Gisterochtend hoorde ik in een radioprogramma voor de zoveelste keer over `de boze witte man’ spreken en toen besefte ik pas dat ik daar nooit bij stil sta, bij wat de boze witte man precies wil, wat de boze witte man drijft, ja, waarom de boze witte man boos is. En de boze witte man is natuurlijk ook een boze witte vrouw en waarschijnlijk wordt een boze witte vrouw nog bozer omdat ze een boze witte man wordt genoemd. Het kan ook zijn dat het de boze witte vrouw niets kan schelen, omdat ze wel iets anders aan haar hoofd heeft, namelijk boos zijn.
De foto zie ik nergens terug, maar ik weet zeker dat ik op het station van Nijmegen op een affiche van de SP een foto zag waarop de heer Roemer stond met bokshandschoenen. Misschien maakte hij ook wel boksende bewegingen, maar dat beeld staat me nog maar vaag bij. De tekst was: Klaar om te knokken. De partij van de heer Roemer is me sympathiek, maar ik zal er niet op stemmen, hoewel ik dat misschien niet moet beweren, want ik ben als altijd enorm zwevend.
Als je niet meer leerplichtig bent, lijkt het een klein dingetje, maar dat is het niet: het opsteken van de vinger gaat langzaam uit het onderwijs verdwijnen. De scholieren houden nu een wisbordje omhoog. Het woord wisbordje had ik nog nooit uitgesproken of opgeschreven, maar de betekenis ervan is helder. Dus de onderwijzer vraagt hoeveel 3 x 3 is en als je dat weet, schrijf je het op het wisbordje en steekt dat omhoog. Dat is onder meer om verlegen kinderen ook de ruimte te geven.
Deze week overkwam het me een paar keer: iemand wenst me het beste toe voor het nieuwe jaar en voegt eraan toe “Of mag het niet meer?”. Het zijn ook mensen die rond twaalf uur “Goedemorgen” zeggen, verschrikt op hun horloge kijken en zich dan verontschuldigen: “O nee, het is al middag.” Dat hoeft toch niet!
Wanneer zijn collega’s irritant? Ik las er een artikel over. Handen wassen is een punt, begrijp ik. Mensen ergeren zich als collega’s dat niet doen na toiletgang. Ik denk dan: dat weet je toch niet. Wasbak en kraan bevinden zich toch bij het toilet. Ja, als het aan de handen te zien is dat ze niet gewassen zijn, dan is het natuurlijk andere koek. Ook na het snuiten van de neus moeten de handen gewassen worden. Wist ik niet. In mijn opvoeding kwam het niet voor, terwijl het bij ons thuis qua goede manieren geen janboel was.
Jongeren (millennials) eten vaker buiten de deur dan ouderen. Was op televisie, stond in de krant, ik moet er dus iets mee. Uiteraard keek ik even naar de percentages, want dat doe je dan. Bijna 30 procent van 18- tot 36-jarigen minstens één keer per week, van de bevolkingsgroep waartoe ik behoor, 51- tot 70-jarigen maar 10 procent. De thuisbezorging is ook onderzocht. Daar doen de millennials ook meer aan. Over deze kwestie komt nog steeds geen gedachte in me los.
Sommige afkortingen hoor je zo vaak dat je je nooit afvraagt welk woord of welke woorden afgekort worden. Ik had het gisterochtend met BOVAG. Ik zocht het even op: Bond van automobielhandelaren en garagehouders. Hoezo BOVAG? Ik hoorde op de radio spreken over het wassen van auto’s, een thema dat me nauwelijks interesseert, maar toch luisterde ik. De BOVAG adviseert ons de auto eens per week te wassen. Als ik BOVAG was zou ik dat advies misschien ook wel geven, want de meeste mensen maken gebruik van een wasvoorziening die bij een garage hoort.
Veroorzaakte bijna opluchting dat het nog echt winter kon zijn. Duurde maar even, maar toch. Was gelukkig nog niet vergeten hoe het voelde: wakker worden en zonder naar buiten te kijken weten dat het gesneeuwd heeft. Dat hóór je, ook al ligt er maar een flinterdun laagje. Ik heb het over de vroege ochtend. Het is anders stil dan wanneer er geen sneeuw ligt, een geruststellende stilte. Het is dan ook lekker om naar buiten te gaan. Ik deed dat om een uurtje op de fitnessclub door te brengen.
Een klein halfjaar was het weg, maar nu staat er weer een precies tegenover het huis, een compact blauw bouwseltje waarop WC-tje staat, met daaronder een telefoonnummer: 0345-571170. Uit het dak van het WC-tje steekt een bescheiden pijpje voor afvoer en toevoer van lucht. Eerst was het WC-tje er vanwege een verbouwing twee huizen verder. Die verbouwing duurde twee jaar. Nu is het huis van de buren aan de beurt. Begint maandag, maar gisteren, op Driekoningen, werd het WC-tje geplaatst.
Iets voor de supermarkt, midden op het trottoir, staat een vriendelijke jongen met een klembord in zijn handen. Het is te laat om hem te ontwijken. Hij zegt: “Goedemorgen. Hoe gaat het met u?” Ik antwoord “Uitstekend” en loop geërgerd door. Ik heb het hier al vaker opgebiecht: daar heb ik onmiddellijk spijt van, ik vind mezelf vreselijk onaardig. Natuurlijk weet ik dat hij me wat wil aansmeren of zoiets en daar heb ik vandaag geen zin in, wat ik ook tijdens een kort gesprek duidelijk kan maken.