We zijn het stadium voorbij dat we grapjes maken over het verbod elkaar te groeten. Die grapjes zijn op. Soms zien we mensen nog met de voet en gestrekt been groeten, maar dat is een onhandige manifestatie van een behoefte waarmee we niets te kunnen.
In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Inspraak
Nog steeds zeg ik liever fitnessclub dan sportclub. Misschien omdat fitness lichter klinkt. Ik probeer twee keer in de week te gaan, liefst drie keer, omdat ik denk dat het moet, al weet ik niet van wie. De machtsverhouding tussen mijn coach en mij kan me monter stemmen. Iedere keer wanneer ik kom, stelt hij een speciaal programma voor me op en dat werken we dan af. Ik zeg `we’ omdat ik niet het gevoel heb dat ik het alleen doe. Eergisteren zei ik per ongeluk `Hè, hè, klaar’ toen ik me losmaakte van een apparaat. Meteen hoorde ik de coach: `Wat zei je daar, Thomas? Klaar?’ Ik besef dat ik door dat te zeggen fout bezig ben en wil me verontschuldigen: `Ik dacht dat…’ Hij onderbreekt me: `Die zin begin je verkeerd. Jij denkt hier niet. Dat doe ik.’ Het is een spel, maar ik vind het ook helder. Soms krijg ik inspraak bij de keuze van de muziek die door de gezondheidsruimte klinkt. Ik houd van bijna alle muziek, maar niet van door computers voortgebracht gebonk, ook al snap ik dat dit dwingende geluid mijn dynamiek kan ondersteunen. De coach kent mijn weerzin. `Zal ik iets anders opzetten?’ vraagt hij dan. In zijn stem hóór ik de gunst. Ik heb dan zin in het andere uiterste: `Doe maar Mozart.’ De coach knikt, wendt zich vervolgens tot de medesporters en roept: `Horen jullie dat? Thomas wil Mozart.’ Hij zet inderdaad Mozart op. Hij heeft er nog wel iets over te zeggen en dat doet hij hard: `Dit is dus Mozart! Misschien is niet iedereen vertrouwd met deze muziek! Maar dan kan de kennismaking geen kwaad!’ Goed.
Columns
-
-
Als je zo nu en dan telefonisch contact met iemand hebt, bijvoorbeeld een ambtenaar van een gemeentelijke instelling, maak je je automatisch een voorstelling van die persoon. Door hoe die praat. En wat die zegt. Tijdje geleden bijvoorbeeld, een man met wat barse, vochtige stem d... lees meer
-
Zaterdag in de vroege avond zat ik te mijmeren aan de keukentafel en vroeg ik me ineens of er nog nieuws was (dat vragen we soms: “Is er nog nieuws?”). Ik zette de radio aan en kwam terecht in een programma dat haast te vrolijk voor woorden was. Het heet Proost! en is er nog maa... lees meer
-
Woorden als `troost’ en `bemoediging’ boeten deze dagen een beetje aan waarde in. Ze worden te vaak gebruikt. Is niet erg, maar we moeten natuurlijk niet te snel denken dat het zomaar lukt, iemand troosten of bemoedigen, door alleen maar te zeggen dat je dat doet. Ik heb het nie... lees meer
-
Toen ik kind was, lag er in iedere straat waar ik vanwege mijn kindertijd doorheen liep, voor minstens een van de ramen een zieke. Om naar buiten te kunnen kijken, om nog betrokken te zijn bij een wereld waarvan die nauwelijks nog deel uitmaakte. In bijna alle gevallen was het e... lees meer
-
Een afwijking waar ik niet zonder kan en die ik daarom ook geen afwijking noem, is dat ik altijd en overal verhalen zoek. Een detail kan met me op de loop gaan, een gebaar of voorwerp, een woord dat voorbij waait, laat ik het zo samenvatten: alles. Ik schrijf vaak dat het gewone... lees meer
-
Maandag las of hoorde ik (het is veel wat ik hoor en lees) dat Margriet van der Linden die die avond haar praatprogramma hervatte, bij wijze van geruststelling zei: “Het wordt meer dan corona.” Blijkbaar willen kijkers dat, zij in ieder geval.
-
In de eerste fase van mijn vage volwassenheid deed ik veel aan zelfknip. Toen ik opgroeide gaf je met je haar een mening over het leven waarin je steeds intenser verzeild raakte. Als je het kort hield ging je graag braaf verder over de weg die je ouders bewandelden, als je het l... lees meer
-
Zappend langs radiostations kwam ik even bij een mevrouw terecht die vertelde dat het plan was dat ze zaterdagavond haar vijftigste verjaardag vierde. In een zaaltje. Met zo’n tweehonderd man, wat ik best veel vond.
-
Weer zo’n initiatief dat we innig mogen omhelzen. Het is in principe voor kinderen bedoeld: op berenjacht gaan. Het gaat hier om knuffelberen die in huizen achter de ramen te zien zijn. Je gaat met je kind of kinderen een ommetje maken en wijst dan: kijk daar! En daar zit of sta... lees meer
-
Hoewel velen van ons tijd genoeg hebben om bij veel stil te staan, lukt het niet bij alles. Zo had ik tot gisteren niet aan de Lintjesregen gedacht, eind volgende maand. Die gaat gewoon door, las ik. Alleen worden de lintjes later opgespeld. Dus als het virus is bedwongen. Je we... lees meer
-
Dadelijk moet ik op kraamvisite. Gá ik op kraamvisite, niks moeten. Toch is het een beetje zo. Zit al in het stijve woord visite verpakt. Ik ben er niet goed in. In principe vind ik alles eraan feestelijk, het nieuwe kind dat nog van niets weet, de stralende ouders, de aangename... lees meer
-
Op de middelbare school moest je bij wangedrag meestal individueel nablijven, op de lagere school was dat collectief. Een paar jongens (ik zat op een jongensschool) hadden zitten klieren en daarom mocht de hele klas een uur of langer niet lekker naar huis. Het waren vervelende j... lees meer
-
Het is waarschijnlijk een aangeboren afwijking, maar ik probeer in bijna alle omstandigheden maniakaal positief te blijven. Soms houd ik het voor mezelf, omdat ik weet dat dat béter is. Paar dagen geleden stonden er voor de kassa’s van de supermarkt lange rijen. In van die rijen... lees meer
-
Als het uitkwam luisterde ik ’s ochtends op Radio 1 naar De Nationale Nieuwsquiz. Meestal was dat in de auto. Je kon je daarvoor opgeven om te laten horen dat je goed op de hoogte was van het nieuws, een eenvoudige, maar aantrekkelijke gang van zaken.