Tegen overbodige woorden die een ander woord belangrijker of zoiets moeten maken, verzet ik me telkens weer. `Met oprechte deelneming’ vind ik al moeilijk, zeker op een voorgedrukte kaart, maar alleen `met deelneming’ is niks. Dit weekend botste ik weer tegen `onafhankelijk onderzoek’ op. Kwam het tegen in artikelen over mevrouw Arib, aan wie niet veel mensen meer denken, maar ik wel.
Terwijl ik vaak met het openbaar vervoer reis, zit ik zelden in een bus. Slappe beginzin, maar hij moest even. Wie deze week met de trein van het westen van het land naar het zuiden wilde, raakte in Utrecht in een probleem verzeild, want de trein ging niet verder, wegens geplande werkzaamheden, tussen Utrecht en Den Bosch. Ik ben gek op de excuustaal van de NS en neem die mee naar mijn dagelijks leven: “Nee, ik kom vanavond helaas niet, wegens geplande werkzaamheden.” Wisselstoring kan ook, maar geplande werkzaamheden klinkt iets dynamischer.
Tot mijn grote vreugde woon ik in een straat waar vaak opnamen gemaakt worden voor een speelfilm. Waarom die vreugde? Natuurlijk vanwege mijn verslaafdheid aan verwondering en ook omdat ik ervan houd als de echte en bedachte werkelijkheid door elkaar heen lopen. Hier in de straat kijken we nergens meer van op. Ja, soms een beetje, bijvoorbeeld toen er vier Duitse soldaten, zoals die eruitzagen in de Tweede Wereldoorlog, langs onze huizen kuierden terwijl ze gretig broodjes rucola wegwerkten. Duitse film over Anne Frank.
Knutselproject – dat is het woord ervoor, hoorde ik later, toen in mijn leven geen ruimte meer was voor knutselprojecten. Ik sta stil bij de herfstdoos, een knutselproject dus. Ik zag er gisteren kinderen mee lopen. Misschien zaten er in die dozen iets anders, maar aan de buitenkant te zien kon dat haast niet. Daar begon het in mijn vroege leerplichtjaren mee: eerst alle kanten van een schoenendoos zo herfstig mogelijk maken, crêpepapier, waterverf, knipsels met bladvalfotootjes.
Vraag me niet hoe het kan, maar ik wist het: gisteren was het de Internationale Dag van het Handen Wassen! Uiteraard zocht ik op of het waar was. Was het. Soort feestdag: we vieren het belang van goede hygiëne. Nooit bij stilgestaan dat zoiets gevierd kan worden, maar daarom alleen al is zo’n dag nuttig. Vanwege de feestelijkheid maar een flesje opengetrokken en ondertussen gemijmerd over het wassen van de handen.
Wat is er met je aan de hand als je nooit zenuwachtig bent? Is dat een kwaliteit? Als ik me zoiets afvraag, moet ik natuurlijk eerst naar mezelf kijken. Daar kan ik trouwens al zenuwachtig van worden, want ik weet dat ik altijd wel iets zie wat anders moet, maar ja, hoe dan?
Dierbaar collega wordt 40 en stuurt een uitnodiging rond voor een feest: een filmavond met dansen na. Ik slaag er nog steeds niet in me te identificeren als danstype, maar vanaf de zijlijn zal er vast genoeg te beleven zijn. In deze veronderstelling werd ik gesterkt toen ik zojuist de uitnodiging nogmaals ontving, nu met een nuancering, een dresscode: sexy pyjama.
In de boekwinkel kocht ik gisteren Hoe houd je je hart zacht van journalist en documentairemaker Natascha van Weezel. Het boek heeft ook een ondertitel: Een pleidooi voor het radicale midden in tijden van oorlog. De boekhandelaar en ik hebben het even over de zachte krachten die deze samenleving nodig heeft.
Volgens mij is het een oud plan. Meer dan een plan, het kwam ook tot leven: post- en pakketbezorgers bezorgden niet alleen post en pakketten, maar hielden ook een beetje in de gaten wat er in een buurt aan de hand was. Als ze zagen of vermoedden dat er ergens moest worden ingegrepen, waarschuwden ze de instantie die daarvoor verantwoordelijk was.
Bekend tafereel in onze supermarkten: man of vrouw met een vuilniszak vol blikjes voor de statiegeldmachine, soms twee vuilniszakken. Tafereel heeft een dreigend onverstoorbare uitstraling. De gang van zaken verdraagt geen communicatie, er is geen ruimte voor de vraag: “Duurt het nog lang?” Een vraag die in alle omstandigheden geestdodend is.