Wanneer binnenkort de eindexamens weer begonnen zijn, staan in sommige kranten de opdrachten waarmee scholieren geconfronteerd worden. Soms doe ik mee, niet omdat ik dat leuk vind, maar om na te gaan of een en ander nog werkt in mijn hoofd. Alles wat met rekenen te maken heeft, sla ik over, want daarvan raak ik in lichte paniek.
Van de kinderen die ik ken, weet ik niet of ze ooit van de kindertelefoon gebruik hebben gemaakt. Misschien houden ze dat contact ook voor zich. In mijn kindertijd was zo’n telefoon er niet, maar kinderen zaten toen ook nog anders in elkaar, ook omdat de tijd anders was. Er is nu ook een oudertelefoon, dus voor ouders die qua kinderen een belangrijke hulpvraag hebben. Ik hoorde het gisterochtend op de radio. De presentator vroeg naar een voorbeeld van een vraag: “Hoe houd ik alle ballen in de lucht?”
Soms vergeet je goed op te letten. Ik weet bijvoorbeeld niet wat de digitale euro is. Kom ik tegen in een artikel over de knauw die het vertrouwen in Máxima heeft gekregen. Wist ik ook niet, maar er zijn mensen die haar scherper in de gaten houden dan ik. Die mensen manifesteren zich onder meer in het EenVandaag Opiniepanel. Ik vroeg me af waarom. Wat heeft Máxima gedaan of juist niet gedaan, wat is er veranderd?
Wanneer NEC kans maakt op groot of klein succes moet ik altijd aan kapper Van Dale denken. In mijn jonge jaren woonde ik op de Hengstdalseweg in Nijmegen-Oost. In het souterrain op de hoek was de salon van kapper Van Dale, hoewel salon misschien een iets te groot woord is.
Zojuist ontving ik een uitnodiging van een sportclub, een sóórt sportclub, een andere dan die waar ik heen ga, je kunt er ook veel aan je geestelijke conditie doen. Het is een chique club, daarom was de tekst van de uitnodiging in het Engels, op één woord na, en om dat woord gaat het: niksen.
In een winkel vol wasmachines zeg ik tegen de verkoper dat ik een wasmachine zoek. Hij knikt vol vriendelijk begrip, heeft een gemoedelijke uitstraling en zijn sociale vaardigheden zijn zichtbaarder dan zichtbaar. Ik zeg dat de oude kapot is, dat het net is alsof dat draaiding… “Trommel,” nuanceert de man. Ja, alsof die zich met veel lawaai uit de machine wil losmaken.
Het is wijsneuzerig je altijd af te vragen of iets zin heeft. Zinloze dingen of gebeurtenissen kunnen vaak een wonderlijke schoonheid hebben. Maar als iets ontzettend zinvol bedoeld is, kan het zinnig zijn je af te vragen of het werkt. Zaterdagavond staan de treinen drie minuten stil uit protest tegen het geweld waarmee personeel geconfronteerd wordt. Afgelopen zaterdag werd een conducteur mishandeld door een groep jongeren. Verschrikkelijk is dat. De woede hierover begrijp ik door en door, ook omdat het een patroon wordt. Alle protest hiertegen is redelijk.
Zonder dat ik er erg of zin in had raakte ik op een feestje verzeild in een gesprek over Johan Derksen. Zonder dat ik zichtbaar gaapte, gaapte ik wel. Dat doe je niet op een feestje, over Johan Derksen praten. Wat mij betreft nooit en nergens, maar ik geloof dat ik hierin alleen sta, want het gaat te vaak enorm over Johan Derksen.
Voor de kaasboerderij staan twee auto’s, een is van mij en op de andere is te lezen, in sierlijk golvende letters: “Je bent wie je bent. Maar wie ben je echt?” Daaronder de naam van een vrouw en daaronder in strenge hoofdletters: SPIRITUEEL COACH. Een lichtgrijze auto, blinkend gepoetst. Er zit niemand in, de vrouw is kaas kopen. Of iemand spiritueel coachen natuurlijk. Misschien is het daar nog wat te vroeg voor, half 9, het zonnige begin van een lentedag. Ik houd het op kaas kopen. Daarvoor kom je hier vooral.
Eergisternacht kwam de wereld wéér meer in brand te staan. Voor mijn sportbeoefening zette ik gisterochtend bezorgd de radio aan. Daar speelde het oorlogsnieuws geen rol. In het kalme programma Vroege Vogels werd bekendgemaakt welk insect Insect van het Jaar was geworden. Ik wist niet dat die verkiezing aan de orde was en meteen vond ik dat ik van dat soort zaken op de hoogte moest zijn. Alsjeblieft wat meer natuur in mijn leven!