“Hoe voelt het?” Vraag hoorde ik in een nieuwsuitzending op televisie. Werd gesteld aan een Turkse Nederlander die naar een busje keek vol hulpgoederen (dekens, medicijnen, kleren). Het busje stond op het punt te vertrekken naar het rampgebied in Turkije. De man had kort daarvoor verteld over familieleden van wie hij niet wist of ze nog in leven waren, maar de vraag hoe het voelde ging over dat busje.
Waar ik bijvoorbeeld ook niet aan dacht is dat schoolreisjes problematisch worden. Ik hoor helaas meer niet tot de doelgroep, maar sta er wel bij stil. Er is een groot tekort aan chauffeurs van bussen. Dat is één. Ik lees dat er tijdens corona veel zijn uitgestroomd. Raar woord, uitstromen. Maar dat niet alleen: het wordt ook te duur. Scholen kunnen het niet meer betalen.
Een pagina uit deze krant van zaterdag blijft me achtervolgen. Ging over smoesjes. Sta ik nooit zo bij stil. Begin van het artikel hakte er meteen in: gemiddeld liegen we twee keer per dag. Nou ja, liegen. Natuurlijk lieg je als je een smoesje opdist, maar het is toch een ander soort liegen dan wanneer je de boel belazert.
Vreugde over plannen en ideeën is toch iets anders dan inspirerend geloof erin. Dat dacht ik sterk toen ik zaterdagavond beelden zag van de partijcongressen van het CDA, PvdA en GroenLinks, de laatste twee in één gebouw waardoor ze volgens PvdA-leider Attje Kuiken de geschiedenisboeken in gaan, wat me een iets te snelle conclusie lijkt. Er zijn grotere gebeurtenissen die de geschiedenis van deze onthutsende tijd bepalen. Maar goed, het zijn woorden die passen bij dat soort congressen.
Grenzen zijn barrières die steeds ingewikkelder worden. Grenzen tussen mensen, bedoel ik. Ze worden onbedoeld sneller overschreden dan ooit. Het nieuwe flirten is een documentaire die op youtube te zien is. Of ik die ga kijken, weet ik niet. Waarschijnlijk word ik er zenuwachtig van. Wel lees ik erover. Bijvoorbeeld een gesprekje met een datingcoach: “Als ik vind dat een vrouw een sexy kont heeft, zou ik dat vroeger waarschijnlijk wel hebben gezegd. Nu minder snel, want dan word je langs vijf kanten gecanceld.”
In de aankondiging van het journaal van acht uur worden alvast de hoofdpunten genoemd. Logisch, want daarvoor is het een aankondiging. Ik luister er nooit goed naar, ook omdat ik denk: ik hoor en zie het dadelijk wel. Even terug naar zondag, want toen lette ik wel scherp op. De presenator somde op: de Holocaustherdenking in Amsterdam, corona in China, Russische bombardementen, de Oranjes vieren feest op Bonaire.
Beetje slap dat ik geen duidelijk standpunt heb over dieren die in kooien zijn opgesloten. Of kooien, nee, niet altijd kooien, wel een beperkende ruimte met een hek eromheen. Niet alleen beetje slap, maar ook egoïstisch, want ik ga erg van mezelf uit: ik kom ontzettend graag in dierentuinen, vooral op stille dagen, einde van de ochtend.
Getallen vergeet ik meestal meteen. Ik probeer dat niet lastig vinden en wat dan kan helpen is zo min mogelijk aan getallen te denken. Gisterochtend ving ik een flard op van een radioprogramma en in die flard hoorde ik dat 6 miljoen Nederlanders moeite hebben met internetbankieren. De Nederlandse Bank heeft dat vastgesteld, toch een autoriteit van heb ik jou daar.
Hoe oud ze is, geen idee. Hoe lang zie ik haar nu al voor de supermarkt staan met een stapeltje straatkranten? Toch zeker een jaar of vijftien. Ineens was ze er en ik gaf haar twee euro, hoefde geen krant, ze wenste me een fijne dag.
Gisteren moest ik even naar het café op de hoek om De Telegraaf te lezen. Daarin worden Mark Rutte en Edith Schippers samen geïnterviewd en volgens mij moest dat gesprek me interesseren. Het doet immers stof opwaaien en daarover heeft iedereen in het politieke landschap wel iets te zeggen. De toon van die reacties is laconiek. De VVD-prominenten zoeken ruzie met links en vinden dat we niet meer terug moeten naar de dagen van Joop den Uyl in de jaren zeventig.