Veel vragen zijn zodra ze beantwoord zijn, niet meer belangrijk. Maar er zijn er wel die terugkeren. Ik noem een huishoudelijke: bij ons in de buurt wordt het vuilnis altijd op maandag (en donderdag) opgehaald, gebeurt dat dan ook op twee paasdag? Of op tweede kerstdag, tweede pinksterdag, dus de dagen die agnosten en atheïsten graag afgeschaft zien, aldus het Sociaal en Cultureel Planbureau?
“Is dat een typisch mannending, hoe groter, hoe beter?” Die vraag hoorde ik in de actualiteitenrubriek op Radio 1, gisterochtend voor achten. Ging over de paasvuren in het oosten van het land. Was onduidelijk of de Achterhoeker aan wie de vraag gesteld werd, de bedoeling ervan tot op de bodem begreep, maar misschien was hij ook te intens bezig met de paasvuren zelf. Een volgende vraag van de verslaggever was hoe het voelt wanneer de vlam erin gaat.
Er nooit bij stilgestaan dat ik als fietser nog moet gaan nadenken over het dragen van een helm. Of nadenken, niks nadenken, beseffen dat ik er niet onderuit kan. Is naïef. Mijn fietsenpark bestaat uit twee fietsen: een gewone en een elektrische, maar misschien is een elektrische ook een gewone. Op de elektrische neem ik plaats als ik wat verder weg moet en vooral als ik daar op tijd moet zijn. De helmplicht komt doordat het aantal doden door een fietsongeluk verontrustend steeg. Helder.
Van ziek zijn is de aangenaamste fase het uitzieken. Je hoeft nog niets, niet van jezelf, niet van je lichaam dat natuurlijk ook bij jezelf hoort, maar er is niet veel naars meer aan de hand. Je denkt aan de dag van morgen wanneer je weer op de been bent. Je kunt dan door met de orde van de dag die je eigen is, en waarvan je je een kleine week geleden distantieerde. Interessant is dat je sommige dingen in de orde van de dag anders gaat aanpakken. Heb je bedacht tijdens de koortsige dagen voor het uitzieken. Koorts kan ook kraakheldere momenten opleveren.
Gisterochtend zag ik in een televisieprogramma dat een bisschop de bloemen zegende die klaarlagen om naar Rome vervoerd te worden. Zondag staan ze op het Sint Pietersplein wanneer de paus de wereld toespreekt. De hoop leeft dat hij zal zeggen: bedaank voor die bloeme. Het was het zegenen dat me beetje vertederde. De bisschop deed het met een kwast die hij eerst in een chique emmer doopte. Oud gebruik. In onze katholieke kindertijd zeiden we tegen elkaar dat die kwast normaal als pleeborstel functioneerde. Denk ik nu niet meer. Die tijd is voorbij.
Veel vond ik opmerkelijk in de documentaire over president Zelensky zondagavond. Van de vluchtelingen hier in de straat begrijp ik dat hij ook voor de oorlog vaak onder vuur lag, wat kwam doordat hij een man met beperkte politieke ervaring was en daar niet altijd handig mee omging. Maar nu was hij op volle kracht een held.
Even dacht ik: toch nog! Twee jaar voorzichtig geweest, gemondkapt door het grootste gedeelte van het dagelijks leven gelopen, enorm gevaccineerd, huizen in quarantaine gemeden en zaterdagmorgen ineens: koorts! De avond daarvoor naar het Boekenbal geweest, een lawaaierige chaos waar haast iedereen elkaar veel te intiem begroet, maar daar kon het toch niet van zijn. Zo snel gaat het niet, lees ik altijd.
Aan het woord workshop heb ik lichte hekel. Klinkt zo pretentieus en veel te deftig, Maar goed, af en toe krijg ik de vraag of ik een workshop Schrijven wil geven. Schrijven met een hoofdletter, want dan is het menens. Kan zijn dat het gaat over schrijven van verhalen, maar ook schrijven in het algemeen: hoe maak je op papier zo duidelijk mogelijk wat je duidelijk wilt maken? Daar houd ik me graag mee bezig, ook omdat ik een pesthekel heb aan bijvoorbeeld een brief die voor mij bedoeld is terwijl ik niet begrijp wat erin staat.
In mijn woonplaats wordt op veel plaatsen aan de weg gewerkt en aan de omgeving ervan. Ik heb de indruk dat dit in veel woonplaatsen het geval is. Allemaal vooruitgang. In het verkeer ben ik meestal fietser en dan is het vaak puzzelen hoe je ergens komt. Dat is niet altijd erg, want terwijl je naar de snelste omweg zoekt, heb je tijd om na te denken over waar je heen gaat. Kan nuttig zijn. Bij die werkzaamheden staan verkeersregelaars, mannen en vrouwen in zware gele kleding en met communicatieapparatuur.
Nooit dacht ik zo over mezelf, maar ik weet dat ik het ben: beeldschermwerker. Zo sta ik trouwens niet ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Laat ik het zo zeggen: ik ben óók beeldschermwerker. Sta ik nooit bij stil, maar zojuist wel toen ik hoorde dat ik voortaan om elf uur in de ochtend één minuut ga bewegen onder leiding van Willie Wartaal. We hebben het hier over de Nationale Beweegminuut. Doelgroep: beeldschermwerkers.