Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Puffen

Woordspeling of niet: zonzeker? Ik hoorde het woord op de radio in een zinnetje dat ik niet goed verstond. Ik dacht dat het was: `De Nederlander is zonzeker.’ Maar het kan ook best zijn: `De Nederlander wil zonzeker zijn.’ In het eerste geval dus ja, een woordspeling. In het tweede geval ook min of meer, maar niet helemaal. Misschien moet ik er helemaal niet over beginnen, maar door mijn lichte allergie voor woordspelingen, spits ik waarschijnlijk iets te snel waakzaam de oren. Het gaat in ieder geval over zon, dat is duidelijk. De Nederlander kan niet zonder, ook duidelijk. Ik haast me erbij te zeggen dat ik met deze Nederlander weinig heb, want ik kan best zonder zon. Uiteraard heb ik het dan niet over zon in het algemeen, maar de vakantiezon, de zon waarvan we bruin worden, de zon waarvan we hoogzomerse kleren aan gaan trekken en met een klagend lachje puffen, terwijl we met de handen wapperen. Betekent `zonzeker’ nu dat de Nederlander onzeker wordt als de vakantiezon zich nauwelijks laat zien of is het een wens, voor mijn part een hárde eis, dus de Nederlander wil daar zijn waar de zon als een gek aan de hemel staat te branden? Ik vermoed het laatste, want zo is de Nederlander wel. Deze Nederlander reist dus naar de zonzekere bestemming, maar stel dat het daar toch tegenvalt, de zon heeft er geen zin in. Dan weet de Nederlander zich geen raad. Beetje langs winkels sjokken, op straat verveeld lopen eten, dat soort dingen. Is altijd zo: een woordspeling of wat daarop lijkt, voorspelt zélden veel goeds!

Columns

  • Soms is iets bij wijze van spreken en moet je het niet letterlijk nemen. Ik las tragische berichten over PostNL: ze gaan nog minder bezorgen dan nu al het geval is. Dat een brief of kaart die je vandaag post, morgen ter plekke is, heb je al lang uit je hoofd gezet. Het is binnen... lees meer

  • In een rapport van de onderwijsinspectie staat dat het slecht gesteld is met de rekenvaardigheden van leerlingen in de onderbouw. Daar hangt ook een conclusie aan: dat ze later niet goed kunnen functioneren in de maatschappij.
    Over die conclusie denk ik al een tijdje na. ... lees meer

  • Paar weken geleden ging het over ufo’s die vijftig jaar geleden boven het Friese plaatsje Gorredijk waren gesignaleerd. Niet door één personen, nee, meer mensen. Herinner ik me niets van. In 1974 zat ik in een fase van mijn leven met waarschijnlijk weinig ruimte voor dat soort v... lees meer

  • Bij het bericht van de dood van Joan Haanappel dacht ik meteen: legendarisch. Geloof zelfs dat ik het woord hardop uitsprak. Niemand van mijn generatie kent haar naam niet. Niet alleen mijn generatie, Lindsay van Zundert, kunstschaatsster van nu, spreekt vol liefde en bewonderin... lees meer

  • Op de fitnessclub moet je altijd beginnen met een kwartiertje op de spinningfiets, een fiets waarop je nergens heen kunt, op een standaard. Warmdraaien. Staan er vier naast elkaar. 
    Vaak zit mijn bevriende buurman naast me. Hij gaat harder dan ik. Heb geleerd dat niet erg t... lees meer

  • Kleine dingen kunnen grote dingen zijn. In De Volkskrant lees ik een interview met ex-minister Grapperhaus. Erboven staat dat hij Wilders ongeloofwaardig als minister-president vindt. Vind ik ook. 

  • In de jaren vijftig werd er bij ons thuis nog vaak over de oorlog gesproken. Dat was overal zo. Misschien zeg ik het niet goed, maar het was altijd net alsof ze voorzichtig, beetje bedremmeld, naar woorden zochten, zeker wanneer het ging over dierbaren die niet waren `teruggekom... lees meer

  • Als ik een bericht krijg dat me eraan moet herinneren dat ik dan en dan bij de tandarts of mondhygiëniste moet zijn, staat er een QR-code bij. Met de opdracht die na binnenkomst te scannen.

  • Goed voor mijn humeur, die foto van een lachende postbode, gisteren in deze krant. In uniform ook nog, inclusief pet. Foto is uit 2012, ik dacht dat het uniform toen al lang was afgeschaft. Kan haast niet geloven dat het niet zo was, maar misschien had de postbode het vanwege zi... lees meer

  • Je denkt dat het niet waar is, je wilt dat graag denken, maar misschien is het toch waar of een beetje waar, maar wel waar genoeg: de formatie ligt min of meer even stil vanwege de voorjaarsvakantie. Ja, de informateur moet zich in alles verdiepen, maar die voorjaarsvakantie is... lees meer

  • Aan het begin van deze eeuw ging ik met een collega (v) voor een radioprogramma van de VPRO naar evenementen waar we normaal nooit aan toekwamen. Daarvan deden we dan gul verslag. Ik noem Holiday on Ice. Of een Woonbeurs. En natuurlijk de Huishoudbeurs die vandaag weer openbloei... lees meer

  • Ze keek weergaloos vrolijk naar binnen, de jonge vrouw die voorbij het huis stepte. Ik kende haar niet, maar door haar lach vergiste ik me misschien en hadden we toch een keer met elkaar te maken gehad. Sommige mensen kunnen zwaaien met hun lach. Daarom zwaaide ik terug.
    Ze... lees meer

  • Ernstige dag gisteren. Ja, Valentijnsdag, maar ik heb er niets van gemerkt, wat verder niet erg is, maar het maakte de dag wel ernstig. Het formatiedebat natuurlijk: ook enorm ernstig. Ook was het Aswoensdag, een opmerkelijke dag in mijn katholieke jeugd.

  • “Doe toch gezellig mee!”
    Is al vaak tegen me gezegd. Laatste jaren niet meer omdat de oproep doelloos bleek, maar daarvoor wel. Niet omdat ik sikkeneurig was, maar het zat niet zo in me, gezellig meedoen. Ik wilde heus wel, maar wist niet hoe en terwijl ik er me best voor d... lees meer

  • Verstandig verbond ik altijd met saai. Nog steeds, maar zeker in mijn jeugd. Mijn moeder had gelukkig niet veel erge zinnetjes in huis, maar deze zat in haar standaardrepertoire: “Doe wel verstandig, jongen.” Aan haar toon hoorde ik dat het om een staat van zijn ging die ik waar... lees meer

Pagina's