Koningsdag zal deze week meedogenloos in tweeën splitsen. Ik hoor dat veel landgenoten de dag nu al als een `uitlaatklep’ beleven, geïnspireerd door de gedachte dat het eindelijk allemaal weer mag. Als je zelf geen uitlaatklep nodig hebt, kun je best een beetje gaan tobben over wát er eindelijk allemaal weer mag, maar dat doe ik niet meer. Graag wil ik alles zo zonnig mogelijk houden.
Sinds vorige herfst is er hier in de wijk weer een postkantoor. Een echt. Dus geen winkel vol hebbedingetjes en rookartikelen met in de hoek een amateuristische balie. Nee, het postkantoor is op en top wat je van een postkantoor verwacht. Als je in de rij staat voor de balie om bijvoorbeeld een pakje op te halen, zie je links en rechts allemaal nuttige dingen, rollen plakband, bolletjes touw, balpennen die er niet grappig uitzien, je gaat er lekker praktisch van denken. En achter balie staan mannen die van hun werk houden en humor niet schuwen.
Goed gisteren in deze krant te lezen dat biljetten en munten niet zomaar verdwijnen. Fysiek geld. Zo heet het. Niet omdat ik me verzet tegen de eisen van de tijd, maar ik heb graag fysiek geld bij me. Dan zie ik wat ik te besteden heb. Kan best zijn dat dit een gedateerde opmerking is, misschien moet je het stof er even af blazen, ik weet het niet.
Hier in de buurt zijn terrassen waar mensen staan te wachten op een zitplaats. Ze houden de bewegingen op de propvolle accommodatie fel in de gaten en vertonen stormachtige dynamiek wanneer er een paar terraszitters opstaan. Het vrijgekomen tafeltje heeft ook de belangstelling van andere wachtenden. Maar ja, wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Kwestie van meedogenloos op je doel afgaan, niet al te genuanceerd. En als je dan zit, opgelucht om je heen kijken: “Hè, hè, ik zit.” Sommige terraszitters zijn erg goed in die blik.
Veel vragen zijn zodra ze beantwoord zijn, niet meer belangrijk. Maar er zijn er wel die terugkeren. Ik noem een huishoudelijke: bij ons in de buurt wordt het vuilnis altijd op maandag (en donderdag) opgehaald, gebeurt dat dan ook op twee paasdag? Of op tweede kerstdag, tweede pinksterdag, dus de dagen die agnosten en atheïsten graag afgeschaft zien, aldus het Sociaal en Cultureel Planbureau?
“Is dat een typisch mannending, hoe groter, hoe beter?” Die vraag hoorde ik in de actualiteitenrubriek op Radio 1, gisterochtend voor achten. Ging over de paasvuren in het oosten van het land. Was onduidelijk of de Achterhoeker aan wie de vraag gesteld werd, de bedoeling ervan tot op de bodem begreep, maar misschien was hij ook te intens bezig met de paasvuren zelf. Een volgende vraag van de verslaggever was hoe het voelt wanneer de vlam erin gaat.
Er nooit bij stilgestaan dat ik als fietser nog moet gaan nadenken over het dragen van een helm. Of nadenken, niks nadenken, beseffen dat ik er niet onderuit kan. Is naïef. Mijn fietsenpark bestaat uit twee fietsen: een gewone en een elektrische, maar misschien is een elektrische ook een gewone. Op de elektrische neem ik plaats als ik wat verder weg moet en vooral als ik daar op tijd moet zijn. De helmplicht komt doordat het aantal doden door een fietsongeluk verontrustend steeg. Helder.
Van ziek zijn is de aangenaamste fase het uitzieken. Je hoeft nog niets, niet van jezelf, niet van je lichaam dat natuurlijk ook bij jezelf hoort, maar er is niet veel naars meer aan de hand. Je denkt aan de dag van morgen wanneer je weer op de been bent. Je kunt dan door met de orde van de dag die je eigen is, en waarvan je je een kleine week geleden distantieerde. Interessant is dat je sommige dingen in de orde van de dag anders gaat aanpakken. Heb je bedacht tijdens de koortsige dagen voor het uitzieken. Koorts kan ook kraakheldere momenten opleveren.
Gisterochtend zag ik in een televisieprogramma dat een bisschop de bloemen zegende die klaarlagen om naar Rome vervoerd te worden. Zondag staan ze op het Sint Pietersplein wanneer de paus de wereld toespreekt. De hoop leeft dat hij zal zeggen: bedaank voor die bloeme. Het was het zegenen dat me beetje vertederde. De bisschop deed het met een kwast die hij eerst in een chique emmer doopte. Oud gebruik. In onze katholieke kindertijd zeiden we tegen elkaar dat die kwast normaal als pleeborstel functioneerde. Denk ik nu niet meer. Die tijd is voorbij.