Normaal was het al onrustig voor Koningsdag, de biertappunten die werden opgesteld, versiering in de straten, vrachtbusjes vol hamburgers en beenham die naar een bestemming jakkerden. Ik hing nooit de spelbreker uit, maar werd er ook niet vrolijk van. Zeggen we snel: dat we erge... lees meer
In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Uitroeptekens
Wat het is, weet ik ook niet, maar vaak kan ik van simpele triomfen opgetogen gestemd raken. Een friteskraam hier in de buurt van het park, daar gaat het om. Het is geen echt gelukt bouwsel, mogal wrakkig, nauwelijks een inspirerende uitstraling, maar ik heb daar geen last meer van sinds ik er vorig jaar een degelijke snack kocht. Het is zondag vroeg in de middag, ik heb een sterke kater en voel dat iets véts wonderen kan doen. Daarom vraag ik om een frietje pindasaus. De uitbater van de kraam is een middelbare Marokkaanse man die een beetje lijkt op een professor zoals we een professor uit oude films kennen: verstrooid en vol gezellige waanzin. Als hij heeft gehoord heeft wat ik wil, zegt hij aandachtig: `Ik heb de pindasaus zélf gemaakt.’ Geen belangrijke woorden, maar ze maken diepe indruk op me. Heb zelfs het gevoel dat ik door zijn pindasaus een stukje verder in mijn leven kom. Goed, dat was een jaar geleden. Gisteren kwam ik er weer langs en zag dat de kraam geverfd was. Nou ja, geverfd, zoiets. Laat ik het zo zeggen: hier en daar moet er sprake zijn geweest van een kwast. Ook hangt er een bord naast de open ruimte van waaruit de de Marokkaanse uitbater de wereld bedient. Dat bord is met een dikke viltstift beschreven. Er staan slechts drie woorden op, maar die mogen er zijn, wat vooral door de uitroeptekens komt. Hier komen ze: `Friet!’ En daaronder: `Friet met!’ Ik weet dat de man nog meer te bieden heeft, onder mee de zelf gemaakte pindasaus, maar dit vind hij even genoeg. En dat is het ook!
Columns
-
-
Ineens is er een storend geluid, midden in de nacht, hier in het hotel op Vlieland. Lijkt een elektronische wekker. Ik grijp mijn mobieltje, want daarop heb ik de wekker ingesteld. Het is 03.50 uur en nee, het is niet mijn wekker. Ik loop speurend door de hotelkamer, terwijl ik... lees meer
-
Lang geleden dat ik op een boot ben geweest. Dat denk ik op weg naar Vlieland. Daar moet ik zijn vanwege een kunstproject waarover ik niets kan zeggen, niet omdat ik het niet wil, maar omdat ik het niet kan. Klonk goed toen ik op de uitnodiging inging: schrijvers en musici maken... lees meer
-
“Waar denk je aan?” Die vraag komt me bijna altijd slecht uit, maar waarom mag iemand het niet vragen? Denken kan een belangrijke bezigheid zijn waarover je best wat informatie mag verstrekken. Waarom ik de vraag moeilijk verdraag, is omdat die altijd komt wanneer het me niet du... lees meer
-
Van spreekwoorden en gezegden houd ik niet, zeker niet wanneer die over het weer gaan, wat ook komt omdat ik het niet graag over het weer heb. Als iemand zegt “April doet wat hij wil”, gaan die woorden als een vuist in mijn maag tekeer. Ook voel ik lichte schaamte die ik nauweli... lees meer
-
Terwijl ik gistermorgen in deze krant het stuk over de geur van de Noordzee lees (en andere geuren), ruik ik die geur ook. Het is iets voor half 8, ik zit met de krant opengeslagen aan tafel, kopje espresso ernaast. Dat zijn ook al drie geuren: die van de vroege ochtend, de dag... lees meer
-
Donderdagvond kreeg ik berichten van leeftijdgenoten, en met leeftijdgenoten bedoel ik nu intimi uit exact hetzelfde geboortejaar (door sommigen `bouwjaar’ genoemd, waar ik nooit voor ben), met de boodschap: “We zijn aan de beurt!” Gevolgd door de aansporing meteen de GGD te bel... lees meer
-
Als een gang van zaken `toestanden’ wordt genoemd, is waakzaamheid geboden. Italiaanse toestanden bijvoorbeeld. Dat hoor je weleens: “Ja, dan krijg je dus Italiaanse toestanden!” Meestal is er dan geen andere typering voorradig en moeten we een beetje tasten naar wat er precies... lees meer
-
In een interview met een caféhouder uit Amersfoort lees ik dat hij jaloers wordt als hij de Engelse premier Boris Johnson nu al een pint bier aan zijn liepen ziet zetten. Heb ik ook gezien, op een foto of in het journaal, en dat is inderdaad een aantrekkelijke manier van bier dr... lees meer
-
Als je het over onze premier hebt moet je er in deze tijd eigenlijk altijd bij zeggen dat hij demissionair is, maar dat weten we onderhand wel. Tijdens zijn teleurstellende persconferenties zegt hij, onze premier dus, haast iedere keer dat iedereen in de gezondheidszorg zich het... lees meer
-
Toevallig keek ik op en zag mijn buurman het huis passeren, in grote haast, wat uitzonderlijk is, want hij is altijd in de ban van onwaarschijnlijke rust. Hij ziet dat ik hem zie, en maakt een prikbeweging bij zijn rechter bovenarm.
-
Aan Lee Towers denk ik haast nooit. Als ik hem zie en hoor, denk ik: sympathieke man, als de hele wereld uit Lee Towersen zou bestaan, hoefde er nergens militair worden ingegrepen. Zijn repertoire vind ik niet te doen, maar dat ligt aan mij. Als hij uit beeld is, blijft er geen... lees meer
-
Als mensen beetje plechtig proberen te praten, wat bijvoorbeeld politici van harte doen, hoor ik ze vaak zeggen dat ze afwegingen maken, liever dan “Ik moet er nog over nadenken”. Zelf heb ik nog nooit beweerd dat ik afwegingen maak, heb zelfs nooit beseft dat ik dat aan het doe... lees meer
-
Nog even. Dat zeggen we deze dagen vaak tegen elkaar: nog even. Zo vaak dat ik niet meer weet hoe ik erbij moet kijken. De versoepeling, daar gaat het dan over. Net alsof die het begin is van een nieuwe tijd. Misschien is dat ook even zo, maar hoe lang duurt het voordat we die w... lees meer
-
“Heb je al gebéld? Je kunt gewoon bellen, hoor.” Gaat over de GGD. Vaccinatie. Mensen zeggen dat ik moet bellen want er is altijd wel `een plekje vrij’, waarmee bedoeld wordt dat er vaccins over zijn, en die moeten natuurlijk wel ergens in, in mij bijvoorbeeld.