Graag kom ik in een dierenspeciaalzaak. De logeerpoes is er nog en daarom kan het gelukkig. Zonder dier in je directe nabijheid kun je natuurlijk ook rustig zo’n winkel binnengaan, maar misschien heel stom, ik vind dat raar. Je hebt er niks te zoeken, maar je doet net alsof, wan... lees meer
In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Uitjes
De zin die begint met: Ik wil me nergens mee bemoeien, máár. En achter dat `maar’ komt er dan van alles, vaak te veel om meteen te behappen. Tegen mij wordt het dikwijls gezegd: Ik wil me nergens mee bemoeien, máár. Ik denk dan altijd over de verkeerde dingen na, bijvoorbeeld over het uitgangspunt dat als je je niet ergens mee wilt bemoeien, je dat dan ook niet doet. Aan het meeste wat ik niet wil, begin ik niet. Dat hoort bij willen en niet willen. Er is nog meer aan de hand met `Ik wil me nergens mee bemoeien, máár’. Het gaat meestal over een handeling of iets wat je beweert. De ander heeft daar een opvatting over en steekt die niet onder stoelen of banken, want: Ik wil me nergens mee bemoeien, máár. Soms komen die woorden als mosterd na de maaltijd. Voorbeeldje: een paar dagen geleden zat ik in de huiselijke kring bij wijze van lunch twee haringen te eten. Op bruin brood. Met veel uitjes en zuur erbij. Lekker! Toen ik daarmee klaar was, vroeg de huiselijke kring: `Zeg, je hebt dadelijk toch een interview?’ Ik knikte terwijl ik met een servet het gebied rond mijn mond reinigde. De huiselijke kring vervolgde: `In die niet zó grote radiostudio?’ Weer knikte ik en ik overwoog een glas koude jenever te nemen, want dat hoort er eigenlijk bij, bij haring. Maar ik zag er vanaf, want ik wilde lekker fris dat interview ondergaan. Toen kwam: `Ik wil me nergens me bemoeien, máár dan had ik hier toch geen haring met uitjes zitten eten. Is nogal aangenaam voor die interviewer!’ Dan raak ik dus in de war en op slot.
Columns
-
-
In mijn omgeving is het niet sterk te merken dat de meeste Nederlanders in eigen land met vakantie gaan. Vrienden hoor ik zeggen: “Zondag gaan we rijden.” Dat zeg je niet als je naar de Veluwe gaat. Nee, naar `het zuiden’.
-
De straat hier in nu ruim twee weken autovrij. Behalve dat er dus geen auto’s meer rijden of geparkeerd staan, lijkt de straat op een straat waar ze nooit geweest zijn, die auto’s. Nog steeds praten we vaak over de rust waaraan we nauwelijks gewend zijn, ik heb ook de indruk dat... lees meer
-
Prettig de naam weer eens te horen: Lassie. De hond speelt de hoofdrol in een Duitse film die nu in onze bioscopen te zien is. Ik ga er niet heen, in mijn jeugd was er genoeg Lassie. We keken ernaar op de Duitse televisie die in het oosten van het land goed te ontvangen was. Het... lees meer
-
Uitdrukkingen die ik nog niet ken en ook weinig hoor, noteer ik meestal. Zo hoorde ik een tijdje terug Madeleine van Toorenburg van het CDA zeggen over de SP: “Ja, die partij staat altijd met snoep voor de poort.” En Hans de Boer van het VNO-NCW kan er ook wat van. Hem werd iets... lees meer
-
Bij terugkeer van vijf weken elders bleek onze kleine omgeving veranderd: de straat was autovrij geworden. Twee roodwitte paaltjes aan de ene kant, twee aan de andere. Mijn eerste gedachten waren dom: waar laad ik de auto uit en waar zet ik die daarna neer? Was het verwende gewo... lees meer
-
Of ik het een goed idee vind, weet ik niet. Als je zegt dat je niet weet of je iets een goed idee vindt, vind je het meestal geen goed idee. Ik heb het over de wereld van Bommel die in Groenlo aan de provinciale weg N18 uit de grond wordt gestampt. Moet over een paar jaar klaar... lees meer
-
“Kunt u een muntje missen voor de opvang.” Iedereen die weleens een supermarkt verlaat, kent deze vraag.
In de crisistijd – mogen we zeggen dat die voorbij is?- had ik nooit meer muntjes. Contant betalen mocht nergens, alles ging met het kaartje, zodat je ook niet zo hoefd... lees meer -
Op mijn bureau ligt een artikel uit deze krant van dinsdag. Erboven staat: `Flirten met een mondkapje op, zo doe je dat’. Ik moet dat, geloof ik, juist niet doen, maar was toch geïnteresseerd en tegelijkertijd ook weer niet omdat het me onbarmhartig confronteert met kansen die i... lees meer
-
Sportzomer is een woord dat paar jaar geleden in omroepland is ontstaan. Met hoofdletter. Aan alle seizoenen kun je het woord sport vooral laten gaan, want sport is er nooit niet. Maar er is iemand geweest die hardop vond dat de leegte van de vaderlandse zomertelevisie enige dyn... lees meer
-
De apotheek waarvan ik klant ben, is niet groot. Als je er zit of staat te wachten hoor je bijvoorbeeld waar een andere klant de zalf moet aanbrengen. Wil ik niet horen, maar het kan me helaas niet ontgaan.
Er mogen al een tijdje maar drie mensen tegelijkertijd binnen zijn,... lees meer -
In mijn werkkamer kijk ik uit op een binnenplaatsje waar niets gebeurt. Deze zin schreef ik al vaker op, maar dat doe ik graag. De hele dag raak ik in diverse gebeurtenissen verzeild, maar als ik achter mijn bureau zit, wil ik vooral dat de gebeurtenissen in mijn hoofd een rol s... lees meer
-
Er zijn maar een paar winkels waar ik graag kom. Een ervan is de Kantoorvakhandel. Zo heet die hier in de buurt. Je kunt ook zeggen dat het een winkel is met kantoorartikelen, maar misschien klinkt dat te frivool, kantoorartikelen. Kantoorvakhandel, ja, het heeft wat.
-
Het interessante van een nieuw woord is onder meer dat je een jaar of twee geleden geen idee had wat het betekende: zelfscanplein. Nou ja, geen idee, je snapte natuurlijk dat je zelf iets scande en dat op een plein deed, maar wat en waar? Het woord is gewoon geworden. Ik sprak h... lees meer
-
Nog even kom ik terug op de elektrische grasmaaimachine die was bekeken door `een mannetje’. Die stelde vast dat ik iets verbrand had in het binnenste van het apparaat en dat ik dus een nieuwe moest kopen. Deze analyse kostte twee tientjes, wat ik geen geld vond.