Alle kleine beetjes helpen. Woorden die bij mijn opvoeding hoorden. Die is al een tijdje voorbij, misschien iets te vroeg beëindigd, maar waarschijnlijk geldt dat voor alle opvoedingen. Misschien moet je opvoeding wel je hele leven doorgaan. Nu ik dit zo parmantig noteer, weet ik zeker dat het waar is. Dagelijks leer je bij en wat je bijvoorbeeld leert in je omgang met de mensen om je heen, hoort bij je opvoeding, alleen ben je daar zelf verantwoordelijk voor.
`En hoe is het gewicht?’ De verpleegkundige tegenover lacht vriendelijk, net zoals ze de vraag vriendelijk stelt. Maar ja: `het gewicht’ is iets anders dan `uw gewicht’. Het is net of `het gewicht’ nogal buiten me omgaat, iets waarnaar ik zelf ook een beetje raar zit te kijken. Misschien kon ik van `het gewicht’ ooit iets maken, maar inmiddels ben ik kansloos geworden. Het is een autonoom ding geworden, het hoort nog wel bij mij, in principe, maar veel hebben we niet meer met elkaar van doen.
Er ging er iets mis met mijn pinpas. Drie keer verkeerde code ingedrukt. Eigen schuld, maar ook van de man achter de toonbank, want die bleef maar ontremd tegen me praten. Afgeleid. Pas geblokkeerd!
Graag ga ik naar de bioscoop. Natuurlijk weet ik dat ik alle nieuwe films vrijwel meteen thuis kan zien, maar de bioscoop heeft nog altijd mijn voorkeur. Het erheen lopen, in de vitrine kijken, de naam van de film uitspreken terwijl je een kaartje koopt, nog een paar minuten wachten voordat je naar binnen mag, voelen dat je nieuwsgierigheid en verwachtingen groter worden, het is allemaal één grote gebeurtenis die ik thuis niet voor elkaar krijg. Ik denk dan ook altijd aan mezelf als kind. Toen had ik dat ook al.
Wat hoor je als je hoort dat een stem niet meer zo jong is? Want natuurlijk wordt een stem ook oud, net als bijvoorbeeld gewrichten en gelaatstrekken. Er komt kraak in en ruis. Toch hoor ik dat niet in de stem achter me.
Vaak zie je een Bekende Nederlander in een reclamespotje. De bedoeling is dat je gaat doen wat de Bekende Nederlander daarin doet. De Bekende Nederlander ontvangt daar veel geld voor. Dus het zal werken.
Tijdens mijn laatste verhuizing doemden uit de donkere diepte van een kast drie schoenendozen propvol cassettebandjes op. In mij woedde een opruimdrift die zijn weerga niet kende, en ik besloot meteen nonchalant dat minstens twee van die dozen weg moesten. Vaag vroeg ik me af of ik ooit nog een cassettebandje af zou spelen, maar zo’n vraag schuif ik dan toch nukkig voor me uit.
Ergens las ik: `Bovendien willen we onze leerlingen niet bij onbekenden laten aanbellen.’ Gaat over kinderpostzegels. Gisteren gingen kinderen weer van deur tot deur, minder kinderen dan vorig jaar. En vorig jaar waren het minder kinderen dan het jaar daarvoor. De klad komt er een beetje in. De leiding van de kinderpostzegelactie is nog optimistisch: `We kijken of we een manier vinden waarbij kinderen op hun mobieltje postzegels kunnen verkopen.’ Kom op, denk ik dan. Hoezo niet bij onbekenden aanbellen?