Normaal was het al onrustig voor Koningsdag, de biertappunten die werden opgesteld, versiering in de straten, vrachtbusjes vol hamburgers en beenham die naar een bestemming jakkerden. Ik hing nooit de spelbreker uit, maar werd er ook niet vrolijk van. Zeggen we snel: dat we erge... lees meer
In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Groen
Forse man van een jaar of dertig steekt de straat over. Hij heeft zomerse kleuterkleding aan, telefoneert intens en kijkt daarom niet op of om. Ik nader hem fietsend en manoeuvreer mijn fiets om hem heen. Gaat maar net, want er wil ook een vrachtwagen voorbij. Als ik de telefonerende man ben gepasseerd, roept hij me na: `Bellen, lul!’ Ik heb hier best iets over te zeggen, maar de man in zomerse kleuterkleding lijkt me niet iemand met wie productief van gedachten te wisselen valt, dus ik rijd door. Ik ben bovendien een vriendelijke fietser. Zoiets mag je niet van jezelf zeggen, maar toch doe ik het. Over vriendelijke fietsers ging het gisteren in een radioprogramma. Ik hoorde er maar een staartje van: een vrouw met een kordate stem zegt dat veel fietsers zich onbeholpen gedragen, bijvoorbeeld veel te hard rijden op fietspaden en medefietsers van de weg af drukken. Ik knik instemmend. En ondertussen zijn die hardrijders ook nerveus met hun fietsbel in de weer. Ik noteerde het hier al eerder: vaak zijn het min of meer kale mannen met rugzakjes om en doppen in hun oor, woedend kijken ze voor zich uit. De vrouw op de radio zegt dat je groene ventieldopjes moet kopen wanneer je je wilt manifesteren als vriendelijke fietser. De kniesoor in mij wordt dan onmiddellijk wakker: je kunt toch ook zónder groen ventieldopje laten merken dat je vriendelijk bent. En wat te doen als ik een fietser met groene ventieldopjes zich onvriendelijk zie gedragen? Draai om de oren geven? Kwaad naar de groene ventieldopjes wijzen?
Columns
-
-
Ineens is er een storend geluid, midden in de nacht, hier in het hotel op Vlieland. Lijkt een elektronische wekker. Ik grijp mijn mobieltje, want daarop heb ik de wekker ingesteld. Het is 03.50 uur en nee, het is niet mijn wekker. Ik loop speurend door de hotelkamer, terwijl ik... lees meer
-
Lang geleden dat ik op een boot ben geweest. Dat denk ik op weg naar Vlieland. Daar moet ik zijn vanwege een kunstproject waarover ik niets kan zeggen, niet omdat ik het niet wil, maar omdat ik het niet kan. Klonk goed toen ik op de uitnodiging inging: schrijvers en musici maken... lees meer
-
“Waar denk je aan?” Die vraag komt me bijna altijd slecht uit, maar waarom mag iemand het niet vragen? Denken kan een belangrijke bezigheid zijn waarover je best wat informatie mag verstrekken. Waarom ik de vraag moeilijk verdraag, is omdat die altijd komt wanneer het me niet du... lees meer
-
Van spreekwoorden en gezegden houd ik niet, zeker niet wanneer die over het weer gaan, wat ook komt omdat ik het niet graag over het weer heb. Als iemand zegt “April doet wat hij wil”, gaan die woorden als een vuist in mijn maag tekeer. Ook voel ik lichte schaamte die ik nauweli... lees meer
-
Terwijl ik gistermorgen in deze krant het stuk over de geur van de Noordzee lees (en andere geuren), ruik ik die geur ook. Het is iets voor half 8, ik zit met de krant opengeslagen aan tafel, kopje espresso ernaast. Dat zijn ook al drie geuren: die van de vroege ochtend, de dag... lees meer
-
Donderdagvond kreeg ik berichten van leeftijdgenoten, en met leeftijdgenoten bedoel ik nu intimi uit exact hetzelfde geboortejaar (door sommigen `bouwjaar’ genoemd, waar ik nooit voor ben), met de boodschap: “We zijn aan de beurt!” Gevolgd door de aansporing meteen de GGD te bel... lees meer
-
Als een gang van zaken `toestanden’ wordt genoemd, is waakzaamheid geboden. Italiaanse toestanden bijvoorbeeld. Dat hoor je weleens: “Ja, dan krijg je dus Italiaanse toestanden!” Meestal is er dan geen andere typering voorradig en moeten we een beetje tasten naar wat er precies... lees meer
-
In een interview met een caféhouder uit Amersfoort lees ik dat hij jaloers wordt als hij de Engelse premier Boris Johnson nu al een pint bier aan zijn liepen ziet zetten. Heb ik ook gezien, op een foto of in het journaal, en dat is inderdaad een aantrekkelijke manier van bier dr... lees meer
-
Als je het over onze premier hebt moet je er in deze tijd eigenlijk altijd bij zeggen dat hij demissionair is, maar dat weten we onderhand wel. Tijdens zijn teleurstellende persconferenties zegt hij, onze premier dus, haast iedere keer dat iedereen in de gezondheidszorg zich het... lees meer
-
Toevallig keek ik op en zag mijn buurman het huis passeren, in grote haast, wat uitzonderlijk is, want hij is altijd in de ban van onwaarschijnlijke rust. Hij ziet dat ik hem zie, en maakt een prikbeweging bij zijn rechter bovenarm.
-
Aan Lee Towers denk ik haast nooit. Als ik hem zie en hoor, denk ik: sympathieke man, als de hele wereld uit Lee Towersen zou bestaan, hoefde er nergens militair worden ingegrepen. Zijn repertoire vind ik niet te doen, maar dat ligt aan mij. Als hij uit beeld is, blijft er geen... lees meer
-
Als mensen beetje plechtig proberen te praten, wat bijvoorbeeld politici van harte doen, hoor ik ze vaak zeggen dat ze afwegingen maken, liever dan “Ik moet er nog over nadenken”. Zelf heb ik nog nooit beweerd dat ik afwegingen maak, heb zelfs nooit beseft dat ik dat aan het doe... lees meer
-
Nog even. Dat zeggen we deze dagen vaak tegen elkaar: nog even. Zo vaak dat ik niet meer weet hoe ik erbij moet kijken. De versoepeling, daar gaat het dan over. Net alsof die het begin is van een nieuwe tijd. Misschien is dat ook even zo, maar hoe lang duurt het voordat we die w... lees meer
-
“Heb je al gebéld? Je kunt gewoon bellen, hoor.” Gaat over de GGD. Vaccinatie. Mensen zeggen dat ik moet bellen want er is altijd wel `een plekje vrij’, waarmee bedoeld wordt dat er vaccins over zijn, en die moeten natuurlijk wel ergens in, in mij bijvoorbeeld.