Gelukkig wordt me zelden gevraagd wat er door me heen gaat. Die vraag is alleen aan de orde wanneer topsporters een topprestatie geleverd hebben. Ik ondervind wel andere erge vragen, zoals: “Is er iets?” Of: “Waarom vraag je dat?” Ook erg: “Wat bedoel je?”, terwijl het glashelde... lees meer
In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Zomeravond
Bijna altijd moeten verkleinwoorden een alarmbelletje doen rinkelen. Denk bijvoorbeeld aan de ontregelende vraag: heb je een minuutje? Mijn bevriende buren stellen ’s avonds voor: `Zullen we rond een vuurtje op het dak gaan zitten.’ Dak is hier niet het dak van kom-van-dat-dak-af, maar een dakterras. Waar het me in dit voorstel om gaat is het woord `vuurtje’. Bedoel wordt vuur in een korf of in een bak die op een korf lijkt, zeg maar vuur voor de gezelligheid. Ik ben daar een voorstander van, maar vanwege het verkleinwoord denk ik dat mijn vrienden het vuur niet helemaal serieus nemen. Dat blijkt ook wel op het dakterras. Daar doet zich vooral rookontwikkeling voor. En niet zo’n beetje ook. Het vuur zelf houdt zich gedeisd, het draait het gezegde Waar Rook Is Is Vuur bij wijze van spreken om. Mijn vrienden zeggen dat het door de wind komt en ook door het natte hout en terwijl ze deze woorden uitspreken, moet ik mijn best doen ze te zien, want door de rook zijn ze bijna aan het oog onttrokken. Iedereen moet ook enorm hoesten. Dat schept een band, maar het is niet de band die we zoeken op deze zomeravond. Als ik later, veel later weer in mijn bed lig met de ramen open, ruik ik de rook nog. Die is een beetje bij mijn haar en de rest van mijn lichaam gaan horen. En ineens denk ik aan de zomerkampen van vroeger. Aan het kampvuur. En de liedjes rond het kampvuur - `Kumbaya’ schiet me te binnen. En in de nacht in je slaapzak rook je naar rook, een geur die je naar huis deed verlangen, maar dat was heel ver weg.
Columns
-
-
Sommige dingen veranderen nooit, gewoon omdat het niet kan. De dag na de verkiezingen lees je vaak dat de opkomst historisch laag was, dat de grootste partijen de grootste blijven maar wel inleveren, en waarom mensen niet gestemd hebben (“Het leeft hier niet zo”).
Zo hoort... lees meer -
Belachelijke hoeveelheid glaswerk! Staat allemaal in een kast die ik dagelijks open, maar nog nooit vond ik het een belachelijke hoeveelheid. Stuk of tien jeneverglaasjes bijvoorbeeld. In dit huis is zeker al twintig jaar geen jenever meer gedronken. Is van een tijd die voorbij.... lees meer
-
Wanneer ik dadelijk naar het stemlokaal loop, vol democratische trots, met opgeheven hoofd, borst vooruit, weet ik gelukkig wat me daar te doen staat. Toen ik een stemwijzer had ingevuld, begreep ik wat ik wilde en dat verraste me niet tot mijn opluchting. Er bleven twee partije... lees meer
-
Zwevender dan ooit ben ik, maar dat zeg ik de laatste jaren telkens paar dagen voor de verkiezingen. Ligt dat aan mij? Waar heb ik behoefte aan? Vraag ik me dat te weinig af?
-
Wat je natuurlijk ook krijgt: ik ben geen klager, maar soms even wel. Dat gebeurt dan zonder dat ik er erg in heb. Ik was naar de supermarkt geweest en zei dat het daar verschrikkelijk was. Dat was het ook, niet anders dan anders, maar de ene keer heb je er meer last van. Verder... lees meer
-
Waar het vandaan komt, weet ik precies: maar ik voel altijd lichte irritatie wanneer er voor gangbare levensmiddelen het woord luxe komt te staan. Luxe brood bijvoorbeeld. Ik koop het zelf ook zo nu en dan, dus ik maak me ook schuldig aan het voortbestaan ervan.
-
De meeste vervelende zinnetjes uit mijn kindertijd hoor ik soms nog. Bijvoorbeeld: “Hoe vaak moet ik dat nog zeggen?” Dan ging het om iets wat helemaal niet meer tegen je gezegd hoefde te worden, iets wat je heus wel wist, maar je had geen zin eraan te denken.
Dat vervelen... lees meer -
In de supermarkt sta ik contactloos te betalen, als er een eindje verder onrust ontstaat, bij de kassa waar mensen afrekenen die een praatje op prijs stellen. Daar briest een mevrouw. Ze heeft kranig haar en is het niet eens met wat er op de kassabon staat vermeld. Het stukje pa... lees meer
-
Ja, hoe heet zo’n voertuigje? Iedereen kent ze wel, die canapeetjes op wielen die steeds vaker in het stadsbeeld te zien zijn. Een brommobiel, hoorde ik iemand zeggen. Een elektrische citycar.
Vorige week stond er ineens een in onze autovrije straat geparkeerd. Het... lees meer -
Wie is er niet aan gewend aan de sirene die iedere eerste maandag van de maand precies om 12.00 uur wordt getest? Niet op nationale en religieuze feestdagen, want dat zijn nu eenmaal dagen waarop er niets alarmerends kan gebeuren. Op Dodenherdenking trouwens ook niet, maar die d... lees meer
-
Toen de straat ruim twee jaar geleden autovrij werd, plaatste de gemeenten aan weerskanten twee rood-witte paaltjes. Die zijn weg te halen. Twee bewoners hebben een sleutel.
-
Er is een reclamespotje dat bedoeld is voor mensen die een vakantie in een zonnig oord overwegen. Er wordt in dat spotje gezegd dat je nieuwe herinneringen kunt gaan maken in, en dan komt er een land. Telkens denk ik na over dat herinneringen maken, over hoe je dat doet? Je ligt... lees meer
-
Woorden waarvoor ik me schaam, probeer ik zo min mogelijk uit te spreken. Als ik het per ongeluk toch doe, voel ik lichte kramp. Bubbels, om maar een woord te noemen. In combinatie met glaasje. Bijvoorbeeld in de zin: “Zullen we een glaasje bubbels doen?” `Doen’ is ook erg trouw... lees meer
-
Mijn eigen schuld. Gisteren zei ik in gezelschap van jonge intimi dat het morgen Aswoensdag was. En dat ik in een ander leven dan een askruisje ging halen.
De brandende vraag was: “Wát ging je halen?”
Leg dat maar eens uit. Ik moest ver terug in mijn katholieke kindert... lees meer