De aankomst van Sinterklaas, de intocht, wil ik graag als een belangrijke gebeurtenis blijven beschouwen. Lukt me niet eens te doen alsof ik dat niet vind. Daarom zette ik zaterdag aan het einde van de ochtend de televisie aan. Vorige week was ik niet in de gelegenheid het Sinterklaasjournaal te zien, dus ik had geen idee welke problemen er speelden. Dat die er waren, wist ik natuurlijk wel.
Meestal lopen we in alle vroegte samen naar de fitnessclub, mijn bevriende buurman en ik. Het is nog donker en stil op straat. Vaak regent het. Een wandeling van een minuut of vijf. Een deel van die tijd hebben we nodig om elkaar te motiveren. Zijn conditie is beduidend beter dan die van mij, hij is sportiever en voetbalt minstens één keer per week, maar aan het begin van de dag zijn we gelijk, twee mannen die alle zeilen moeten bijzetten om een uur op volle kracht te trainen.
PostNL begint op de NS te lijken: altijd afwachten of er gebeurt wat je hoopt dat er gebeurt. Ja, soms gebeurt er niets. Moet er nog aan wennen en weet niet of dat lukt. Ik loop nog steeds graag naar de brievenbus, altijd een productieve wandeling. En ondertussen denk ik nog even na over wat ik dadelijk in de gleuf laat glijden. Bij voorkeur trouwens aangename post, een brief, kaartje, ook serieuze natuurlijk, rekeningen, overeenkomsten.
Soms heb je dat, dat je ineens over je bestaanszekerheid zit na te denken. Piekeren ja. Had ik gisterochtend. Waren doodlopende gedachten, waardoor `bestaanszekerheid’ alleen maar een woord bleef in plaats van een belofte. Toen hoorde ik ineens op straat iemand roepen `Zonder zorgen!’. Nou ja, iemand, niet zomaar iemand, de glazenwasser (`gevelmanagement’). Ik schreef hier al eerder over hem. Zo reageert hij altijd als je `Goedemorgen!’ roept. Soms kan ik van voorspelbaarheid houden, een bescheiden vorm van zekerheid. Naar buiten!
Een vriend zou net als ik een nieuwe knie krijgen. Net als de mijne deed zijn oude knie het niet meer ten gevolge van sportbeoefening. Ja, graag gebruik ik het woord `sportblessure’. Dan lijkt het allemaal niets te maken te hebben met aftakeling. Daar moet je je natuurlijk óók bewust van zijn, maar liever niet te vaak over hebben.
Als er iets moet doen waar ik tegen opzie, doe ik het liever meteen. Kort door de bocht samengevat: dan is het tenminste gebeurd. Ik kan niet tegen uitstel. Nee, dat is niet waar. Uitstel van iets moois vind ik geen probleem, integendeel, ik houd ervan me dan te verheugen op wat komen gaat. Ik heb het over uitstel van karweitjes of karweien. Of beslissingen, geen beslissingen waarover je nog wilt nadenken, maar beslissingen waarvan je al weet dat je die zult nemen, maar waaraan je psychisch nog niet toe denkt te zijn.
“English please,” onderbreekt de vriendelijke supermarktmedewerkster me als ze mijn boodschappen bij de zelfscankassa wil controleren. Knorrig heb ik gezegd dat ik iedere keer de klos ben. Of ik de indruk maak de winkel leeg te willen roven? Beetje moeilijk doen mag best: het systeem wordt aangeprezen omdat de afhandeling van je boodschappen minder tijd zou kosten. In mijn geval is dat uitzonderlijk.
Had ik nog niet meegemaakt: ineens kon ik de huiskamer niet uit. Opgesloten ja, maar dat is een te groot woord. Deurklink was eruit gevallen, binnen- en buitenkant deur. Ik had een afspraak elders in de stad en stond al met mijn jas aan. Lang geleden dat ik zo in de ban kwam van de vraag `Wat nu?’. Gelukkig had ik mijn mobieltje in de zak. Mijn geliefde was buitenshuis aan het werk en onbereikbaar. Gelukkig de buurman niet. Ook buitenshuis aan het werk, maar hij beloofde zo snel mogelijk te komen. Hij heeft de huissleutel en is bovendien een man van oplossingen.
Drie keer vulde ik de stemwijzer in. De eerste twee keer kwam ik niet uit op de partij waarop ik wilde stemmen. Ik merkte dat ik over sommige kwesties wat langer na moest denken dan ik dacht. Dat is natuurlijk ook het nut van de stemwijzer. De derde keer eindigde ik bij de partij die ik al een tijdje geleden had omarmd. Die zit niet bij de partijen die nu volgens de peilingen op kop gaan, VVD en NSC, respectievelijk 26-30 en 25-31 zetels.
Als ik een foto zie van een herfstig bos waarin van dat gouden zonlicht doorheen spat, weet ik meteen hoe het daar ruikt, een geur waarbij ik me uitstekend voel. Dan weet ik ook weer waarom de herfst mijn seizoen is zonder dat ik kan uitleggen waarom. Heeft te maken met de tijd die anders verstrijkt dan in de zomer. En natuurlijk ook met de kleuren in de parken en tuinen.