“In 15 jaar kan er veel veranderen,” zegt de coach op de fitnessclub. Met het oog op de vervanging van mijn knie oefen ik alvast met de krukken. Ik zeg dat het 15 jaar geleden min of meer automatisch ging. Had ik ook een nieuwe knie gekregen. “Wat?” vraagt de coach. “Nou, met die krukken.”
Ongetwijfeld las ik het eerder, nooit zo bewust, maar gisteren was het in deze krant ineens een harde confrontatie: de stenen winkel. Daar moeten we heen als we niet willen worden opgelicht. In winkels die niet van steen zijn, loop je dat risico, de webwinkels.
In een radioprogramma hoorde ik zaterdag een werker in de geestelijke gezondheidszorg spreken over `een stukje herbeleving’. Ik kromp ineen, ben niet zo van dat soort stukjes. Toch kwam ik er gisteren ineens in terecht, in een stukje herbeleving dus. Ik reed met een vriend de stad uit en passeerde het café waar ik vorige week even binnen ben geweest, toen ik met een kapotte auto in een wezenloos plantsoentje op hulpverlening stond te wachten, eerst op de wegenwacht, daarna op een sleepauto, ruim zes uur, want het was druk en het weer zat ook niet mee.
Voor de toonbank van de groentespecialist is het even wachten, een kleine rij. Je wacht daar anders dan voor de kassa van de supermarkt, want je raakt in de ban van alles wat de groentespecialist tot groentespecialist maakt.
Wat had ik er al kind een hekel aan als mijn ouders of hun vrienden zeiden dat het leven zo kort was: “Alles gaat zo vlug, jongen.” En ze zeiden het vaak, waarschijnlijk omdat ze er last van hadden. Ik wist wat het betekende als iemand zei dat iets zonde van de tijd was, nou, over de kortheid van het leven klagen, leek me typisch zonde van de tijd. Wat moest ik bovendien met hun klacht, ik had nog onbeschrijflijk veel toekomst voor de boeg en mijn handen vol me daarop voor te bereiden, en dan denk ik vooral aan mijn werkzaamheden op school, waar niets snel ging.
Misschien was de naam al eerder bekend, maar voor mij was die nieuw, de naam van het onafhankelijk onderzoeksbureau dat zich ruim een jaar bezighield met het gedrag van mevrouw Arib: Bureau Hoffmann. Het buigt zich over integriteitkwesties en grensoverschrijdende handelingen. Onder méér, hun aandachtsgebied is ruim.
Al levenslang luister ik liever naar de radio dan dat ik televisie kijk. Als ik bijvoorbeeld een verslag hóór van een voetbalwedstrijd, heb ik het gevoel dat ik meer zie dan wanneer ik die op televisie volg. Komt doordat ik gespannen mijn best doe me taferelen en situaties voor te stellen. Je bent er meer mee bézig en ook anders.
“Dus U wilt zo snel mogelijk de hort op?” Moet even over deze vraag nadenken. Best een tijdje geleden dat ik het hoorde: de hort op. Wanneer deed ik dat voor het laatst, de hort op gaan? Zegt al genoeg dat ik me dat niet meteen herinner. Stoere woorden die voor een plezierige bezigheid staan. Als je de hort op gaat, is dat nooit een tragische gang van zaken.
Als iets vervelend is of storend of tegenvalt, probeer ik eerst te doen alsof dat niet zo is, tegen beter weten in. Gaat over apparatuur, materiaal dat je leven makkelijk moet maken, laat ik zeggen: technische kwesties.
Het café is overdag rustig, ’s avonds wordt het er vol met veel hard geluid en dan ben ik er nooit, want daar houd ik al levenslang niet van. Wel in de namiddag, meestal om te herstellen van alle kanten op spattend denkwerk: even de boel op een rijtje krijgen.