden. Sterk voorbeeld: “Hebben we er zin in?” Je staat op het punt iets bijzonders te doen of mee te maken, bent daarom ook op een prettige wijze vaag uit je doen, en dan moet je reageren op: “Hebben we er zin in?”
Bedoeling is dat je antwoo... lees meer -
Gisteren stopte er ineens een vrachtwagentje van de gemeente in de straat. Twee mannen laadden met haastige tegenzin materiaal uit waarmee een straat of een gedeelte van een straat kan worden afgesloten, alles rood-wit van kleur. Wat nu weer, dacht ik. Sommige gedeelten van de s... lees meer
-
Terugkoppelen. Ik weet dat het woord bestaat, maar geloof dat ik het nu voor het eerst heb opgeschreven. Ik zeg het ook nooit, terwijl ik niet weet of ik een leven leid waarin nooit eens iets teruggekoppeld moet worden. Vast wel.
-
Wanneer het begon, weet ik het niet meer, maar ineens waren ze er, vriendelijk ogende boekenkastjes ergens in een straat, met daarin boeken die je gewoon mag meenemen. Monter stemmend verschijnsel. Troostrijk op dagen die maar niet op kleur kunnen komen.
-
Natuurlijk mag ik niet uitgaan van mijn eigen omgang met regels, maar het moeten er volgens mij niet te veel zijn. Veel te veel regels zorgen ervoor dat je nauwelijks meer nadenkt over je gedrag. Daardoor ga je steeds minder over álles nadenken. Je karakter kan er behoorlijk van... lees meer
-
Het meeste hevige nieuws dat ik in kranten lees, kan me lang bezighouden. Soms lees ik het vaker dan één keer, niet omdat ik wat ik eerder las vergeten ben, maar omdat veel, steeds meer gebeurtenissen slechts met moeite te bevatten zijn.
-
Mijn moeder overleed zes jaar geleden. Ze was negentig, wat ze een mooie leeftijd vond. Dus al zes jaar heb ik niets meer met Moederdag. Daarvoor trouwens ook niet, want mijn moeder vond het een onzinnig feest. Misschien is feest niet het goede woord, de bedoeling is dat moeders... lees meer
-
Op de hoek passeer ik twee mannen, ouder dan ik en blozend boos. Toen ik hen naderde hoorde ik al dat ze het met veel oneens waren. Aan sommige mensen is dat ook sterk te zien. Uit alles spreekt afwijzing, hoe ze bewegen, hoe hun mond staat, hoe ze kijken, niet is goed en zij ku... lees meer
-
Kinderen van ouders die de oorlog meemaakten, zijn inmiddels ook behoorlijk oud. Graag denk ik aan de eerste Bevrijdingsdagen van mijn leven. Ik zal een jaar of vijf zijn geweest toen het goed tot me doordrong wat er op 5 mei gevierd werd, late jaren vijftig.
-
Vorige maand kwamen er voor het huis hiernaast twee kleine monumentjes voor een echtpaar dat in de oorlog uit hun huis werd gehaald door de nazi’s. Het zijn twee struikelstenen, `Stolpersteine’. Ze zijn nog op te weinig plekken in Nederland te zien, bakstenen waarvan de bovenkan... lees meer
-
Zelf heb ik nooit bij- of omscholing overwogen, maar ik snap het belang van het aanbod. Stond ik weer eens bij stil tijdens het lezen van een interview met Karien van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ze heeft al een tijdje een potje waaruit mensen een schol... lees meer
-
Gisteren was het én de Dag van de Arbeid én de Internationale Dag van de Lach. Jammer dat het zondag was, maar ik geloof dat de lachdag altijd op de eerste zondag van mei is. De maandag is veel meer een dag voor de Dag van de Arbeid, de week begint, we gaan aan het werk.
-
Vaak ben ik deze column begonnen met dat ik in mijn werkkamer uitkijk op een binnenplaatsje waar niets gebeurt, wat maar goed ook is, want in mijn hoofd gebeurt al genoeg.
-
Johan Derksen zegt `geen enkele aanleiding’ te zien excuses aan te bieden. Geen enkele aanleiding. Je zou toch zeggen dat hij een beetje aanleiding toch moet voelen. Kan je nog zeggen dat je er niet over denkt met excuses te komen, maar als je beweert geen énkele aanleiding te z... lees meer