Wat is nooit geweten heb is dat er tussen 1977 en begin jaren negentig in Nederland een zuiveldrank in omloop was die Tjolk heette. Nu teken ik daar meteen bij aan dat ik geen innige band heb met zuiveldranken in het algemeen. Waarom begin ik in deze verdwenen zomer ineens over een zuiveldrank? Welnu, Tjolk komt terug. De producent ervan hoopt dat ouders van nu die toen kinderen waren, in de ban komen van nostalgische gevoelens en hun kinderen ook weer van Tjolk voorzien. Hieronder tintelt de gedachte dat we in crisistijd graag iets vertrouwds in de buurt hebben.
In het openbare leven van de vroege ochtend praat je sneller met mensen die je niet kent, dan later op de dag. Zeker als je iets gemeenschappelijks hebt. Bijvoorbeeld een hond. Er is nu geen hond in mijn leven, maar lang geleden wel. Als je dan een andere hondenbezitter tegenkwam en de honden zich op dat moment ook nog gingen ontlasten, ja dan ontwikkelde zich een kort een gesprek, niet over grote onderwerpen, maar meestal over de hond, wat overigens toch een groot onderwerp kan zijn – niet iedere hond is probleemloos.
Zaterdag was ik op het Lowlands-festival, diep in de Flevopolder. In de namiddag las ik in een van de vele tenten een paar verhalen voor. De afgelopen tien jaar deed ik dat al twee keer en telkens was het me een grote vreugde. Eén ding was anders. Toen ik het wonderlijke festivalterrein op liep, vroeg ik me voor het eerst af of ik niet de oudste was van de 70.000 bezoekers. Tegelijkertijd dacht ik: wat is erger, dat het zo zou kunnen zijn of dat ik me die vraag stel? Het laatste, geloof ik. Het is een zeurderige vraag. Je krijgt er slap haar van en stramme heupen.
In het duinlandschap waar ik deze dagen graag doorheen loop, staat de hei al in volle bloei. Normaal is dat, geloof ik, wat later in het jaar. Maar de natuur is van slag, hoor ik mensen zeggen. Kan de natuur van slag zijn? Volgens mij is wat de natuur doet natuurlijk. Wat maakt het uit trouwens, het ziet er allemaal prachtig uit. Je wandelt door tijdloze schilderijen, vooral als er verder geen mens te zien is, wat opmerkelijk vaak voorkomt. Als de natuur van slag is – laat ik het nog maar even zo noemen, wordt het dan ook eerder herfst?
Van economie heb ik niet veel verstand. Wel herinner ik me een vriend van mijn ouders, een econoom, die mij ooit uitlegde waarom er een boterberg was. Ik had gehoord dat er te veel boter in Nederland was en dat ze daarvan dus een berg hadden gemaakt. Die berg stelde ik me letterlijk voor, in een verlaten landschap in Friesland. Ik vroeg aan de vriend van mijn ouders waarom ze die boter niet gewoon gratis uitdeelden. De meeste mensen vonden boter toch lekker? Hij vertelde me waarom dat niet kon.
Gisteravond was op televisie een programma te zien dat Krasse Knarren heet. Ik had er nog niet van gehoord, maar het is iets wat werkt, immers: derde seizoen. Ik keek niet, maar las er wel over: oude Bekende Nederlanders gaan bij elkaar logeren om over vroeger te praten. Zodra ik `Bekende Nederlanders’ lees verflauwt mijn belangstelling al, maar wel zag ik namen staan die het onschuldige televisieamusement van de jaren zestig opriepen.
Aan het woord moet ik nog wennen, maar waar het voor staat, spreekt me aan: ontspullen. Las er een artikel over en begrijp dat steeds meer mensen ermee bezig zijn, met het leger maken om je heen. Ik wil daarin niet doorschieten, maar merk wel dat het oplucht. Toen ik vorig jaar verhuisde, heb ik veel weggedaan, vooral veel dingen waarvan ik ooit dacht dat ze leuk voor later waren. Het was inmiddels al later geworden, maar ik vond er eerlijk gezegd niets leuks aan, voor zover `leuk’ van toepassing was. Hup, weg ermee!
Tot voor kort had ik nog nooit van Yezidi’s gehoord, terwijl ik toch veel lees over de wereld. Eerlijk gezegd ook niet van het Sinjargebergte. Laatst schreef ik hier dat het een vreemde, wrede zomer is. Het is ook een zomer vol vragen. Bijvoorbeeld: waarom kan een gezamenlijke actie van het westen geen einde maken van de vernietigende opmars van de IS, voorheen ISIS? Het is toch geen intern conflict? Het gaat toch om een terreurgroep? Kan best zijn dat het antwoord op deze vraag begrijpelijk is, maar dat weet ik niet zeker. Waarom weet ik dat niet zeker?
Al een paar keer las ik erover, zaterdag weer, over een kattencafé dat binnenkort in mijn woonplaats wordt geopend. Er zijn er ook in Parijs, Londen, München, Berlijn en Tokio. Ze zijn populair. De opzet is simpel: in het café worden thuisloze katten gehuisvest en er mogen uiteraard ook mensen komen die het prettig vonden zich in de nabijheid van katten op te houden en daarbij ook iets te drinken. Dit is een monter stemmende omstandigheid. Dat weet ik uit ervaring. Regelmatig dronk ik een paar glazen wijn met uitzicht op een spinnende kat.
Nog steeds houd ik niet zo van opera, maar toen ik voor het eerst Christina Deutekom hoorde zingen, dacht ik dat ik dat vast ooit zou doen. Het was nogal overweldigend. Ik hoorde haar op de radio als de Koningin van de Nacht, ze zong dat beroemde stuk waarvan ik niet weet hoe het heet. Ik wist dat de ouders van een vriendje van die opera een langspeelplaat hadden, met Christina Deutekom dus. Die mocht ik lenen. Telkens opnieuw draaide ik dat beroemde lied – of moet ik aria zeggen? Ik had hetzelfde als met befaamde atleten die 100 meter rennen.