Lang geleden dat ik op kerstavond een kerk bezocht. Er zijn veel mensen die normaal nooit gaan, maar vanavond wel. Dat vinden ze er dan bij horen. Of ze houden van de sfeer die op zo’n avond speciaal is. Snap ik. Paar jaar geleden deed ik een poging, maar ik kon nergens terecht, want alles zat vol, wat misschien een goed teken was. Vanavond zitten we met wat familie bij elkaar. Het is dan de gewoonte het hoe dan ook even over Kerstmis te hebben. Bij ons thuis werd de kerstboom een paar dagen ervoor opgezet, dus niet meteen nadat Sinterklaas zijn hielen had gelicht.
Udo Jürgens dood. Lang niet meer aan hem gedacht. Kende zijn werk nauwelijks, wist bijvoorbeeld niet dat `Geef mij je angst’ van André Hazes en later Guus Meeuwis een vertaling was van een lied van hem. Ik begrijp dat nummer niet helemaal, maar ik vind het erg goed. In 1966 won hij het songfestival. Lijkt lang geleden, maar is het niet. Ik was dertien jaar en herinner me die avond levendig. `Het was stil op straat’ – dat was de typering van zo’n avond. Bij ons thuis was de huiskamer vol.
Door het huis lopend zie ik nogal wat kerstbijlagen van kranten en dubbeldikke nummers van tijdschriften. Ik geloof dat ik dit weekend misschien wel twintig interviews las en waarom ik zoiets doe, weet ik niet. Soms zijn het mooie, zinvolle gesprekken, bijvoorbeeld met nabestaanden van slachtoffers van de aanslag op het vliegtuig afgelopen zomer. Over wat je van de dood over je leven kunt leren. Maar helaas ook veel ijdeltuiterij. Dikwijls is ijdelheid milieuvervuilend. Wat bijvoorbeeld strafpleiter Theo Hiddema uitkraamt.
Toen ik gisterochtend rond zeven uur door de wind werd gewekt en niet door de wekker, vroeg ik me af: wat is de gedachte? Dat moet je je soms afvragen. En met de gedachte bedoel ik de gedachte die dat moment tot niet zomaar een moment maakt. O ja, ik moest naar de fitnessclub. Terwijl ik daarheen fietste in het brakke ochtendlicht, zwiepte de regen tergend in mijn gezicht, begeleid door tegenwind. Weer vroeg ik me af: wat is de gedachte? Die is dat het me het beste lijkt de fitnessactiviteiten aan het begin van de dag af te handelen, dan zijn die tenminste achter de rug.
Vanavond is het Oranje jaaroverzicht op televisie. Ik hoorde het gisteren aangekondigd en gaapte meteen. De aankondiging beloofde dat het ook zou gaan over de eerste nationale ramp van onze koning. Bedoeld werd de aanslag op de MH17. En natuurlijk hoe de koning daarmee omging. Daar is verder niets op aan te merken. Wel vond ik de aankondiging een beetje vreemd. De eerste nationale ramp. Alsof dat een aanbeveling is naar het programma te kijken. Een lokkertje.
Toen ik gisteren wakker werd, miste ik het ochtendprogramma van Wakker Nederland ineens. Als ik het zie, vind ik altijd dat ik net zo goed niet kan kijken, maar als het er dan niet is, zit er een klein gat in het begin van de dag. Komt vooral door de vrouwen die het presenteren, qua uitstraling goed gelukt, maar dat is het dan ook. Meer valt er niet te halen. Ik krijg daar energie van. De eerlijkheid gebiedt toe te geven dat ik gisteren pas in de gaten had dat er sprake was van kerstvakantie.
Dagobertducktaks! Blij dat dat het woord van het jaar is geworden. Of is het Het Woord van het Jaar? Met hoofdletters dus? Ik begon dit stukje met Het Woord van het Jaar, omdat ik niet wist of het met een hoofdletter moet of niet. En als ermee begint is de hoofdletter verplicht. Kan ik allemaal opzoeken, maar ik zoek zo min mogelijk op, want daar wordt de boel in mijn hoofd alleen maar slap van, net zoals spieren die je niet gebruikt.
De beste boeken van het jaar, de beste muziek, de belangrijkste gebeurtenis – het hoort allemaal bij de tweede helft van december en vaak is deze informatie even loos als de elektronische kerstmuziek in supermarkt en warenhuis. Soms staat er op zo’n lijstje een boek dat je ook gelezen hebt en dan knik je instemmend. Weet iemand nog wat de belangrijkste gebeurtenis van 2013 was? Frans Timmermans is politicus van het jaar geworden. Wie iemand nog wie dat vorig jaar was? In de buurt van Frans Timmermans stonden ook Geert Wilders en Mark Rutte, begrijp ik.
Aan irritatie heb ik een hekel. Je kunt er meestal weinig mee. Laat ik het bij mezelf houden: liever ben ik woedend. Daar moet je dan wel lucht aan geven natuurlijk, niet opkroppen alsjeblieft, maar dan ben je kwijt wat je kwijt moest. Daar word je zelf wat lichter van. En de ander misschien ook, omdat er iets duidelijk is geworden. Irritatie heeft iets zeurderigs. Donderdagavond raakte ik geïrriteerd en daar heb ik nog steeds een beetje last van. Sinds die irritatie irriteren me meer dingen. Ik kwam in een goed humeur thuis en zette de televisie aan.
Altijd tragisch als een bloeiende bedrijfstak niet meer bloeit, maar langzaam verdwijnt. `Wegkwijnen’ – dat is het woord. Ik las een artikel over een wasserette in Tiel die het moeilijk heeft. Eigenaar heeft een fascinerende naam, Arion Septer. Hij zegt dat gezinnen niet meer de was komen doen, want iedereen heeft een wasmachine. Dat laatste verrast me niet, maar wel dat het nog niet zo lang geleden niet het geval was. Net zoals een huis zonder televisie onvoorstelbaar is. Arion Septer moet iets bedenken om zijn bedrijf op poten te houden. Maar ja, wat?