In mijn kindertijd zagen we de intocht van de Vierdaagse een paar keer bij vrienden van mijn ouders. Die hadden een huis aan de Sint Annastraat, met een groot balkon aan de voorkant. Betere plek was volgens mij niet denkbaar. Ik voelde me dan ook bevoorrecht en hoopte dat bijvoorbeeld klasgenoten me in die bevoorrechte positie zouden zien. Zij moesten op de stoep dringen om een glimp van de grote gebeurtenis op te vangen en ik zat ontspannen op een ereplaats. Ik geloof dat ik in de tweede zat, van de lagere school dus, toen ik ineens een jongen uit mijn klas zag.
Als kind dacht ik al na over buitenaards leven. En als ik dat in bed deed, kon ik niet in slaap komen, zo spannend vond ik het. Ik ben helaas al een tijdje geen kind meer, maar het houdt me nog steeds bezig. Naar films waarin deze kwestie een rol speelt, kijk ik zelden, want het buienaards leven dat zich daarin manifesteert, is bijna nooit bemoedigend. Dat komt door hoe wij als mensen over onszelf denken: alles wat niet op ons lijkt, kan niet veel soeps zijn. Dat is volgens mij een misverstand. Loop deze dagen maar eens over het strand.
Je staat er niet altijd bij stil dat sommige dingen bedacht zijn. Met bedacht bedoel ik dat erover nagedacht is. Ik las gisteren een artikel over de vorige maand overleden modeontwerper Dick Holthaus. Hij is de uitvinder van het broekpak, begrijp ik nu. Voor het televisieprogramma `Eén van de acht’ kleedde hij Mies Bouwman. En toen kwam het voorstel dus: broekpak. Mies Bouwman wilde eerst niet, maar de ontwerper hield vol. Ze ging overstag en daarna was het einde zoek. Misschien was het al door iemand bedacht, maar in Nederland was het nog niet of nauwelijks te zien.
Fascinerend dat er aan de Vierdaagse wandelaars meededen die zich per taxi van controlepost naar controlepost lieten vervoeren. Of op de fiets sprongen. Dit jaar kan dat niet meer, want er zijn nu ook mobiele controleurs van wie niemand weet waar ze hun werk zullen doen. Ze letten ook op de kleding van de deelnemers. Die moet betamelijk zijn. Ben ik een groot voorstander van. De Vierdaagse is een internationaal festijn, maar vooral Nederlanders kunnen qua kleding beschamend omgaan met warm weer. De controleurs moeten ook voorkomen dat er in tuinen geplast wordt.
In een Nederlandse zomer gebeurt er weinig waarover publiekelijk te praten valt. Daarom zijn alle praatprogramma’s met vakantie. Dat heeft voor- en nadelen. Heel raar, maar soms mis je ze toch. Nu bijvoorbeeld. Graag had ik bij Matthijs of Eva of Humberto of Sven of Max de rechter aan het woord gehoord die een agent tot twee jaar cel veroordeelde. Die agent wilde op een parkeerterrein in Heerlen een ramkraker aanhouden. Die ramkraker reed op de agent af. Daarom voelde die zich bedreigd en schoot. De ramkraker werd niet geraakt, maar degene die naast hem zat.
Het is niet veel, 6 euro voor een uitleg waaraan je iets hebt. Toch wordt er gemord over dit apotheektarief. Je kunt je afvragen wat een uitleg is en wat niet. Gisteren haalde ik een medicijn op en toen zei de apothekersassistente: `U heeft dit al eerder gehad.’ Ik knikte. Ze vroeg: `U weet dus hoe u het moet gebruiken?’ Ik antwoordde dat ik dat wist en vertelde voor de zekerheid hoe ik het gebruikte. De apothekersassistente knikte tevreden. Ik ook en we namen afscheid. Ze zei niet: `Tot de volgende keer.
Op de radio hoorde ik een gesprek met een deskundige die bevestigde dat er rond 2030 een nieuwe Kleine IJstijd begint. De zon komt in een periode van koelte. Vandaar. De winters worden strenger dan we tot nu toe kennen, en de zomers gaan tegenvallen. Om een beeld te schetsen wees de deskundige op de barre winterse dagen die bijvoorbeeld vorig jaar de oostkust van de Verenigde Staten teisterden. In die sfeer dus, maar dan nog een tikkeltje erger. Misschien heel stom, maar ik kreeg er zin in, zeker met dit weer.
Gisteren, twee dagen later, keek ik nogmaals naar de Wimbledonfinale tussen Djokovic en Federer. Soms vind ik het verhelderend een wedstrijd te zien waarvan ik de uitslag ken. Ik let dan anders om momenten van concentratie en ook erg op wanneer welke speler winnaar begint te worden. Natuurlijk las ik de interviews en dan blijf ik hangen bij kampioen Djokovic die zegt: `Ik probeer altijd in het moment te leven. Ik wil niet tegen druk en spanning vechten, maar gewoon erkennen dat dit soort dingen er zijn.’ Ik lees dat, knik en snap wat hij zegt.
De vrouw aan de telefoon vraagt of ik even tijd heb. Ze heeft daarvoor ook al veel gezegd, maar dat heb ik niet verstaan. Dat komt doordat ik me afvroeg wat ik fout deed toen ik me inschreef in het Bel-me-niet-register. Ik word gelukkig niet vaak gebeld door opdringerige personen, maar het blijft helaas voorkomen. Toch vraag ik de vrouw waarom ze belt. Ze zegt dat ze het even over mijn onderneming wil hebben. O ja, ik ben verplicht ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en in ruil daarvoor word ik lastiggevallen door bedrijven die me iets aan willen smeren.
Het bezit van een caravan is een manier van leven. Vrijheid en huiselijkheid gaan hand in hand. Zoiets las ik dit weekend in een artikel waarin mensen aan het woord komen die verstand hebben van wat typisch Nederlands is. Zelf heb ik nooit een caravan gehad. Wel ging ik vaak op bezoek op de vakantiebestemming van vrienden die er wel een hadden, alweer lang geleden. Dan kreeg ik een rondleiding door de caravan, ook als ik die al kende.