Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

De Gelderlander

Stil

Al snel nadat de trein is vertrokken, roept de conducteur om: `Als u in een stiltecoupé zit, is het de bedoeling dat het daar ook echt stil is.’ Hij last een korte pauze in. Die bedoeling had ik al begrepen, maar het is goed dat hij nog eens sterk tot me doordringt. Het woord `stil’ klinkt als vroeger op school. Dan kon uit de klas worden gezet als je niet stil was. In de trein mag het wat mij betreft ook. Dat op station Elst een groepje reizigers de trein moet verlaten. We zien de streng wijzende vinger van de conducteur.

Puberaal

Een op de vijf jongeren heeft geldzaken niet op orde, lees ik. Is onderzocht. En meteen ben ik benieuwd naar de leeftijd. Werd snel helder: tussen de 12 en 24 jaar. Toen ik 12 was, speelden geldzaken geen prominente rol in mijn leven. Ik kreeg zakgeld dat ik uiteraard te weinig vond, maar dat geld was geen záák. Wat dan wel de zaken waren die mijn dagen beheersten, weet ik niet meer, terwijl mijn herinneringen redelijk informatief zijn. Vage verliefdheid, geloof ik. Overgang lagere school naar het gymnasium. Beatles. Maar geld, nee, echt niet.

Springend

Vanuit de trein door het zuiden van Nederland zie ik veel achtertuinen met een trampoline erin. Mijn indruk is: meer dan elders in het land, maar dat weet ik natuurlijk niet zeker. Misschien kan een onderzoeker op de universiteit van Nijmegen hierin zijn tanden zetten. Ik denk dat de trampoline vooral voor kinderen is, maar als spoorwaarnemer stel ik vast dat de voorziening nooit in gebruik is. Hij staat daar maar, erg prominent in zo’n tuin, leeg, lelijk en een beetje raadselachtig.

Grieks

Wat lijkt me dat een tragische stichting, de Stichting Loterijverlies. Als ik me de jaarvergadering voorstel, begin ik meteen benauwd te zweten. De stichting wil dat er in oktober geen trekking is van de Staatsloterij. Ik ben nogal verslaafd aan die trekkingen, want eens per maand denk ik dat er heel veel goed komt, terwijl ik ook wel weet dat geld niet gelukkig maakt.

Stopcontacten

Tijdje geleden las ik het bericht, maar verdrong het. Gisteren kwam het ineens weer op mijn pad: een groot deel van de treinen wordt gemoderniseerd. Want: trein moet inspelen op de behoeften van de reiziger. Waaraan heeft die onder meer behoefte? Aan loungebanken en stopcontacten. Zelf ben ik te onrustig voor een loungebank. Ik zie er soms een in een café en voel meteen verzet: ik heb geen zin zittend te liggen of liggend te zitten of wat je dan ook doet op die bank.

Consument

In de Algemene Beschouwingen en in de reacties op de Algemene Beschouwingen en in het commentaar op de reacties op de Algemene Beschouwingen viel zo nu en dan de term `huishoudboekje’. Is waarschijnlijk om het allemaal een beetje knus te houden. `Huishoudboekje’ klinkt ook begrijpelijk. Altijd als ik erover hoor, bevangt me enig schuldgevoel. Ik maak wel deel uit van een huishouden, maar heb geen huishoudboekje. Laat ik het gewoon maar toegeven: ik doe maar wat.

Echt

Vaak is waakzaamheid geboden wanneer bekend wordt dat iets `een nieuw jasje’ krijgt. Kom ook door nieuw jasje. Mijn moeder zei vroeger soms: `We gaan een nieuw jasje kopen.’ Dat was zelden een gang van zaken waaraan ik vreugde beleefde, want ik wist dat het nieuwe jasje er veel te lang te nieuw uit zou zien en ik hield niet van dat soort kleren, ook omdat je dan vaak gevraagd werd: `Heb je een nieuw jasje aan?’ Vond ik een vraag van niks. Had toen al nooit zin in overbodige gesprekken. We lazen deze week dat de HEMA een nieuw jasje krijgt.

Vinger

Vandaag is het Nationale Plasdag en daar maak ik geen grapjes over, want de bedoeling is dat we stilstaan  bij een probleem waarvan een half miljoen Nederlanders last hebben: incontinentie. Is geen ziekte, maar een aandoening. `Aandoening’ vind ik een sympathiek woord: je kunt er niets aan doen, het overkomt je. Wat mij betreft is heel veel een aandoening. Door er in dit stukje over te beginnen sta ik dus stil bij de Nationale Plasdag en tegelijkertijd vraag ik me af wat dat betekent.

Vers

Het is namiddag. Ik ga mijn huis uit en zie een vrouw en een jongen naderen. Moeder en zoon, ik weet het zeker. De jongen is een jaar of dertien en loopt een stukje voor zijn moeder uit. Het is te zien dat hij niet naast haar wil. Dat heeft hij nu wel gehad. De moeder houdt de fiets aan haar hand en probeert hem monter bij te houden. Leuke moeder, vind ik. Ze ziet eruit alsof ze begrijpt waarom de jongen niet naast haar door het openbare leven wil. Nog niet zo lang geleden wilde zij dat ook niet met haar ouders. Volgens mij heeft de moeder de jongen bij school opgehaald.

Kijken

Alweer de tweede keer dat we onze koning de troonrede horen voorlezen. Het meeste wat hij gaat zeggen, is bekend. Naar hoe hij het zal doen, zijn we ook niet meer nieuwsgierig. Het zijn zinnen die zich log bewegen. Meestal verpakken ze een betekenis  die ook eenvoudiger duidelijk kan zijn. Maar het hoort erbij. Zou hij thuis oefenen? Het moet haast wel, waarschijnlijk ook met iemand die hem helpt, die bijvoorbeeld zegt daar en daar een korte pauze te houden. Of welke woorden om een klemtoon vragen.

Pagina's