De meeste reclameboodschappen waaien langs me heen. Niet dat ik ongevoelig ben voor prikkels van buitenaf, maar ik hoor meestal wel wat er gezegd of gezongen wordt zonder dat het doordringt waar het precies over gaat. En als dat wel het geval is, doe ik er verder nauwelijks iets mee. Ik schreef het al eerder, maar een uitzondering is de bakker die boven zijn etalage een bord heeft hangen waarop Lekkere Koekenstaat. Ik fiets er vaak langs en als ik de winkel nader, denk ik al aan die woorden, terwijl ik helemaal geen rusteloos liefhebber van koeken ben.
Feestverlichting! Sinds januari heb ik er niet meer aan gedacht. Nu loop ik door een smalle straat waar twee mannen van de gemeente werkzaam zijn, een op een kleine oranje hoogwerker. De feestverlichting heeft de vorm van een pakje met een rood lint eromheen gestrikt. Het laatst zag ik dit soort feestverlichting toen die in januari verwijderd werd, een kille dag vol kille regen. Heel erg januari. Was toen nog winter. Ineens zijn er weer negen maanden voorbij. Misschien moet ik over die feestverlichting denken: wat vroeg! Maar dat denk ik niet. Integendeel.
Toen ik gisterochtend om een uur of 7 mijn sportkleding aantrok (nu lijkt het net alsof ik deze woorden stoer opschrijf, wat niet zo is), vroeg ik me af hoe het ook alweer zat met de wintertijd. Willen we die nu wel of niet? Er was een discussie over, maar die heb ik niet gevolgd, omdat ik dacht: ik zie wel. Moet ik niet denken, ook omdat ik niet aan dat soort denken wil wennen. Ineens denk je van veel te veel: ik zie wel. En dan doe je nog maar nauwelijks mee aan alles.
Gisteren las ik een interview met de vrouw die met TomTom begon, Corinne Vigreux. Ze zegt dat ze met haar uitvinding duizenden huwelijken gered heeft. En dan doelt ze op de harde ruzies onderweg over hoe te rijden. Maar ze zal ook weten dat er mensen zijn die het beter weten dan de TomTom. De voorziening staat wel aan, maar wordt beschouwd als een hinderlijke bemoeial. “Naar rechts? Hoezo naar rechts? Kan echt niet! Naar rechts is volstrékt belachelijk!” Ik spreek uit eigen ervaring, maar ruzie met TomTom is anders dan zonder. Mét is vooral een autoriteitsconflict.
Doe je iets niet goed als je de Dikke Ditz cadeau krijgt? Ik bedoel natuurlijk de nieuwste versie van Hoe hoort het eigenlijk? van Reinildis van Ditzhuyzen, een naam die je meteen verbindt met goede manieren. Ik heb eerdere edities niet gezien, ben ook niet razend nieuwsgierig naar de nieuwste, maar het lijkt me goed dat die er is, vooral als je ergens niet helemaal uitkomt. Zeg je nu bijvoorbeeld wel ‘Smakelijk eten’ of niet. Niet belangrijk, niet eens leuk om te weten, maar altijd interessant kennis te nemen waarover je druk kunt maken.
Toen ik gistermorgen rond 7 uur de vuilniszak buiten zette, zei ik nors tegen mezelf dat het ook best wat later kon. De vuilniswagen komt meestal in de tweede helft van de ochtend, maar ja, ik denk altijd: gedaan is gedaan. En bovendien kan het best dat de ophaaldienst ineens een andere dienstregeling heeft, vroeger door onze straat rijdt en dan ben ik er tenminste op tijd bij. Ik dacht dat en stelde vast dat dit gedachten van niks zijn, geen gedachten om een dag mee te beginnen. Je krijgt er slap haar van en trekkende mondhoeken.
Misschien was het al bekend, maar ik kende het woord niet: geheugenkoor. Zo’n koor bestaat uit dementerende ouderen die liedjes uit hun jeugd zingen. Ik heb me er even in verdiept, het heeft geen therapeutisch doel, of toch: het is ontspannend, mensen beleven er plezier aan. Soms fijner dan de bingo.
Goed te lezen dat de NS de afgelopen jaren in de herfst beter presteerde dan voorheen. De NS stelt dat zelf vast. Toen ik dat in de krant zag staan, voelde ik lichte bezorgdheid. Het is een evaluatie die makkelijk tot verslapping kan leiden. We kennen het ook van onszelf: iets gaat minder goed en dan vinden we nonchalant dat de boog niet altijd gespannen kan zijn.
Vandaag is mijn moeder jarig. Twee jaar geleden overleed ze, maar toch blijft ze op 2 oktober jarig. Waarschijnlijk een van de eerste data die ik onthield. Na mijn eigen verjaardag natuurlijk. De meeste vaders en moeders blijven altijd jarig. Met die van mijn moeder begon er een reeks verjaardagen, mijn vader in november, ik in december, mijn oudste zusje in januari, mijn jongste in februari. Dan ook nog Sinterklaas, Kerstmis en oud & nieuw. 2 oktober was het begin van de hartelijkste tijd van het jaar.
Donderdag of vrijdag hoorde ik het op de radio, een nieuwsbericht: Felix Meurders weg bij Spijkers met Koppen. Wegens te oud. Daarna las ik het ook in alle kranten. Er is dus iets met die gang van zaken, wat blijkbaar veel mensen vinden. Felix Meurders is 72. Ik luister soms naar Spijkers met Koppen en denk nooit: interessant allemaal, jammer dat die presentator 72 is.