Gisterochtend hoorde ik vroeg op de radio een gesprek met een huisarts die vertelde dat het nuttig is dat zijn collega´s zich de-escalerende technieken eigen maken. Agressie tegen huisartsen komt steeds vaker voor. Deze week weer. Er zijn mensen die dan uitroepen: “In wat voor land leven we?” Veel vragen vind ik aantrekkelijk, maar deze niet, want we nemen meestal nooit de tijd rustig over een antwoord na te denken.
Altijd prettig om een zin te beginnen met `Nooit geweten dat’, want dat betekent dat je iets weet wat je nog niet wist. Het gaan dan om een weetje dat je had kúnnen weten, dus niet: Nooit geweten dat Ed Nijpels 35 jaar geleden een verhouding had met Linda de Mol. Want dat was geheim. Een woordvoerder van Linda de Mol ontkent dat trouwens. Linda de Mol zal het bericht dus ook niet bekend hebben gemaakt. Nee, Ed Nijpels. Maar waarom? Beschouwt hij het als een wapenfeit dat het prima doet in de herfst van zijn carrière? Misschien.
Op 4 november 1963 kreeg mijn vader voor zijn verjaardag Van Dale, Groot Woordenboek der Nederlandse Taal cadeau. Dat was nogal een uitgave toen, mijn moeder had ervoor gespaard en mijn vader was ontzettend blij. Hij vertelde mij er ook van alles over, bijvoorbeeld wanneer een woord in het woordenboek komt, dat soort dingen. Ik werd een maand later 12 en was zeer onder de indruk, 2632 pagina’s, ik had nog nooit zo’n dik boek gezien!
Altijd gaan er mensen dood, maar soms valt het meer op. En ik denk er meteen bij dat bijna geen van de doden echt verdwijnt, ook in de weken dat er stiller wordt gestorven. De ster die Aretha Franklin was, straalde zo fel dat die altijd licht blijft geven. Ik luister en kijk vaak naar haar, er zal niets veranderen, ik word er altijd sterker van. En daarvan weer vrolijker. Niemand kan zeggen dat ze er niet meer is.
Waar ik niet tegen kan, is in het openbaar een beetje op je donder krijgen. Had ik op school al. Erger dan de donderpreek vond ik mijn onvermogen er luchtig bij te kijken.
Uitstekend bericht dat Nederlanders meer bewegen dan andere Europeanen. Uiteraard gaat het om bewegingen als fietsen en rennen, dat soort dynamiek. Wandelen en tuinieren horen er ook bij. Ik wilde zeggen: bewegen dat niet per se hoeft. Maar fietsen naar je werk valt er ook onder en je moet natuurlijk wel op je werk zijn, wat ook kan met de auto kan of het openbaar vervoer (linke soep), maar op de fiets of – ik noteer het in al die tijd dat ik columns schrijf voor het eerst! – met de benenwagen is beter, voor jezelf, en ook het milieu (daarover nu even niet).
Paar keer per week fiets ik langs een bakker die boven zijn etalage een bord heeft hangen waarop staat: Lekkere koeken. Hoe lang passeer ik die winkel al? Jaar of vijftien, denk ik. Soms ga ik er binnen, niet om koeken te kopen, maar een brood. Ik zie diverse koeken liggen, maar heb nog nooit gevraagd welke bedoeld worden met `lekkere koeken’. Ik eet ook niet vaak koek en ben er nooit mee bezig in mijn gedachten. Toch vind ik het aantrekkelijke reclame: Lekkere koeken. Komt door de simpelheid ervan.
“En dan nu de foto’s!” We gaan voor de televisie zitten en daar verschijnen de foto’s van de vakantie die we zojuist voor een groot deel besproken hebben. Een uur geleden zijn de vakantiegangers teruggekeerd. In dat uur hebben ze verteld hoe de vakantie was, mooie momenten, minder mooie momenten, geweldige adresjes die niemand kent, en hoe het beste terug te rijden. De geschenken zijn uitgereikt, locale producten, aardewerk, zeep, gedroogde bloemen in een jutezakje. En nu zien we dus de foto’s die bij de afgelopen weken horen.
Soms heb je herinneringen waarvan je denkt dat het jeugdherinneringen zijn, maar dat is helemaal niet zo. Ze zijn van later. Ik moet er natuurlijk wel bij zeggen dat ik niet precies weet hoe lang je jeugd duurt. Ik ben bijvoorbeeld in sommige opzichten nog niet volwassen en dat is iets waarmee ik niet bepaald wil koketteren. Maar goed, is iets voor een andere keer.
Graag herstel ik in de vroege ochtend in huis de wanorde die de vorige dag is ontstaan. Maakt niet uit door wiens toedoen. Gisterochtend ook. Er was bezoek geweest dat zich uitbundig had gemanifesteerd. De maaltijd voltrok zich aan tafel, maar lijkt na afloop toch een lopend buffet te zijn geweest. Overal bevinden zich restanten. Ik ruim de afwasmachine in, zet flessen in een tas voor de flessenbak en dat vind ik allemaal rustgevende handelingen.