Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Leeftijd

Mooi hoor, de ophef die er altijd ontstaat als The Rolling Stones naar Nederland komen. Nu ook weer, Journaal, De Wereld Draait door, alle kranten. Is al vijftig jaar zo en de laatste twintig jaar gaat het dan ook altijd over hun leeftijd en het geld dat ze verdienen. En ook wordt al twintig jaar gezegd dat het nu toch echt wel de laatste keer is dat ze hier zijn. Zelf dacht ik dat ook toen ik er begin juli 1998 heen ging, samen met collega Thomas Rosenboom. De ochtend erop moesten we in een radioprogramma komen, omdat het `zo leuk’ was dat twee schrijvers met dezelfde voornaam naar The Rolling Stones gingen. Natuurlijk hadden we ook niet kunnen gaan, maar we deden het voor de Stones. De belangrijkste vraag in dat radioprogramma was of we de Stones geen `ouwe lullen’ vonden. Ik wilde opstaan, maar Thomas hield me tegen en gaf een fantastisch antwoord. Was de vierde keer dat ik de band zag, de eerste keer was in Den Haag in 1976, vervolgens in Rotterdam in 1982, op de warmste dag van het jaar, en daarna in 1995 in Nijmegen. Toen in Amsterdam in 1998 wist ik dus zeker dat ik dit nooit meer zou meemaken. De kansen die ik daarna kreeg, benutte ik niet meer omdat ik het niet nog een keer zeker wilde weten. Naar Pinkpop ga ik ook niet, ook al horen de jongens (ja, de jongens) al ruim vijftig jaar intens bij mijn leven. Ik hoef mijn ogen maar te sluiten en het is halverwege de jaren zestig en ren ik naar huis om de school van me af te schudden met Come On en It’s All Over Now. Opwinding en troost tegelijkertijd.

Columns

  • Er zijn mensen die vaak een stuk zeggen. Een stuk dit, een stuk dat. Een stuk verantwoordelijkheid bijvoorbeeld: “Voor hun thuissituatie voel ik een stuk verantwoordelijkheid.” Met thuissituatie ben ik ook niet blij, maar een stuk verantwoordelijkheid vliegt me een beetje aan.... lees meer

  • Op de badkamer bevindt zich in een bol een lampje. Daaraan hangt een draadje en als je daaraan trekt, gaat het lampje aan. Niet alleen het lampje, maar ook de ventilator. Ik ben nog steeds iemand die zoiets kan bewonderen. Ik ben opgevoed door een moeder die vaker dan andere men... lees meer

  • In mijn roman Kleur van geluk uit 2013 schrijf ik dat iemand lijkt op `de Franse zangeres die een paar jaar daarvoor het Eurovisie songfestival won, een meisje van zeventien of achttien met een onbevangen gezicht, vrolijke ogen en een bovenlip die een beetje pr... lees meer

  • Op de radio hoorde ik een fragment van een gesprek over het verschijnsel winterdepressie. Ik heb daar zelf geen last van, geloof ik, hoewel ik minder van de winter houd dan een paar jaar geleden. Ik heb nu weer zin in de zomer, in ieder geval in dagen met meer en langer licht.... lees meer

  • Hoewel ik ben opgegroeid in een felle feministische golf, ben ik de laatste maanden ten aanzien van vrouwen meer op mijn hoede dan toen. In die dagen was je al fout bezig als je de deur voor een vrouw openhield, want dan wilde je vast iets meer dan alleen die deur openhouden. Ik... lees meer

  • Soms moet je zwakke punten gewoon maar toegeven: ik weet nog steeds niet, echt waar, wat verzadigde en onverzadigde vetten zijn. Is me al vaak uitgelegd en ik luisterde altijd aandachtig, steeds bleker wordend, maar blijkbaar is het geen informatie die ik muurvast opsla. En ik... lees meer

  • De eerste hevige storm in mijn leven maakte ik mee eind januari 1953. Ik was zeven weken oud en mijn ouders en ik logeerden in de geboorteplaats van mijn vader, in het diepe westen van Brabant, tegen de grens van Zeeland aan. Natuurlijk was ik me niet bewust van die storm, maa... lees meer

  • Me erg druk maken om die Camiel lukt me nog steeds niet, hoewel ik dat `wederzijds handgemeen’ boeiend vind. Hij en zijn advocaat hebben daarover nagedacht en langdurig gesproken: hoe het te noemen? Met een eenzijdig handgemeen kom je niet weg natuurlijk. Waarschijnlijk begint... lees meer

  • Volgens mij was het begin jaren negentig: ik woon nog in Arnhem en word gebeld door een scholiere. Ik ken haar ouders, haar maar vaag. Ze zit op het gymnasium en houd daar een spreekbeurt, over mij en mijn boeken. Of ik zin heb ook te komen, want misschien zijn er vragen en dan is het handig als... lees meer

  • Gelukkig is het 2 januari! Het jaar is nu pas echt begonnen. En wat er met 1 januari aan de hand is, kan ik nog steeds niet zeggen, maar ik ken niemand die geen moeite heeft met die dag. Wakker worden met een mooie oudejaarsavond in gedachten, misschien een beetje suizend hoof... lees meer

  • Natuurlijk hebben we het zelf bedacht: dat overmorgen een nieuw jaar begint. Woorden voor de voortgang van de tijd. En cijfers natuurlijk. Dat hebben we nodig om onze levens te kanaliseren, om afspraken te maken die onze bezigheden behapbaar maken. Ja, ik loop even door een pa... lees meer

  • Hoe de constructie heet, ben ik kwijt. Ik heb het over vuurwerk. In het Journaal zag ik dat er iets nieuws bedacht was: je kon vuurwerk met elkaar verbinden, zodat je maar één lont hoefde aan te steken voor een heleboel sensatie.

  • Pas gisterochtend zette ik de radio aan om me weer op de wereld aan te sluiten. Kerstavond en eerste kerstdag was ik ver weg van het nieuws. Het hoefde even niet. Misschien is die instelling niet goed, omdat je dan je ogen sluit voor de werkelijkheid. Maar soms wil ik dat, mijn... lees meer

  • Kan geen kwaad jezelf tegen het einde van het jaar zo nu en dan recht in de ogen te kijken en dan even het hoofd te schudden.

  • Op de radio hoorde ik al een paar keer een winkelier zeggen morgen en overmorgen `een gekkenhuis’ te verwachten. Dat richten we met ons allen aan, want we moeten tot het laatste moment boodschappen doen, en niet zo’n beetje ook. Velen van ons zijn zelfs in lichte paniek.

Pagina's