Dit noteer ik op een bankje in het station van Hamburg. Ik ben op doorreis en heb helaas geen tijd de stad in te gaan. Op het station ben je wel ergens, maar ook weer niet. Ik houd van tussenplekken, van de rusteloze wereld van aankomst en vertrek, van begroetingen en afscheid, luchthavens, grote stations. Ik moet ooit langer in Hamburg zijn en dan de plaatsen bezoeken waar de Beatles aan het begin van de jaren zestig repeteerden voor hun zegetocht over de wereld. Ze reden er meestal in een wrakkig busje heen, soms door Nederland.
In Italië zijn ze in veel dingen goed. Bijvoorbeeld in nieuwe beroepen. Gondelier bijvoorbeeld, lang geleden. Of barista, klassekoffiebereider. Nu zijn er hier ook barista’s, maar die beseffen niet altijd dat het een kunst is. Het is bijvoorbeeld belangrijk hoe je erbij kijkt. Italianen kunnen intenser kijken dan Nederlanders. Daar kunnen we verder ook niets aan doen. Als we proberen Italiaans te kijken, ziet het er al vlug hysterisch uit. Maar ja, als we hier toestanden Italiaanse toestanden noemen zijn het zelden toestanden die écht op Italiaanse toestanden lijken.
Zo nu en dan kom ik een gangbaar woord tegen waarvan ik de betekenis ken, maar dat ik nooit opschrijf of uitspreek. Leverkaas bijvoorbeeld. Het valt onder vleeswaren, maar ik heb het nog nooit gegeten, wat verder niet erg is. En onbelangrijk. Het woord staat me tegen, omdat het uit twee delen bestaat die ik moeilijk met elkaar kan verbinden. Ik las het in een bericht over een supermarkt die klanten tegen leverkaas waarschuwt. Zal een reden hebben, maar die hoef ik niet te weten. Wel stak een herinnering de kop op waarvan ik dacht dat die verdwenen was.
Eens in de zoveel tijd lees je een artikel van iemand die een tijdje zonder mail heeft geleefd of zonder telefoontje. En wat dat dan met je doet. Meestal weet je ongeveer wat er te lezen valt, maar je leest het toch. In mijn geval omdat ik hoop dat het allemaal om opluchting gaat, opluchting in de meest letterlijke betekenis van het woord: dat je meer lucht krijgt en je daarom beter en vrijer voelt.
Er zijn meer vragen dan antwoorden. Bijna ieder antwoord veroorzaakt nieuwe vragen. Dat is goed, dat houdt onze geest lenig. Waarvan ik niet houd zijn vragenlijsten die ongevraagd op je pad komen. Als je ze niet invult, word je daar dringend op gewezen.
Van veel afkortingen moet ik telkens weer opzoeken waarvoor ze staan. Nibud bijvoorbeeld: Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting. Daar houden ze zich onder meer bezig met ons spaargeld. Dat doet het Nationaal Instituut in ieder geval namens mij, want ik ben er niet zo mee bezig. Maar ja, als ik dan lees wat het allemaal wil, verdwaal ik al snel in verveling, behalve natuurlijk als er iets ter sprake komt waarvan ik nog nooit gehoord heb. Ik wil immers van zoveel mogelijk gehoord hebben. In dit geval is het pinsparen.
Weerman Piet Paulusma verkocht donderdagavond in Leeuwarden vis aan Jezus. Kort daarvoor hoorde ik de acteur die Petrus speelde in The Passion, zeggen dat hij hoopte die avond vooral veel fun te hebben. Ook was het duidelijk dat niemand precies wist in welk verhaal ze gingen spelen. Maar goed, vooral veel fun. Gisteren las ik dat The Passion een zinderende happening was. Mooi zo, Pasen in Nederland kon beginnen.
Het komt door mijn jeugd in Nijmegen dat ik nog steeds houd van ouderwetse rooms-katholieke taferelen, ook al heb ik er nog maar weinig mee te maken. Het is dan net alsof de toekomst nooit begonnen is.
Een van de fijnste openingszinnen uit de Nederlandse literatuur is die van `Het leven is vurrukkulluk’ van de Remco Campert. De titel is ook al zo goed. De spelwijze van vurrukkulluk maakt voelbaar wat het woord wil zeggen. Ik spreek het niet vaak uit, want wil er zuinig op zijn, maar als ik het doe, denk ik aan wat Remco Campert ermee bedoelde: beter kan niet.
De vrolijke vrouwen van het ontbijtprogramma waren gisteren in de ban van gezellige opwinding. Vanwege de panda’s. Ze vertelden dat er in China nog een afscheidsceremonie was en dat de panda’s daarna naar het vliegveld werden gereden. Ik probeerde me een voorstelling van de afscheidsceremonie te maken, maar dat lukte niet, want is wist niet hoe ik de gebeurtenis moest benaderen. Vanuit de panda’s of vanuit de mensen die afscheid van de dieren namen? Misschien wel vanuit de wereld in het algemeen, een wereld waarin panda’s van punt A naar punt B vervoerd worden.