In de Amerikaanse Catoctin Mountains bevindt zich Camp David, het buitenverblijf van de president waar hij grote nationale en vooral internationale problemen overdenkt en vaak ook oplost. We kennen de foto’s waarop hij lachend te zien is in gezelschap van wereldleiders die ook lachen. Meestal houden ze elkaar sympathiek vast. Ze hebben truien aan en geblokte houthakkersjasjes, bij mooi weer overhemden die we in een andere tijd vrijetijdsoverhemden noemden. Als de koffers weer zijn gepakt, ziet de wereld er anders uit, in ieder geval even.
Zal het woord `anderhalvemetersamenleving’ ook verdwijnen? Hoe lang duurt dat? Vanaf 25 september bestaat de samenleving die zo heet, niet meer. Als je zoiets zegt, klinkt dat vreemd. Wat komt daarvoor in de plaats? Ja, een andere samenleving, maar hoe gaan we ons daarin gedragen? Ik heb het niet over alle mooie gevolgen voor het openbare leven, bijvoorbeeld de culturele evenementen die weer gaan tintelen.
Morgenvroeg moet ik om half acht bij de tandarts zijn. Toen die afspraak werd voorgesteld, zei ik: prima. Herinner me dat ik erbij dacht: dan is er nauwelijks tijd ertegenop te zien. Zijn weinig mensen die zich op het bezoek aan tandarts verheugen, wat me echt een nadeel lijkt van dat verder zo mooie en nuttige beroep.
We weten wat ze zullen zeggen, maar de persconferentie van de premier en minister Hugo gaat gewoon door. Je moet er altijd bij melden dat ze demissionair zijn, opdat niemand denkt dat er plotseling een nieuwe regering is. We weten niet meer wat we ons daarbij moeten voorstellen, bij een nieuwe regering. In het begin van de coronatijd wachtten we die persconferenties gespannen af, ook al wisten we toen óók wat er gezegd ging worden, maar we hoopten toch dat het wat minder erg was dan we dachten. Was nooit zo, daarom ook wel goed dat we hoorden wat we al wisten.
De tijden zijn veranderd maar toch dacht ik zaterdag even terug aan dat CDA-congres in 2010, op 2 oktober, de 85ste verjaardag van mijn moeder, de Rijnhal in Arnhem was stampvol leden en crisisdamp. Op de eerste rijen coryfeeën die bezorgd keken, Piet de Jong, Dries van Agt, Jaap de Hoop Scheffer, Hannie van Leeuwen en niet te vergeten wat verder in de zaal de onbezorgde Camiel Eurlings die met het schuim om de mond saluerend schreeuwde dat hij trots was CDA-er te zijn.
Is iets van de laatste jaren dat ik stilsta bij het einde van de zomer. Terwijl ik over het strand wandelde, besefte ik dat. Nog niet zo lang geleden maakte het me allemaal niet zo veel uit, want ik had al vanaf halverwege de lente zin in de herfst. Ben echter zomerser geworden, ook al was deze zomer er een met een matige uitstraling. Op het strand ben je toch anders met dat soort dingen bezig dan binnen een bebouwde kom. Het is net alsof ook de zee herfstiger wordt, maar hoe ik dat preciezer zou moeten omschrijven, weet ik niet.
Mooi moment tijdens 8 uur Journaal van woensdag. Duurde helaas kort, maar kon niet anders. Aan de orde was een verontrustend onderwerp: ten gevolge van de klimaatverandering verandert ook het uiterlijk van sommige dieren. Een bioloog legde dat uit aan de hand van een vogel uit Siberië. Interviewer was Gerri Eickhof die altijd een onontkoombare manier van informeren heeft, wat alleen maar te prijzen valt.
Wanneer ik een woord voor het eerst uitspreek of opschrijf, merk ik dat sterk. Meestal is het een woord dat ik lelijk vind of waartegen ik om een andere reden verzet voel. Deze week was het: middagdip. Ik hóórde het me zeggen: “Ja, ik zat in een middagdip. Daarom deed ik een powernap.” Laatste woord is ook niet mis, maar ik heb het al zo vaak gehoord dat ik niet meer in de gaten heb of ik het zelf ook gebruik. Ik denk: liever niet.
Soms lukt het je een probleem waarmee je worstelt, met vrienden te bespreken. Ik zeg `lukken’, want het valt niet altijd mee, je stelt je immers kwetsbaar op. Maar uit ervaring kun je weten dat het geen kwaad kan, al was het alleen omdat het formuleren van een probleem het al in de buurt van een oplossing brengt. We zeggen niet voor niets dat je ergens geen woorden voor hebt, maar als je die wel hebt, snap je er al wat meer van.
Als gevaccineerd persoon denk ik te weinig na over problemen die niet-gevaccineerden veroorzaken en tegenkomen. Dat ik op de huid van de tijd leef, is dus iets wat ik mezelf wijsmaak. Zo wist ik niet dat veel middelbare scholen afzien van hun traditionele buitenlandse reis. Leerlingen die niet gevaccineeerd zijn, zouden niet mee mogen. Dat was makkelijker, voorkwam gedoe. Maar dat mag niet van het ministerie van Onderwijs. Dus daarom maar niet op reis.