Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Gat

Graag lees ik in het café op de hoek in de namiddag de avondkranten. ’s Avonds is het er druk, maar dan niet. Ik lees er niet alleen, zit vooral zacht te dagdromen. Gisteren komt er een Amerikaans echtpaar binnen. Dat het Amerikanen zijn zie ik meteen. Het is alsof ze met veel te grote handen iets kleins willen bekijken. Zo lopen ze ook, voorzichtig. Ze raadplegen de kaart en bestellen twee glazen witbier, hij een groot, zij een klein. Daarbij voert hij het woord, zij kijkt zijn woorden vertederd na. Hij blijft de kaart bestuderen en wenst bitterballen. Ik zit aan de bar, met de krant, en vanuit een ooghoek volg ik het allemaal aandachtig. Als de bitterballen arriveren, begrijp ik dat de man al vaker in Nederland was. De vrouw niet. Hij doet alsof hij een man van de wereld is en wil iets te luchtig met de eerste bitterbal omgaan, zoals Amerikanen meestal doen met grappig voedsel. Hij duwt de bal lachend gretig in zijn mond. Wij weten allemaal dat dat niet handig is. Ja, zijn hand gaat wild wapperend naar zijn lippen, zijn hele hoofd kreunt woest, het is alsof hij van iets bezeten is geraakt. Zijn vrouw beziet hem nog steeds vertederd, wat ik sympathiek vind. Mijn gedachten maken zich even los van dit tafereel. In de Verenigde Staten zijn bitterballen niet verkrijgbaar, nergens in de wereld, geloof ik. Mijn zusje woont in Griekenland en zij denkt dat het een gat in de markt is, bitterballen. Misschien moet ik in mijn leven nog één grote slag slaan. Ergens in mij begint het woord `imperium’ te stralen. 

Columns

  • Gek dat ik niet weet of het voor mij een rol speelt, het uiterlijk van politici, kleding, stand van ogen, mondhoeken. Ik lees er een artikel over en begrijp dat een blauw pak goedaardigheid uitstraalt, maar als je daarbij, als man, een rode das draagt, laat je zien dat je daadkr... lees meer

  • Al die tijd geweten en toch te laat ingestapt, met open ogen. Heb het over artificiële intelligente: AI. Er gebeurt van alles mee en ik ga er nonchalant aan voorbij. Mijn houding is: zien we tegen die tijd wel. Is dom, want wat ik met `tegen die tijd’ bedoel, is al lang de hoogs... lees meer

  • De aankomst van Sinterklaas, de intocht, wil ik graag als een belangrijke gebeurtenis blijven beschouwen. Lukt me niet eens te doen alsof ik dat niet vind. Daarom zette ik zaterdag aan het einde van de ochtend de televisie aan.
    Vorige week was ik niet in de gelegenheid het... lees meer

  • Meestal lopen we in alle vroegte samen naar de fitnessclub, mijn bevriende buurman en ik. Het is nog donker en stil op straat. Vaak regent het. Een wandeling van een minuut of vijf. Een deel van die tijd hebben we nodig om elkaar te motiveren.

  • PostNL begint op de NS te lijken: altijd afwachten of er gebeurt wat je hoopt dat er gebeurt. Ja, soms gebeurt er niets. Moet er nog aan wennen en weet niet of dat lukt.
    Ik loop nog steeds graag naar de brievenbus, altijd een productieve wandeling. En ondertussen denk ik no... lees meer

  • Soms heb je dat, dat je ineens over je bestaanszekerheid zit na te denken. Piekeren ja. Had ik gisterochtend. Waren doodlopende gedachten, waardoor `bestaanszekerheid’ alleen maar een woord bleef in plaats van een belofte.

  • Een vriend zou net als ik een nieuwe knie krijgen. Net als de mijne deed zijn oude knie het niet meer ten gevolge van sportbeoefening. Ja, graag gebruik ik het woord `sportblessure’. Dan lijkt het allemaal niets te maken te hebben met aftakeling. Daar moet je je natuurlijk óók b... lees meer

  • Als er iets moet doen waar ik tegen opzie, doe ik het liever meteen. Kort door de bocht samengevat: dan is het tenminste gebeurd. Ik kan niet tegen uitstel. Nee, dat is niet waar. Uitstel van iets moois vind ik geen probleem, integendeel, ik houd ervan me dan te verheugen op wat... lees meer

  • “English please,” onderbreekt de vriendelijke supermarktmedewerkster me als ze mijn boodschappen bij de zelfscankassa wil controleren. Knorrig heb ik gezegd dat ik iedere keer de klos ben. Of ik de indruk maak de winkel leeg te willen roven?
    Beetje moeilijk doen mag best: h... lees meer

  • Had ik nog niet meegemaakt: ineens kon ik de huiskamer niet uit. Opgesloten ja, maar dat is een te groot woord. Deurklink was eruit gevallen, binnen- en buitenkant deur. Ik had een afspraak elders in de stad en stond al met mijn jas aan.

  • Drie keer vulde ik de stemwijzer in. De eerste twee keer kwam ik niet uit op de partij waarop ik wilde stemmen. Ik merkte dat ik over sommige kwesties wat langer na moest denken dan ik dacht. Dat is natuurlijk ook het nut van de stemwijzer. De derde keer eindigde ik bij de parti... lees meer

  • Als ik een foto zie van een herfstig bos waarin van dat gouden zonlicht doorheen spat, weet ik meteen hoe het daar ruikt, een geur waarbij ik me uitstekend voel. Dan weet ik ook weer waarom de herfst mijn seizoen is zonder dat ik kan uitleggen waarom. Heeft te maken met de tijd... lees meer

  • “In 15 jaar kan er veel veranderen,” zegt de coach op de fitnessclub. Met het oog op de vervanging van mijn knie oefen ik alvast met de krukken. Ik zeg dat het 15 jaar geleden min of meer automatisch ging. Had ik ook een nieuwe knie gekregen.
    “Wat?” vraagt de coach.
    “N... lees meer

  • Ongetwijfeld las ik het eerder, nooit zo bewust, maar gisteren was het in deze krant ineens een harde confrontatie: de stenen winkel. Daar moeten we heen als we niet willen worden opgelicht. In winkels die niet van steen zijn, loop je dat risico, de webwinkels.

  • In een radioprogramma hoorde ik zaterdag een werker in de geestelijke gezondheidszorg spreken over `een stukje herbeleving’.  Ik kromp ineen, ben niet zo van dat soort stukjes.

Pagina's