Het is bijna 30 jaar geleden dat de vrolijke zanger Nico Haak overleed. Alweer 30 jaar geleden? Ja, bijna! We herinneren hem van liedjes als Foxy Foxtroten Is je moeder niet thuis?.Zijn band heette De Paniekzaaiers. Nou, als je Nico Haak en De Paniekzaaiers over de vloer kreeg, ging het dak eraf, en de voetjes van de vloer. Nico Haak was ook in advertenties te zien. Hij droeg een magische armband, de Bioregulator. En dat sieraad was overal goed voor, vooral voor de doorstroming van alles, geloof ik.
Een veel te log woord voor de eerste week van het jaar: gedragsinterventie. Ik kwam het tegen in een interview met Patricia Schutte van het oerdegelijke Voedingscentrum. Ze heeft het over de leefstijlcoach die in het basispakket van de zorgverzekering komt. Ook een nogal log woord voor de eerste week van het jaar: leefstijlcoach. Helder wat die gaat doen: ons coachen in onze leefstijl. Dat kunnen we niet zelf. Dus als we te veel zoutjes en frites eten, zegt de leeftijdcoach dat we dat niet moeten doen. Dat heet dan gedragsinterventie.
Goede voornemens moeten niet al te duidelijk zijn. Als je stopt met iets, héb het daar dan niet te vaak over. Zeker niet vragen of het opvalt. Ieder jaar signaleer ik in de eerste week van het nieuwe jaar mannen met te veel lichaam die in een gloednieuw trainingspak en op kakelverse sportschoenen door het straatbeeld draven. Ook vrouwen, maar mannen zijn in de meerderheid. Het is sterk zichtbaar dat ze het niet uit vrije wil doen, wat hun dynamiek een aandoenlijke glans geeft.
Zolang ik me kan herinneren voel ik me een beetje doelloos op de eerste dag van het nieuwe jaar. Zo loop ik ook rond, doelloos. Ik wil iets, maar geen idee wat. Ja, ik probeer te denken aan dat nieuwe jaar, maar weet niet zo goed waar ik met denken moet beginnen. De muziek in Wenen fascineert me nauwelijks en het skispringen ook niet. Begrijp me goed, ik ben voor heel veel in, maar op nieuwjaarsdag nauwelijks. Ik ga naar de ruimte waar ik me het meest thuis voel, mijn werkkamer, maar om nu te gaan zitten werken, nee, ook maar liever niet.
Op weg naar het einde van het jaar zit ik vaker dan anders overdag in de bioscoop, beetje weg van het leven dat we als `het echte leven’ beschouwen. De bioscoop bij mij in de buurt heeft vier kleine zalen waar ik graag achterin zit. Als je bij de bar iets te drinken koopt, mag je dat mee de zaal in nemen. Voor velen een stimulans dat enorm te doen. Vooral de laatkomers. Bijna iedere bezoeker weet hoe laat de film begint, staat duidelijk aangegeven. Laatkomers dus niet, woord zegt het al.
Bericht van zachte pracht: een vrouw van 99 in Engeland ontvangt liefdesbrief van een verloofde van lang geleden. Brief is gevonden in een gezonken schip, 77 jaar terug geschreven. Van die verloofde had ze nooit meer iets gehoord. Destijds zou ze vast met hem getrouwd zijn geweest, maar waarschijnlijk kwam hij om in de oorlog. Ze trouwde twee keer. Of die huwelijken gelukkig waren, vermeldt het bericht niet.
Net als een teer vaasje uit de kerstdagen gekomen, ben ik nog niet toe aan heldere eindejaarsgedachten. Is iets om morgen voorzichtig aan te beginnen. Dan is er nog een termijn van drie dagen. Of die dagen voldoende zijn voor een heel jaar, weet ik nog niet.
Er zijn mensen die vandaag `derde kerstdag’ noemen. Het is niet duidelijk waarom. Twee lijken me voldoende. Het is net alsof de tweede al een iets andere toon heeft dan de eerste. Eerste kerstdag klinkt een beetje plechtig. Gisteren vond ik het zelfs even een gewone woensdag.
Het probleem lijkt dit jaar groter dan eerder: familie en Kerstmis. Nog nooit las ik er zo veel over. Ook op de radio hoorde ik nogal wat kalmerende adviezen. Zolang ik me kan herinneren is er altijd gedoe. Wie wel uitnodigen en wie niet? Moeten we oom Bert niet uit de buurt van de kerstboom houden? Zeg, je gaat toch niet te veel drinken. Misschien is ook dát een vorm van folklore. Dit jaar is het echter menens, een nationale kwestie. Komt ook doordat we graag iets hebben waarover we intens kunnen praten.
Je hoort niet vaak meer zeggen dat iemand `een wijsneus’ is. Misschien is het een wat sleetse typering, misschien zijn er minder wijsneuzen, misschien houden ze zich een beetje gedeisd, hoewel dat geen typische eigenschap van een wijsneus is. Deze week zag ik er een in het televisieprogramma De Slimste Mens. Onuitstaanbaar, maar ik kijk er alleen maar naar als ik niet alleen ben. Dus dat ik kan laten horen hoe véél ik weet. En als ik iets niet weet, doe ik of ik er even niet op kon komen. Enorm wijsneuzerig gedrag.