Voordat ik gisterochtend de gordijnen opende, had ik op de radio al een keer of vijf over lente horen spreken. Is aangenaam. Mooi, zacht woord. En alle woorden waarin lente voorkomt, zijn dat ook. Zelfs lenteuitje, een prettig uitje immers – en ik heb het nu niet over een uitstapje, hoewel uitstapjes in de lente ook niet te versmaden zijn, want dan ga je tintelen van verwondering, wat overigens in andere seizoenen ook het geval kan zijn, áls je maar goed om je heen kijkt.
Er is iets mis met de nationale opiniepeiling. Is onderzocht. Kort door de bocht: steeds minder mensen zijn bereid hun opinie te geven. Mij is dienaangaande niets gevraagd. Ik merk dit niet stampvoetend op, ik stel alleen vast dat me nóóit wat gevraagd wordt. Ja, als ik via internet iets koop, krijg ik meestal nog voordat ik het product in huis heb, een enquête op het scherm en moet ik bijvoorbeeld een waardering opgeven over mijn contact met de verkoper. Welke verkoper, denk ik dan. Maar die vraag kun je niet invullen.
Eergisteren las ik in een zaaltje voor uit eigen werk, verhalen, stuk uit een roman, wat columns. Tegen het einde is er gelegenheid vragen te stellen. Hoeft niet per se van mij, maar het is gebruikelijk en ik vind het niet erg. Een gezellige mevrouw vroeg of ik mijn column over Patricia Paay wilde voorlezen. Ik dacht niet: Patricia Paay, wie is dat, maar ik zei dat ik geen column over haar had. De gezellige mevrouw, met fijne houten kunstwerken aan de oren, zei dat het haar zo’n leuk onderwerp leek. Ik vond dat niet. We kregen er gelukkig geen ruzie over.
Een oproep aan ons allemaal – dat staat er boven een open brief die gisteren op de achterkant van De Volkskrant stond, ondertekend door 29 landgenoten, van wie ik er groot aantal ken en hoog heb. Ze schrijven namens de overgrote meerderheid van Nederland dat ze genoeg hebben van geschreeuw en aan fatsoen hechten. Ja, in alles wat erin staat kan ik me vinden. Spinnend lees ik de mooie zin over geluk: dat je dat vermenigvuldigt door het te delen.
Ineens ben ik me weer bewust van mijn lichaamstaal! Normaal helaas nooit zo, maar het komt door de verkiezingstijd. Door de debatten. Deze week was het eerste tussen vooraanstaande lijsttrekkers en gisteren hoorde ik op de radio een deskundige de lichaamstaal van de mannen bespreken, dit keer alleen maar mannen. Vrouwen hebben ook een lichaamstaal, maar een ander soort. Het is nogal wat, onze lichaamstaal.
Op internet is op te zoeken waar restaurants of cafés of winkels zonder muziek te vinden zijn. In winkels hoor ik de muziek soms wel, maar ik luister er niet naar. In de meeste gevallen is dat ook niet de bedoeling. Beetje mysterieus waarom die dan toch te horen is. Misschien gaat er iets rustgevends van uit, maar ik geloof dat ik nog nooit rust heb gevoeld terwijl ik mijn dagelijkse boodschappen doe, wat natuurlijk niet best is, want waarom zou je dat niet in alle rust doen, waarom zou je er niet, wat sommige mensen noemen, `een momentje’ van maken?
Wegens omstandigheden. Vind ik altijd een rare verklaring. Iets is wegens omstandigheden gesloten of iemand komt wegens omstandigheden te laat. Alles is vanwege omstandigheden! Ik sta bijvoorbeeld wegens omstandigheden onder de douche. Dadelijk loop ik wegens omstandigheden naar de supermarkt. Dit stukje schrijf ik ook wegens omstandigheden. Laat het maar weg, denk ik meestal, of zeg wat de omstandigheden zijn, voor zover we wat met de omstandigheden te maken hebben.
Meteen zeg ik erbij dat het uiteraard per ongeluk was, maar per ongeluk reed ik op het fietspad een vrouw aan die van haar fiets stapte. Het was niet ernstig en ze was niet gewond, maar ik had me in haar omvang vergist.
Als zwevende kiezer heb ik een map op mijn bureau waarin ik zo nu en dan een knipsel stop. Ook informatie over partijen of lijsttrekkers van partijen waarvan ik zeker weet dat ik er niet op zal stemmen. Maar graag vorm ik me een compleet beeld van het politieke landschap.
Goed dat Lodewijk Asscher pleit voor het recht onbereikbaar te zijn. Hij heeft het over werknemers die buiten werktijd niet gestoord mogen worden. Dat recht lijkt me de normaalste zaak van de wereld, maar zulke zaken beginnen steeds zeldzamer te worden.