Er staat geen Nederlands restaurant in de lijst van 50 beste ter wereld. Dinsdag bekend gemaakt. Ik probeer daar iets van te vinden, maar weet niet wat. Dat heb ik met de hele lijst van 50: interessant om te weten, maar dan? Als ik nu reserveer kan ik ergens in mei volgend jaar in het beste restaurant ter wereld terecht.
“Gaat het, meneer?” Die vraag wordt me niet vaak gesteld, maar nu wel. Ik ben in de supermarkt en een jonge vrouw kijkt me vriendelijk en ook bezorgd aan. Ze lacht als ze ziet dat ik verrast knik, en zegt: “Ik dacht dat u niet goed was geworden.”
Ieder zijn vak, denk ik vaak. Of haar vak. Daar voeg ik aan toe dat talent een kostbaar iets is. We moeten het onder meer koesteren. Bijna ieder vak vraagt om talent. Laten we daar nooit te licht over denken. We zien vaak dat mensen met een talent voor wat ze doen, ineens ook wat anders gaan doen, omdat ze denken daarvoor ook wel talent te hebben. Kan goed uitpakken, meestal niet. Ik vergeet die mensen gelukkig snel, maar er moet me iemand te binnen schieten om mijn betoogje van vandaag sterk te maken. Ja, bijvoorbeeld een weerman van láng geleden, John Bernard.
Dan ben je dus jarig, je krijgt een beetje moeite met je leeftijd en daarom ook met de schrale dag die ooit een kleine feestdag was, en je zegt, ja, je hóórt je zeggen: “Zullen we straks pizza bestellen?” “Pizza? Op je verjaardag? Ik dacht dat je alleen…” Zinnen die beginnen met “Ik dacht dat je” zijn vaak de inleiding tot een gesprek waarin je helemaal geen zin hebt. Maar nu sta je sterk, want je zegt: “Misschien heeft de bezorger ook wat verjaardagskaarten bij zich.”
Er zijn berichten met een tragische schoonheid. Dit komt van ver weg, uit Almere. Daar stapte een wethouder op nadat hij ervan beschuldigd was onbetamelijke berichten te hebben gestuurd naar een journalist. De wethouder zegt dat zijn vrijwillige ontslag het gevolg is van mediadruk. Maar volgens hem is er niets vastgesteld.
Wie denkt er nog op volle kracht aan de topontmoeting van dinsdag? Nog een week en er is nog maar nauwelijks iets van over. Op 30 of 31 december denken we er nog even aan tijdens het jaaroverzicht van het journaal. We horen al de zin die het onderwerp aankondigt: “Ja, en dan was er die handdruk in Singapore…”
Met geldzaken houd ik me liever niet bezig. Dat heb ik zo van huis uit meegekregen dat het in mijn karakter is gaan zitten. Af en toe ben ik internetbankier. Daar komt niemand onderuit. Wat ik geldzaken noem, komt vooral neer op het betalen van rekeningen, maar als ik daar dan speciaal voor ga zitten als internetbankier heeft het nog wat. Dan stel ik me voor dat ik aan het hoofd sta van een klein financieel imperium. Duurt een seconde of drie.
Aan veel van mijn leraren heb ik goede herinneringen. Toen ik op school zat, kon ik me dat niet voorstellen, want het enige wat ik wilde was daar weg zijn. Met mijn diploma’s heb ik nooit iets gedaan, maar het onderwijs wel iets met mij, zonder dat ik sterk concreet over kan zijn. Ja, ik spreek bijvoorbeeld mijn talen, tot op zekere hoogte, maar dat had ik ook in de praktijk kunnen leren. Als ik een tijdje in Spanje ben, kan ik me verstaanbaar maken.
“Er zit een zoetje in.” Ik loop over de zaterdagse markt in het kleine dorp aan zee waar ik al drie weken ben, en tijdens het passeren van de kaaskraam hoor ik het: “Er zit een zoetje in.” Een medewerker van de kraam zegt het tegen een mevrouw met een wat een plechtige uitstraling. Ze kijken beiden ernstig. Ja, de vrouw slaat aandachtig de kaas gade waarnaar de kaaskraammedewerker belerend wijst. Het zou me niets verbazen als de vrouw van alle kazen die daar verkocht worden, wil weten wat erin zit. Niemand die ervan opkijkt.
Wie mij kent, weet dat ik hecht aan sfeer. Graag overal sfeer. Maar sfeer moet wel sfeer zijn. In het journaal ging het eergisteren over het serveren van wijn (en blokjes kaas) bij de kapper, boekhandel en slijter. Deze voorbeelden werden genoemd. Bijvoorbeeld de slager zat er niet bij. Niet dat ik veel te klagen heb over de sfeer in onze slagerijen, maar verhoging van die sfeer mag best. Daar hadden ze het in het journaal immers over: verhoging van de sfeer.