Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Infectie

Over lichamelijke klachten praat ik niet graag, zeker niet wanneer ik daardoor iets niet kan. Ik heb het speciaal over rugklachten. Heb ik soms, nooit permanent. Mensen met wie dat wel het geval is, benijd ik niet. Ik lees dat een wervelkolomchirurg die werkzaam is in onder meer de Nijmeegse St. Maartenskliniek, zegt dat veel rugklachten het gevolg van een infectie zijn en dus eenvoudig verholpen kunnen worden met een antibioticakuur. Het kan zijn dat ik er een beetje te kort door de bocht over doe, maar ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die dat lastig vinden. Het gaat soms nogal mákkelijk over rugklachten. Komt er iemand niet opdagen, is het: `Ja, hij kreeg het ineens aan zijn rug.’ Vaak denk ik: ja ja. Komt door een man in mijn kindertijd. Ons huis moest worden opgeknapt en toen verscheen die man ten tonele. Een vriendin van mijn ouders zei over hem: `Wat zijn ogen zien, maken zijn handen.’ Hoe oud was ik? Jaar of zes. Toen ik die woorden hoorde, leek me dat meer in het leven niet strikt noodzakelijk was. De eerste beunhaas die op mijn pad kwam, besefte ik later. Hij was voortvarend bezig in ons huis en keek daarbij alsof hij in gebed was verzonken. Dat vond ik ontzagwekkend en ik vroeg mijn moeder was er met hem aan de hand was, want er was iets. Mijn moeder zei dat ze het ook niet wist, maar dat hij niet kon werken omdat hij het aan zijn rug had. Omdat mijn moeder deed alsof dit de normaalste zaak van de wereld was, vroeg ik niet door. Dat deed ik daarna ook nooit, doorvragen bij rugklachten

Columns

  • Altijd denk ik vandaag nog: Dag van de Arbeid. Lang geleden dat ik er iets aan heb gedaan. Ja, halverwege de jaren zeventig, toen ik nog in Nijmegen woonde. In een somber gebouw dat Het Kolpinghuis heette, nog steeds trouwens, toen vooral een danscentrum voor alleenstaanden, was... lees meer

  • Zelf krijg ik nooit meer een tik op de vingers. Ben daarom vergeten hoe het voelt. Toen ik me in mijn kinderjaren oriënteerde op de wereld, kwam er weleens een, maar dat is inmiddels al een tijdje terug. Ik léés er wel over. Dat bijvoorbeeld de Belastingdienst een tik op de ving... lees meer

  • Er zijn bewegingen waarover je niet te lang moet nadenken, want dan stagneert er iets. Bijvoorbeeld als we iemand begroeten of afscheid nemen. Je gaat een hand geven, maar hoe regisseer je de hand en dus ook min of meer de arm. Breng je je hand naar die van de ander toe of laat... lees meer

  • Iedereen zal het weleens hebben, dat je denkt: waar ben ik in ‘s hemelsnaam mee bezig? Het is niet altijd zo dat die vraag wijst op een probleem, maar kan nuttig zijn er een antwoord op te hebben. Dan stel je je bijvoorbeeld voor dat je het moet uitleggen aan iemand die van ni... lees meer

  • “Wat kunnen ze tegenwoordig toch veel, jongen.” Mijn moeder zei het vaak, de laatste jaren van haar leven steeds vaker. Ze zei het altijd met trotse blijdschap. Ze maakte immers deel uit van een tijd met veel vooruitgang en steeds meer mogelijkheden. Soms was ze ook licht verb... lees meer

  • Hoewel ik zelf niet zo snel meer in een gat in de markt zal duiken, let ik altijd goed op of ik er een zie. En zaterdag was dat zo. 

  • In de wachtkamer van de tandartsengroep (beetje dreigend woord) wacht ik niet op de tandarts, maar op de mondhygiëniste. Het duurt daar nooit lang, maar toch blader ik gretig door de oude tijdschriften. Op een ervan, ik geloof de Linda, staat op de voorkant dat Roxeanne Hazes... lees meer

  • Nooit te snel denken: wat raar. Niet oordelen over iets wat je niet begrijpt, want hoe kún je daarover oordelen, dat kan toch alleen over wat je wél begrijpt. 
    Gisteren dacht ik weer sterk aan mijn opvoeding. Mijn ouders zeiden dat soort dingen vaak tegen me. Lange tijd w... lees meer

  • Gesprekstechniek waarvan ik niet houd, is het zinnetje: “Zeg, hierover gaan het nu toch niet hebben?” Vraag is gelukkig niet prominent aanwezig in mijn leven, maar ik ben niet optimistisch als ik aan vandaag denk: verven van de eieren. Dat is de kwestie. 

  • In mijn directe omgeving leest niemand Libelle. Ik geloof niet uit principe, maar men komt er niet toe. Daarom kan ik het ook niet hebben over de 85steverjaardag van het tijdschrift dat het nog steeds goed doet, beter dan Margriet. Ik las vorige week een interview met de hoofdre... lees meer

  • Soms heb ik geen zin de hele tijd te kiezen. Geen zin, nee, dat is het niet, ik kán het niet altijd. Heb ik uiteraard niet over grote keuzes, nee, in het dagelijks leven. Ik koop zakje patat. De uitbater vraagt: “Wat doen we erop?” Ik zeg: “Met.” En dan zie ik de lijst links van... lees meer

  • De eerste keer dat ik de Matthäuspassion helemaal hoorde, herinner ik me sterk. Was in de middag van Goede Vrijdag 1975, dus vrij laat in mijn leven, maar daarvoor dacht ik dat ik niets had met de muziek van de generatie die niet de mijne was. Ik bleef lang puber. 

  • Is een standaarduitdrukking geworden: “Ik word er niet blij van.” En altijd denk ik: blij, blij, het is nogal wat, blij. Maar goed, ik word er niet blij van als ik lees dat veel ziekenhuiszorg nutteloos is. Is onderzocht, op verzoek van onder meer de ziekenhuizen zelf. 

  • Soms is er de vraag of je iets over wilt doen. In je leven, bedoel ik. Nee, denk ik dan meteen. En nog een keer: nee. Terwijl ik dat nu opnieuw denk, voel ik dat het iets te ongenuanceerd is. Er waren zéér gelukkige momenten, zéér gelukkige periodes, ik wil er best naar terug, m... lees meer

  • Een verhelderende ervaring: ik zit boven een artikel over lichaamsvet en ineens merk ik dat ik niet meer weet wat ik aan het lezen ben. Het stuk is geschreven met het oog op de naderende zomer. In de zomer kijken we anders naar elkaar en zien we scherper wie te zwaar is en wie n... lees meer

Pagina's