We hebben met veel instanties te maken. En soms wil je ermee in gesprek. Of willen, nee, dat is niet het woord, je moet het. Ik zie er altijd tegenop, omdat ik weet dat ik dadelijk een lange weg te gaan heb. Maar wat ik al zei, soms moet het. Ik bel op en vraag naar een functionaris. “Ik verbind u door.” Bedroefd stemmend muziekje. Dan: “Bedankt voor het wachten. Hij zit niet op zijn plaats. Kunt later…?” Wanneer ik terugbel, zit hij nog steeds niet op zijn plaats.
Er zijn van die oude gebaren die ik kwijt ben, maar die er ineens weer zijn. Ik loop door de stationshal van Arnhem en zie een jonge vrouw die monter uit een trein stapt. Ineens komt er iets traags in haar gang, ze staat ze stil, alsof er iemand tegen haar aan duwt, en dan ja: ze kijkt een beetje omhoog en met haar rechterhand slaat ze op haar voorhoofd en ook laat ze een vage glimlach zien: alles wijst erop dat ze wat is vergeten.
Toen ik gisterochtend de radio passeerde, kwam daar een geluid uit dat ik niet kon thuisbrengen. De radio stond aan, het geluid hoorde dus bij een uitzending. Het was alsof er vermoeid op een trompet werd geblazen. Ik werd nieuwsgierig naar wat het was. Nog steeds ben ik overal nieuwsgierig naar en daar ben ik blij om. Misschien komt er dag dat ik bij het horen van zo’n geluid denk: iedereen doet maar. Tegen die dag zie ik op.
Had er stom genoeg een tijdje niet meer zo op gelet, maar nu ik over het lijsttrekkersdebat tussen Diederik Samsom en Lodewijk Asscher lees, sta ik er ineens weer bij stil: lichaamstaal. Die wordt regelmatig geanalyseerd in de verkiezingstijd – en die is toch wel degelijk begonnen. In het geval van Samsom werd die druk en energiek genoemd, Asscher was beheerst en rustig. Wat zegt dat? Mij eerlijk gezegd niets, ik houd van energie maar een beheerste uitstraling spreekt me ook wel aan.
Waarschijnlijk moet ik er niet half november over beginnen, want het kan onrust veroorzaken, maar toch doe ik het voorzichtig: het kerstpakket. Komt doordat ik er een artikel over las. Waar ik stom genoeg nooit bij stilstond, is dat er bedrijven bestaan die rond het kerstpakket draaien. Maar dat is natuurlijk logisch, een kerstpakket is er niet zomaar. Ook daarover moet worden nagedacht.
Het had me niets verbaasd als Arnold Karskens verslag had gedaan van de intocht van Sinterklaas. Maassluis was immers een oorlogsgebied geworden. Je wordt er vooral bedroefd van, meer nog dan kwaad. Maar gelukkig was het allemaal geruststellend.
De laatste keer dat ik Leonard Cohen zag optreden, was op een zomeravond nog niet zo heel lang geleden. Oud en breekbaar was hij, maar ook vrolijk vitaal. En hij zong aandachtig, ieder woord tilde hij op, elke noot was onvergetelijk. De zon ging langzaam onder, de avond maakte namens ons allemaal een buiging voor hem. Op zijn laatste plaat zingt hij over de dood. Hij was er klaar voor en nam afscheid.
Toen Donald Trump gisterochtend (onze tijd) klaar was met zijn overwinningstoespraak, klonk door de zaal het lied You Can’t Always Get What You Want van de Rolling Stones. Trump liet het vaker horen tijdens zijn campagne. De Stones zijn er niet blij mee, maar blijkbaar vindt Trump dat het bij hem hoort: je krijgt niet altijd wat je wilt. Nee, denk je dan, dat is zo, dan krijg je Trump, Amerika krijgt Trump, de wereld krijgt Trump. Wat zegt het over onze tijd? Dat we echt niet meer weten wat we willen?
“Mag ik nog een espresso van u?” vraag ik aan de vrouw die me ook de vorige heeft gebracht. Ik zit in een café waar ik nog nooit was, en lees de ochtendkrant. De vrouw zegt: “Van mij wel.”
Dat Clint Eastwood vandaag op Trump gaat stemmen! Clint Eastwood! Held uit mijn jeugd, misschien de eerste die ik had. Nou ja, Ivanhoe was ook niets niks, en dan zeg ik dus: Roger Moore. Maar Ivanhoe was toch veel verder weg dan Clint Eastwood in de cowboyserie Rawhide. Iedereen die weet waarover ik het heb, zingt nu meteen zwaar mee: Rollin’, rollin’, rollin’. Of: Move ‘em on, head ‘em up.