Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Brand

Maandag las ik in een paar kranten een niet al te groot bericht dat me blijft achtervolgen. Gaat over de postbezorgster (26) in Limburg die geen zin had om de post bezorgen en die daarom maar in brand stak. Ze is meteen ontslagen, wat me een juiste gang van zaken lijkt. Misschien zijn er verzachtende omstandigheden aan te voeren, iets uit haar jeugd, maar we zijn het met haar werkgever eens: ze moet maar niet meer met post omgaan. Ik vroeg me af hoe je zoiets voorkomt. Vroeger is haast nooit lang geleden en nu al helemaal niet, want als de echte postbode niet was afgeschaft, was dit niet gebeurd. Een echte postbode steekt de post niet in brand, want hij wéét dat hij dan niet goed bezig is. De postbezorgster uit Limburg zei `gemotiveerd’ te zijn voor het werk voordat ze werd aangesteld. Haar werkgever moet toen gedacht hebben: die kan ik wel gebruiken! Te vroeg gejuicht. Sinds ik het bericht las, denk ik van veel postbezorgers in het straatbeeld: die zou straks de post best wel eens in brand kunnen gaan steken. Dit ook omdat ik de indruk heb dat ik vaak post niet ontvang. Ik neem dan nog steeds contact op met PostNL en daar zeggen ook nog steeds dat ik inderdaad contact moet opnemen als ik denk dat sommige post niet wordt bezorgd. Als ik vraag hoe ik dat moet weten, blijft het stil aan de andere kant van de lijn. Ja, soms zéggen mensen dat ze je iets sturen en dan moet het te merken zijn of je dat ontvangt. Ze stellen tegenwoordig wel vaak voor dat je het beter kan komen hálen, want tja. Goed woord: tja.  

Columns

  • Toevallig las ik het ergens, het zat niet in mijn hoofd, ja, misschien wel, maar dan heel ver in een kleine uithoek: vandaag is het vijftig jaar geleden dat de Beatles uit elkaar gingen. Officieel dan. Ze waren daarvoor al een beetje uit elkaar. Het officiële bericht kwam niet a... lees meer

  • De straat is normaal benauwend druk, maar nu zo leeg dat oversteken een fluitje van een cent is. Als ik daarmee bezig ben, nadert er van rechts een auto, op hoge snelheid. Ik neem zelden het zekere voor het onzekere, maar wel in het verkeer en blijf midden op de weg staan. 

  • We zijn het stadium voorbij dat we grapjes maken over het verbod elkaar te groeten. Die grapjes zijn op. Soms zien we mensen nog met de voet en gestrekt been groeten, maar dat is een onhandige manifestatie van een behoefte waarmee we niets te kunnen. 

  • Als je zo nu en dan telefonisch contact met iemand hebt, bijvoorbeeld een ambtenaar van een gemeentelijke instelling, maak je je automatisch een voorstelling van die persoon. Door hoe die praat. En wat die zegt. Tijdje geleden bijvoorbeeld, een man met wat barse, vochtige stem d... lees meer

  • Zaterdag in de vroege avond zat ik te mijmeren aan de keukentafel en vroeg ik me ineens of er nog nieuws was (dat vragen we soms: “Is er nog nieuws?”). Ik zette de radio aan en kwam terecht in een programma dat haast te vrolijk voor woorden was. Het heet Proost! en is er nog maa... lees meer

  • Woorden als `troost’ en `bemoediging’ boeten deze dagen een beetje aan waarde in. Ze worden te vaak gebruikt. Is niet erg, maar we moeten natuurlijk niet te snel denken dat het zomaar lukt, iemand troosten of bemoedigen, door alleen maar te zeggen dat je dat doet. Ik heb het nie... lees meer

  • Toen ik kind was, lag er in iedere straat waar ik vanwege mijn kindertijd doorheen liep, voor minstens een van de ramen een zieke. Om naar buiten te kunnen kijken, om nog betrokken te zijn bij een wereld waarvan die nauwelijks nog deel uitmaakte. In bijna alle gevallen was het e... lees meer

  • Een afwijking waar ik niet zonder kan en die ik daarom ook geen afwijking noem, is dat ik altijd en overal verhalen zoek. Een detail kan met me op de loop gaan, een gebaar of voorwerp, een woord dat voorbij waait, laat ik het zo samenvatten: alles. Ik schrijf vaak dat het gewone... lees meer

  • Maandag las of hoorde ik (het is veel wat ik hoor en lees) dat Margriet van der Linden die die avond haar praatprogramma hervatte, bij wijze van geruststelling zei: “Het wordt meer dan corona.” Blijkbaar willen kijkers dat, zij in ieder geval. 

  • In de eerste fase van mijn vage volwassenheid deed ik veel aan zelfknip. Toen ik opgroeide gaf je met je haar een mening over het leven waarin je steeds intenser verzeild raakte. Als je het kort hield ging je graag braaf verder over de weg die je ouders bewandelden, als je het l... lees meer

  • Zappend langs radiostations kwam ik even bij een mevrouw terecht die vertelde dat het plan was dat ze zaterdagavond haar vijftigste verjaardag vierde. In een zaaltje. Met zo’n tweehonderd man, wat ik best veel vond. 

  • Weer zo’n initiatief dat we innig mogen omhelzen. Het is in principe voor kinderen bedoeld: op berenjacht gaan. Het gaat hier om knuffelberen die in huizen achter de ramen te zien zijn. Je gaat met je kind of kinderen een ommetje maken en wijst dan: kijk daar! En daar zit of sta... lees meer

  • Hoewel velen van ons tijd genoeg hebben om bij veel stil te staan, lukt het niet bij alles. Zo had ik tot gisteren niet aan de Lintjesregen gedacht, eind volgende maand. Die gaat gewoon door, las ik. Alleen worden de lintjes later opgespeld. Dus als het virus is bedwongen. Je we... lees meer

  • Dadelijk moet ik op kraamvisite. Gá ik op kraamvisite, niks moeten. Toch is het een beetje zo. Zit al in het stijve woord visite verpakt. Ik ben er niet goed in. In principe vind ik alles eraan feestelijk, het nieuwe kind dat nog van niets weet, de stralende ouders, de aangename... lees meer

  • Op de middelbare school moest je bij wangedrag meestal individueel nablijven, op de lagere school was dat collectief. Een paar jongens (ik zat op een jongensschool) hadden zitten klieren en daarom mocht de hele klas een uur of langer niet lekker naar huis. Het waren vervelende j... lees meer

Pagina's