Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Perspectief

Kun je genoeg krijgen van ergens genoeg van krijgen. Die vraag lijkt ingewikkelder dan die is. Voorbeeldje: wie zich in Nederland per fiets of lopend verplaatst, wordt vaker nat dan niet nat, zéker nu het najaar op stoom aan het komen is. Is altijd storend. Laat ik het zo maar samenvatten: storend. Ik ken mensen die daar geïrriteerd genoeg van krijgen. Hoor ik zelf ook bij. Toen ik gisteren voor de derde keer, op één dag dus, doorweekt raakte, dacht ik: ik moet me niet op de kop laten zitten en er iets van máken, maar ja, wát. Het gaat dan uiteraard om iets wat je je in je hoofd haalt, in dit geval een gedachte die er nog niet was. Ik dacht bijvoorbeeld na over het verschil tussen de regen in het voorjaar en die in het najaar. Ik heb het dan niet over het temperatuursverschil, daar gaat het niet om. Het is meer een kwestie van perspectief. Voorjaarsregen is ook een ander woord dan najaarsregen. Het laatste klinkt guurder. Voorjaarsregen heeft iets vluchtigs - dat bedoel ik dus met perspectief: dadelijk is de regen weg en het nieuwe groen ziet er nat nog beter uit dan droog. Najaarsregen accentueert hoe meedogenloos de tijd verstrijkt. Het woord zegt het al: de kern van het jaar is voorbij, nu krijgen we wat er nog is overgebleven, het najaar. Hoe dat restant zinnig en aangenaam te besteden? Als je op de fiets zit en tegenwind de regen tegen je gezicht jaagt, is het niet eenvoudig te denken aan wat zinnig en aangenaam zou kunnen zijn. Toch moet het lukken. Helpt het? Die vraag is ook interessant te maken!

Columns

  • De ooievaar is terug. Stom dat ik niet wist dat die weg was, ook niet helemaal weg natuurlijk. In een stil landschap word ik er soms op gewezen: “Kijk, een ooievaarsnest!” Hoog, best ver weg in de hemel, beetje voornaam. Ik kijk altijd aandachtig. 
    Er zijn er weer meer dan... lees meer

  • “Beetje ontspanning op het gezicht graag!” Dat zei de coach op de fitnessclub gisteren. Ik had mezelf in een apparaat geklemd en moest iets strekken, maar was vergeten wat. Terwijl ik daarover koortsachtig nadacht, stond ineens de coach naast me en die zei dat. Toen ik even late... lees meer

  • Dat je pannenkoek moet schrijven en niet pannekoek, weet ik, maar ik ben vóór de versie zonder –n en ik geloof dat het stiekem ook best mag. Maar goed, daar gaat het niet om. 

  • Vanavond en vannacht zijn er heel wat vallende sterren te zien. Afgelopen nacht geloof ik ook, maar toen had ik dringende bezigheden binnenshuis. Hoe het zit met vallende sterren is me al vaak helder uitgelegd, vooral toen ik jong was en me veel uitgelegd moest worden, maar die... lees meer

  • Precair vrouwenonderwerp, maar ik moet het niet schuwen: de overgang. Ik ben er niet zo thuis in, hoewel ik er natuurlijk wel mee te maken heb gehad, maar hoe ik er ongeveer mee omging, heb ik niet opgeslagen in mijn kastje met nuttige weetjes. 

  • Forse windstoten vandaag. Gisterochtend hoorde ik het al op radionieuws van 7 uur. De nieuwslezer voegde er een advies aan toe voor de kampeerders onder ons: we moesten controleren of de tentharingen stevig in de grond stonden. Of het precies die woorden waren, weet ik niet meer... lees meer

  • Krijgt mijn levensloopstress een gevoelige optater als ik niet zeker weet of ik witwasklant bent? Misschien heb ik bij mijn bank wel een neutraal risicoprofiel, maar daarover kun je niet bellen waarschijnlijk: “Kunt u me zeggen hoe het zit met mijn risicoprofiel?” 

  • Toen deze week de autogordelkwestie werd aangesneden, dacht ik uiteraard aan mijn eigen omgang met die voorziening. Op de grote weg, geen punt, gordel altijd om. Ik heb een auto uit 1993 en soms doet de gordel niet altijd mee met wat ik wil. Moet dan langs de kant van de weg gaa... lees meer

  • Iemand tegenkomen en dan een tijdje staan praten over wanneer we elkaar voor het laatst gezien hebben. Lang geleden, dat is duidelijk. Waar was het dan? Op een feestje? Ja, vast op een feestje, want we stonden te lachen. Dat weten we zeker, er was iets vrolijks aan de hand. Dat... lees meer

  • Nog steeds is mijn overtuiging dat het goed is als er niet altijd méér gebeurt dan er al gebeurt. Voorbeeld in de spoorsfeer: nog niet zo lang geleden zat of stond je op een perron te wachten op de trein. Dat was het: jij op een perron en de trein die er nog niet was, momenten d... lees meer

  • Als ik een trendwatcher hoor praten, denk ik bijna altijd: wat is het toch een grappige vorm van verlakkerij. Maar goed, ze voorzien blijkbaar in een behoefte, niet in een van mij, maar dat zegt niets. Soms lijkt het me dat het best eens waar zou kunnen zijn wat een trendwatcher... lees meer

  • Minister Schouten wil dat we streekproducten meer waarderen. Ik heb een groot zwak voor deze minister, dus over alles wat ze wil, denk ik met genoegen na. Zou ik een streekproduct uit mijn omgeving kunnen noemen? Tafelzuur. Maar is dat wel een streekproduct? Is het niet een bewe... lees meer

  • In een verhitte discussie over het boerkaverbod heb ik helemaal geen zin. Om hoeveel vrouwen gaar het in Nederland? Genoeg voor een verhitte discussie? Ja, zeggen mensen die het ineens over principes hebben, maar het gaat om het principe. 

  • Hoe vaak maakte ik het al mee? Bij de kassa van de supermarkt lees ik: geen saldo, betaal anders. Boodschappen al ingepakt, alle energie gericht op de buitenlucht. De vrouw achter de kassa kijkt me aan met een lege blik.

  • Mijn werkkamer is in het souterrain. De ramen aan de voorkant zijn klein, aan de achterkant groot. Daar staat mijn bureau. Ik kijk uit op een binnenplaatsje, wit betegeld, veel planten, begrensd door een muur in een kleur waarvan ik de naam niet ken, Italiaans, zandkleurig.

Pagina's