Buikloop wordt iets bespreekbaarder de laatste tijd. Eerst waren het de spelers van het Nederlands elftal die naar huis moesten. Oorzaak kip kerrie, maar dat werd later ontkend, terwijl het natuurlijk wel kip kerrie was, immers altijd een ontregelend gerecht. Dinsdag onze premier. Voor het eerst in dertien jaar moest hij zich ziek melden `omdat ik waarschijnlijk iets verkeerds heb gegeten’.
Van sommige instituten heb ik geen weet. Zo had ik nog nooit gehoord van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Ligt aan mij, lijkt me een belangrijke organisatie. Het instituut heeft bijvoorbeeld laten onderzoeken hoe het zit me de klussers in dit land. Er zijn acht experts ingezet en tien doe-het-zelvers geïnterviewd. Conclusie: we klussen te roekeloos. Ik vat het kort door de bocht samen, maar daar komt het op neer.
Als veel te veel mensen op min of meer hetzelfde moment door een niet al te ruime in- of uitgang moeten, komt niet het beste in onszelf naar boven. Het spoor tussen Utrecht en Arnhem wordt gerepareerd. Treinreizigers die zich op hun reis voorbereiden, weten dat, maar de meeste niet. Die horen dat in de trein: `Wegens geplande werkzaam heden gaat deze trein niet verder dan Driebergen-Zeist’ en als je dan naar Nijmegen moet, ga je via Den Bosch, en naar Arnhem met de snelbus.
Er zijn woorden waaraan ik normaal nooit denk. Bijvoorbeeld: feestzaal. Zangeres Beatrice van der Poel en ik trekken door het land met ons programma Montere weemoed en vrijdag kwamen we daarmee in een feestzaal terecht, ver weg in Brabant. Kostte veel tijd er te arriveren, vrijdagmiddag, dus de ene file na de andere en de hemel huilde onophoudelijk.
`U kunt bij aankomst uw QR-code gebruiken.’ Voor mijn afspraak met de tandarts of mondhygiëniste krijg ik een paar dagen daarvoor een herinneringsbericht. Vriendelijk is dat. Bericht eindigt met verwijzing naar die code, nu ongeveer een dik jaar. Die code zoek ik op voordat ik naar binnenga, want ik stuntel niet graag voor de balie met mijn mobiele telefoon, wat je automatisch doet als je daarop een bericht moet zoeken. Terwijl je dat aan het doen bent, zeg je dat je het herinneringsbericht aan het zoeken ben, sterk voorbeeld van overbodige mededeling.
Als kind al vond ik het een intrigerend woord: bedevaart. Het is een beetje uit mijn leven verdwenen, maar kwam weer terug toen ik in Trouw een gesprek las met Olivier Dols, directeur van bedevaartorganisatie Huis voor de Pelgrim. Daar stopt hij nu mee. Honderd keer is hij in Lourdes geweest, met pelgrims dus, ongeveer honderdduizend. Bevlogen praat hij erover.
Natuurlijk weet ik dat we deze dagen in de Week van het Geld verzeild zijn geraakt, maar met dat besef heb ik nog niets gedaan. Niet toe gekomen. Maar gisteren was er ineens een interessante kwestie die er in principe niets mee te maken heeft, maar ook weer wel: komiek Jandino Asporaat mag op een Arnhemse school niet over geld komen praten, over wat het is op te moeten groeien in armoede. Onlangs gaf hij te kennen te twijfelen aan de maanlanding en de aanslagen in New York op 11 september 2001. Volbloed complotdenker dus. Daarom.
In de jaren negentig van vorige eeuw en in het begin van de nieuwe werkte ik mee aan een radioprogramma van de VPRO, Music Hall, een programma waarover sommige mensen gelukkig nog met weemoed spreken. Schrijvers lazen voor uit nieuw werk, er traden musici die wat anders deden dan waarom ze bekend waren, en er was publiek. Om de week opende ik de uitzending met een kort verhaal met de actualiteit als aanleiding. In het begin wisselde ik af met Jan Mulder maar die kreeg het te druk met het praatprogramma Barend & van Dorp. Hij werd vervangen door Wim de Bie.
Wanneer iemand in verontwaardigde wanhoop roept `Is dan niets meer heilig?’ (ik hoor het vaak), denk ik meteen: kalm aan, alsjeblieft, er is nog steeds best veel heilig, geen gezeur, er zijn ergere dingen. Maar soms mag, nee moet er iets heilig zijn. Stilte bijvoorbeeld. Ik ben een groot voorstander van stilte, liefst op zoveel mogelijk plekken. Stilte maakt ons beter, ik weet het zeker.
Gisteren had ik twee afspraken en zaterdag werd ik twee keer op het hart gedrukt niet te vergeten dat de zomertijd was ingegaan: “Zou jammer zijn als je te laat was!”