Veel vond ik opmerkelijk in de documentaire over president Zelensky zondagavond. Van de vluchtelingen hier in de straat begrijp ik dat hij ook voor de oorlog vaak onder vuur lag, wat kwam doordat hij een man met beperkte politieke ervaring was en daar niet altijd handig mee omging. Maar nu was hij op volle kracht een held.
Even dacht ik: toch nog! Twee jaar voorzichtig geweest, gemondkapt door het grootste gedeelte van het dagelijks leven gelopen, enorm gevaccineerd, huizen in quarantaine gemeden en zaterdagmorgen ineens: koorts! De avond daarvoor naar het Boekenbal geweest, een lawaaierige chaos waar haast iedereen elkaar veel te intiem begroet, maar daar kon het toch niet van zijn. Zo snel gaat het niet, lees ik altijd.
Aan het woord workshop heb ik lichte hekel. Klinkt zo pretentieus en veel te deftig, Maar goed, af en toe krijg ik de vraag of ik een workshop Schrijven wil geven. Schrijven met een hoofdletter, want dan is het menens. Kan zijn dat het gaat over schrijven van verhalen, maar ook schrijven in het algemeen: hoe maak je op papier zo duidelijk mogelijk wat je duidelijk wilt maken? Daar houd ik me graag mee bezig, ook omdat ik een pesthekel heb aan bijvoorbeeld een brief die voor mij bedoeld is terwijl ik niet begrijp wat erin staat.
In mijn woonplaats wordt op veel plaatsen aan de weg gewerkt en aan de omgeving ervan. Ik heb de indruk dat dit in veel woonplaatsen het geval is. Allemaal vooruitgang. In het verkeer ben ik meestal fietser en dan is het vaak puzzelen hoe je ergens komt. Dat is niet altijd erg, want terwijl je naar de snelste omweg zoekt, heb je tijd om na te denken over waar je heen gaat. Kan nuttig zijn. Bij die werkzaamheden staan verkeersregelaars, mannen en vrouwen in zware gele kleding en met communicatieapparatuur.
Nooit dacht ik zo over mezelf, maar ik weet dat ik het ben: beeldschermwerker. Zo sta ik trouwens niet ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Laat ik het zo zeggen: ik ben óók beeldschermwerker. Sta ik nooit bij stil, maar zojuist wel toen ik hoorde dat ik voortaan om elf uur in de ochtend één minuut ga bewegen onder leiding van Willie Wartaal. We hebben het hier over de Nationale Beweegminuut. Doelgroep: beeldschermwerkers.
Soms bevangt me de vurige behoefte een uitvinding doen waarvan de wereld opkijkt. Hoeft niet per se de grote wereld te zijn, de kleine is ook goed. In ieder geval een uitvinding waarop iedereen zat te wachten. Zonder dat te beseffen natuurlijk, anders was het al door iemand anders uitgevonden.
Met grote genegenheid herinner ik me een conducteur van de NS die ik een jaar of tien geleden op een perron van station Eindhoven tegenkwam. Ik reisde per trein van Maastricht naar Amsterdam en op Eindhoven ging alles mis, min of meer vergelijkbaar met wat er zondag aan de hand was. Overal op dat station zag je treinen waaraan goed te zien was dat ze voorlopig niet meer zouden rijden, een adembenemende afwezigheid van dynamiek. En op de perrons liepen honderden reizigers behoorlijk in de war heen en weer.
Fout bezig. Schiet net iets te laat door me heen. In een washok bij een tankstation sta ik mijn auto lekker in te zepen. Dus niet de auto in een wasstraat gezet waarin het werk door een meedogenloze machine wordt gedaan, nee, gewoon zelf. Zoals onze ouders deden, ver weg in de vorige eeuw, op zonnige zaterdagochtenden. Iedereen in de straat deed dat op een vrije dag. Schiep een band.
Terwijl ik erg van de woorden sneeuw en lente houd, combineerde ik die nog nooit, geloof ik, terwijl het zo voor de hand ligt: lentesneeuw, woord vol poëzie met een zachte glans van dunne stilte. Gisterochtend liet het licht het al zien, nog voordat ik de gordijnen geopend had: de wereld was wit, in ieder geval een beetje. En dat bleek even later ook maar een beetje te zijn. Poedersuiker over de straten en daken, maar toch: lentesneeuw, een woord dat ik graag hardop uitspreek.
Natuurlijk had ik kunnen weten dat er aan de Nijmeegse Radboud Universiteit een humoronderzoeker werkzaam is. Niets op tegen, integendeel, maar fascinerend dat er in Nijmegen zo’n beetje alles onderzocht wordt wat er maar onderzocht kan worden. Trots ben ik op mijn geboorteplaats.