Soms zeg je tegen jezelf, stilletjes: zo mag je niet denken! Zinloze berisping, want je bent nu eenmaal aan het denken wat je denkt, en dat valt nooit tegen te houden.
Telkens wanneer er deze week aan de premier of minister Hugo werd gevraagd met welke maatregelen we rekening moesten houden, was het antwoord: “Alle opties liggen op tafel.” Ook donderdag in de namiddag nog, de premier verdween lachend in een deuropening: “Alle opties liggen op tafel.” Als het zo vaak wordt gezegd, begin ik zo’n tafel voor me te zien, een tafel vol opties, tussen de flesjes water en schalen met kaakjes in.
Vast zal ik ergens gelezen hebben waarom Black Friday zo heet, maar ik sloeg het niet op, uit desinteresse. Het heet een koopjesfestijn te zijn en koopjesfestijnen staan me tegen, omdat ik altijd meteen mensen voor me zie die elkaar met de paraplu op het hoofd slaan om zich zo snel mogelijk naar een schap vol koopjes te dringen. Lijkt een onzinnig beeld, is het niet. Ik heb het weleens gezien voor de ingang van De Bijenkorf bij het begin van de Drie Dwaze Dagen, ook een koopjesfestijn.
We raken steeds meer in de war. Het is, geloof ik, de eerste keer dat ik dit verzucht. Verwarring kan iets aangenaams hebben, we kijken telkens opnieuw op van onverwachte gebeurtenissen die over elkaar heen tuimelen, maar zo’n verwarring is het nu niet. Veel is onzeker en donker, ja, donker vooral. Wat een samenleving een samenleving maakt, begint uit elkaar te vallen. Wat ons in ieder geval bindt is de vraag: wanneer is er een nieuwe persconferentie en wat wordt er dan bekendgemaakt en verordonneerd, nieuwe maatregelen, want we kunnen helaas niet zonder?
In deze krant las ik gisteren een stuk over irritante reclamespotjes. Deed ik tevreden want ik kende er maar één. De rest zal ik vast weleens gezien hebben, maar die zag ik niet. Dat laatste moet ik uiteggen. Komt niet alleen doordat ik weinig televisie kijk. Maar als ik wel kijk en in reclame terechtkom, keert mijn blik zich meteen naar binnen.
Mijn sinterklaasinkopen doe ik zoveel mogelijk in fysieke winkels. Altijd beetje rare benaming gevonden. Je zegt nooit: “Ik ga even naar de fysieke winkel.” Klinkt alsof je bordeelbezoek aankondigt. Maar we snappen waarom het zo gezegd wordt.
De voorzitter van de Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland zegt dat ze zich tegen het vuurwerkverbod gaan verzetten. Ik lees twee argumenten. Het eerste is dat de IC´s niet overbelast worden door slachtoffers van pyrotechnische pret. Blijkbaar heeft Diederik Gommers dat gezegd. Zal vast waar zijn, maar er zijn mensen die opportunistisch met deze uitspraak omgaan. Ze negeren dat de Spoedeisende Hulp het tijdens en vlak na de jaarwisseling érg zwaar heeft.
Er is een woord waartegen ik altijd opzie, en ik was benieuwd wanneer ik het dit jaar voor het eerst zou tegenkomen. Was gisteren: kerststress. Wordt meteen bij verteld hoe je die moet voorkomen: een to-dolijst maken, nu al, het is nog november. Als me wordt geadviseerd een to-dolijst te maken, voel ik weerstand. Ik heb het één keer gedaan met het oog op een lange vakantie ver weg. Toen ik de lijst had gemaakt, was ik een tijdje niet in staat me te bewegen. Als je voor zo’n lijst gaat zitten, maak je die langer dan strikt noodzakelijk is.
Nederlanders en feesten, het is wat. Dwingende combinatie. Feesten dus als werkwoord: ik feest, jij feest, wij feesten. Zal er de komende tijd vaak over gaan, misschien wel het komend jaar: hoe moet het volgende winter wanneer Oranjefans zich in Qatar verzamelen? Hoe het Nederlandse elftal het doet, is belangrijk, maar de mogelijkheid overal te feesten misschien nog wel belangrijker.
In een artikel over ons koopgedrag, gisteren in deze krant, las ik hoe je het beste je slag kunt slaan. Bijvoorbeeld kerstversiering en een kunstkerstboom kopen ná Kerstmis, want dan zijn die goedkoper. Regeren is vooruitzien, ik stel me voor dat ik op een van de laatste dagen van het jaar met een kunstkerstboom over straat loop. Van dat tafereel moet ik sterk herstellen.