Het probleem lijkt dit jaar groter dan eerder: familie en Kerstmis. Nog nooit las ik er zo veel over. Ook op de radio hoorde ik nogal wat kalmerende adviezen. Zolang ik me kan herinneren is er altijd gedoe. Wie wel uitnodigen en wie niet? Moeten we oom Bert niet uit de buurt van de kerstboom houden? Zeg, je gaat toch niet te veel drinken. Misschien is ook dát een vorm van folklore. Dit jaar is het echter menens, een nationale kwestie. Komt ook doordat we graag iets hebben waarover we intens kunnen praten.
Je hoort niet vaak meer zeggen dat iemand `een wijsneus’ is. Misschien is het een wat sleetse typering, misschien zijn er minder wijsneuzen, misschien houden ze zich een beetje gedeisd, hoewel dat geen typische eigenschap van een wijsneus is. Deze week zag ik er een in het televisieprogramma De Slimste Mens. Onuitstaanbaar, maar ik kijk er alleen maar naar als ik niet alleen ben. Dus dat ik kan laten horen hoe véél ik weet. En als ik iets niet weet, doe ik of ik er even niet op kon komen. Enorm wijsneuzerig gedrag.
Nog nooit hoorde ik eerder in deze periode zo vaak over `de kerstwandeling’ spreken. Het gaat nog verder, ik las ook al een dun artikel over `lekker bewegen met de kerst’, met als variant `lekker bewegen voor je aan het diner gaat’. Als ik niet, zoals nu, duchtig geblesseerd ben, probeer ik een keer of drie per week aan sport te doen, maar ik zou dat niet `lekker bewegen’ willen noemen. Wie me bezig ziet, zal dat ook niet zo snel denken. Bewegen, alla, lekker, nee zeg, maar wat is lekker?
Wanneer hoor je bij een focusgroep? Een klein aantal Nederlanders is bevraagd over de winter- en zomertijd. Wat willen ze? Het is geen gewoon onderzoek, nee, een flitspeiling, dus een peiling die razendsnel wordt gedaan. Binnen focusgroepen dus.
Lang geleden liep ik ook met een wandelstok. Na een knieoperatie. Ook ten gevolge van sportbeoefening. Eerst krukken, toen wandelstok, gelukkig maar een week of twee. Bijna twintig jaar geleden, maar met die stok had ik soms het gevoel dat ik op weg was naar een andere levensfase. Heb ik nu weer een beetje. Over mijn nieuwe sportblessure schreef ik hier. Dom opgelopen tijdens het verlaten van de sportruimte. Een arm hangt in het gips in een ding, geen mitella, iets anders. En vanwege een gehavend been is er die wandelstok.
Of ik het goed verstaan heb, weet ik ineens niet meer, maar gisteren hoorde ik op het ochtendjournaal dat er dit jaar 6 miljoen kerstpakketten worden uitgedeeld. 6 miljoen? En ook dat werkgevers ongeveer 47 euro per pakket uitgeven, meer dan vorig jaar, want toen was het omstreeks 41 euro. Het gaat goed met ons. We kennen de geschiedenis van het kerstpakket. In oude en bijna vergeten tijden werden die verstrekt aan arme werknemers met grote gezinnen die niets te besteden hadden, ook met Kerstmis niet. Dan kwam er het pakket. Grote vreugde en dankbaarheid.
Het Groot Dictee der Nederlandse Taal is een mooi evenement. Toch zag ik er nooit naar uit. Faalangst! Maar ik voel me er wel altijd bij betrokken, daarom luisterde ik zaterdagochtend. Voor de televisie is het blijkbaar niet meer interessant genoeg, maar de radio is niet zo kleinzielig. En bij Frits Spits is het in goede handen. Paar dagen daarvoor hoorde ik Wim Daniëls zeggen dat het een makkelijk dictee was. Hij schreef het, kon het dus weten, maar ik vond het moeilijke informatie: “Iedereen kan het.” Fouten zijn dan nog dommer.
Soms lees ik een artikel over namaakvlees, dus geen echt vlees, en dan voel ik lichte fascinatie en vraag me daarna even af waaróm je dat zou willen eten. Je bent tégen vlees, vanwege het milieu, vanwege leed dat dieren wordt aangedaan, en eet het daarom niet. Begrijpelijk. Maar waarom dan wel iets dat op vlees lijkt en ook vaag naar vlees moet smaken? Of de vergelijking met bier zonder alcohol opgaat, weet ik niet. Je drinkt dat niet omdat je tégen echt bier bent, misschien tegen alcohol, maar ik vind het toch iets anders, er zit een ándere ideologie achter.
Er is onderzoek verricht naar onze omgang met kerstversiering. Van dat soort onderzoeken houd ik nogal. En ik ben opgehouden me druk te maken omdat mij weer niets gevraagd is. Daar práát ik zelfs niet meer over.